Dag mijn Wautjen
"Waarom zucht je zo?" vraagt je vader bezorgd terwijl we aan het ontbijt zitten.
"Ik had gepland om vandaag de ramen te kuisen, maar ik heb er eigenlijk geen zin in." beken ik.
"Ramen kuisen terwijl ik de rolluiken nog moet schoonspuiten? Dat heeft toch geen enkele zin?" zegt je vader en kijkt me verwonderd aan.
"Goh ja, das ook waar. Dat was ik al vergeten." Ik zie hoe je vader zachtjes het hoofd schud. "Ik vrees de dag dat je mij ook zo zal vergeten" zegt hij en grijnst me toe.
In ieder geval, samen de boel schoonmaken zie ik al beter zitten en meteen na het ontbijt beginnen we eraan.
"Ik doe de dakrand ook maar meteen" zegt je vader ijverig. "We kunnen het maar gehad hebben."
Eén dakrand, twaalf ramen, acht rolluiken en een lunch later, vallen we moe maar tevreden neer op de bank.
"Dat hebben jullie prima gedaan" zegt een potzwarte onder het stof zittend Bertje goedkeurend als hij wat later uit het tuinhuis komt opgedoken.
"Wat heb jij gedaan?" schrik ik "Het lijkt wel of je net uit de koolmijn komt gekropen!"
"Bwa" zegt hij en grijnst vrolijk "Ik ben mijn oude serre helemaal aan het opkuisen en het afschuren gaf wat meer stof dan ik had gedacht."
"Zo zwart kom je niet binnen hoor!" zegt ik paniekerig.
"Geen probleem" zegt hij en grijnst heel ondeugend. Voor ik iets kan zeggen pakt hij een emmer, vult hem met water aan de buitenkraan, stroopt zijn kleren uit en gaat zich uitgebreid staan wassen in de zon. "Wilt ge u wel ne keer omdraaien" zegt hij gemeen.
"Even afspoelen?" zegt papa lachend en richt de koude tuinslang op Bert.
Wat later staan twee kletsnatte heren aan de achterdeur.