Het ijverige en stoffige werken is Bertje gisterenavond niet zo goed bekomen.
"Ik heb het zo benauwd" zegt hij met een angstige blik op zijn gezicht. "Ik kan gewoon niet in slaap komen." Met grote ogen kijkt hij me aan.
Ik hoor het al meteen bij het spreken dat hij kortademig is. "Dat komt natuurlijk door een hele dag in dat stof te werken" daagt het me plots.
"Je moet even een aerosol gebruiken" zeg ik kordaat "Dan gaan je longen weer open en zal je je beter voelen."
Gelukkig heb ik altijd een reserve in huis en zo'n tien minuutjes later voelt hij zich gelukkig weer beter.
"Neem hem vannacht bij je" zeg ik kordaat. "Als je het weer benauwd krijgt dan puf je nog eens en maak je me wakker."
De rest van de nacht verloopt gelukkig goed en 's morgens is er niks meer van een benauwdheid te merken. "Blijf de komende tijd maar wat uit stoffige omgevingen vandaan" zeg ik "En ik maak opnieuw een afspraak op pneumologie. Daar had je trouwens vorig jaar ook naar toe gemoeten. En geen gemaar!" zeg ik kordaat als hij alweer begint te protesteren.
Wat later zie ik hem in de tuin, in de zon, in bloot bovenlijf, alles wat hij gisteren had afgeschuurd, opnieuw een laagje verf geven.
"Ik had gezegd, wegblijven van stoffige omgevingen" zeg ik kregelig.
"Maar hier sta ik in de open lucht" zegt hij verbaasd "het kan toch nergens stofvrijer zijn dan hier?"
"En de verfgeur dan?"
"Het is reukloze verf" zegt hij en grijnst heel breed.
Hoofdschuddend ga ik weer naar binnen. "Mannen!"
Post Comment | View Comments (2) | Permalink | Share This Post