DE
BELGISCHE OPSTAND of was het een echte
STAATSGREEP?
DOOR
Paul Belgicus
"Secessie".
OPERETTE TE BRUSSEL
Op de avond van 25 augustus 1830 begon
de Belgische opstand met een relletje vanwege Franse
provocateurs
na de opvoering van Aubert's "Stomme van Portici". Daarbij werd een boekhandel
leeggeroofd,
brand gesticht in het huis van de minister van Justitie en vandalisme gepleegd
in een paar
fabrieken. Dat
was het. Al bij al een klein opstootje. Heeft iemand zich ooit afgevraagd
hoe uit zo'n
opstootje
van niemendal
een nieuwe staat kon ontstaan?
De burgerwacht
herstelde de rust en wachtte de komst af van het leger onder leiding van
Prins Willem, de
kroonprins, die ook de minister van Landsverdediging
was. Het was pas omdat die Prins weigerde de stad
binnen te trekken
met het leger en zijn troepen in Vilvoorde achterliet om alléén
naar Brussel te komen in het
gezelschap van
uitgerekend de Franse provocateurs die de relletjes van 25 augustus hadden
aangericht, dat
de stad Brussel
in een vacuüm terecht kwam .
*
Dit
is weinig geweten, maar wij, Vlamingen
werden verraden, verkocht
zelfs, door de Prins van
Oranje.
Willem junior voelde
zich immers te groot voor het platte Nederland dat hij misprees. Hij had
er trouwens
nooit gewoond.
Hij was als kind en als jongeman niet in Holland opgevoed, maar was tijdens
de
Napoleontische
bezetting aan buitenlandse hoven opgegroeid waar Frans de voertaal was.
Hij voelde zich
verwant met de Franse cultuur.
Hij was een heimelijke
bewonderaar geweest van Napoleon. Hij had wel tegen Napoleon gevochten
als
generaal in het
leger van de hertog van Wellington, maar Wellington zelf getuigde dat de
prins "niet al te
snugger was"
en dat "als men hem een opdracht gaf, hij er altijd een zootje van maakte".
Bovendien, nog
steeds volgens
Wellington, was hij "extreem ijdel en had een hoge dunk van zichzelf".
Kortom een echte
Hollander, die dus liever Frans sprak dan Nederlands en graag "weg met
ons"
riep.
*
Het was altijd
zijn droom geweest om koning van Frankrijk te worden.
Toen zijn vader
in 1815 koning van de Verenigde Nederlanden werd, was de kroonprins in
Brussel gaan
wonen omdat hij
er zich in Franse kringen kon bewegen.
*
De stad was immers
het ballingsoord geworden van zowel Franse Jacobijnen als Bonapartisten,
die na de
restauratie van
de Bourbon-monarchie in Parijs, in 1815 hun land waren ontvlucht. Die ballingen
werden
Willems vrienden.
Ze vleiden hem en begonnen plannen te smeden tegen Willems vader, koning
Willem.
*
De ballingen
beloofden de Nederlandse kroonprins dat zij hem na het verdrijven van de
Bourbons, de
Franse troon
zouden aanbieden, als hij het zuiden van zijn vaders koninkrijk,
de huidige Belgische provincies
plus Noord-Brabant,
met zich mee naar Frankrijk zou brengen.
*
Een eerste
samenzwering van de Prins van Oranje om België aan Frankrijk uit te
leveren, deed zich voor
in de winter
van 1816-1817. Samen met de Brusselse Franse bannelingen zette de jonge
Willem een plan
op om de Bourbon
monarchie in Parijs af te zetten. Het plan kwam ter ore van de Russische
tsaar, die
Koning Willem
I inlichtte, waarop deze laatste zijn zoon adviseerde om dringend andere
vrienden te kiezen.
De prins nam
dit op als een persoonlijk affront. Hij weigerde geruime tijd met zijn
vader te spreken en bleef,
hoewel hij regeringslid
was -hij was, zoals reeds gezegd minister van Landsverdediging -het hele
jaar
door in
Brussel, terwijl
de regering nochtans elke zes maanden van standplaats wisselde tussen de
twee
hoofdsteden,
Brussel in het Zuiden en Den Haag in het noorden .
*
Hij veranderde
evenmin van vrienden zoals bleek op 19 augustus 1820 toen de Franse Bourbon-regering
een complot ontdekte
van hoge officieren die een militaire staatsgreep wilden plegen om de Prins
van Oranje op
de Franse troon te krijgen.
Koning Willem
was razend. Hij waarschuwde zijn zoon eens te meer tegen diens vrienden,
de Franse
ballingen in
Brussel.
"Zonder u betekenen
ze niets, maar als u met hen optrekt, dan zullen ze u gebruiken als een
stuk
speelgoed"
zo zei de koning
in een onderhoud met zijn zoon op 20 februari. Het waren profetische woorden.
Vader had
gelijk, maar
de zoon bleef mokken. Hij hield zich echter wel tien jaar op de vlakte,
zodat de
vergevingsgezinde
vader ten onrechte dacht dat zijn zoon, die hem en zijn vaderland al twee
keer had
verraden, zijn
lesje geleerd had.
*
Aldus beging
koning Willem eind augustus 1830 de grote dwaasheid om na de door de Franse
vrienden van
de Prins van Oranje uitgelokte relletjes, uitgerekend die Prins van Oranje
naar Brussel te sturen
om het Nederlandse
gezag te herstellen.
*
De Prins had
het leger de stad moeten binnenbrengen, de buitenlandse oproerkraaiers
arresteren en over
de grens zetten.
Wat deed hij echter?
Hij pleegde een
derde keer verraad. Prins Willem liet het leger achter in Vilvoorde, knoopte
onmiddellijk
gesprekken aan
met de Franse ballingen, ontving op 2 september op zijn paleis in Brussel
de Fransgezinde
revolutionair
Alexandre Gendebien die hem de kroon van België kwam aanbieden als
een eerste stap op
weg naar de kroon
van Frankrijk, en hij hielp ettelijke Franse ballingen aan een post van
officier bij de
Brusselse burgerwacht.
*
In Londen wist
men onmiddellijk hoe Iaat het was. Aangezien de Prins van Oranje in België
het
Nederlands gezag
moet herstellen, heeft Nederland België kwijtgespeeld, zo concludeerde
de hertog van
Wellington, de
Britse eerste minister, reeds op 8 september in een boodschap aan Lord
Aberdeen, zijn
minister van
Buitenlandse Zaken. "De Prins", legde Wellington uit, "is een ijdele zwakkeling
met een
zodanige dorst
voor populaire vulgariteit, dat ik er schrik van krijg. Als hij de macht
in Brussel in handen van
de burgerwacht
Iaat, dan is de monarchie verloren I'.
*
En inderdaad,
dat was zo. Terwijl de Vlaamse steden Antwerpen, Mechelen, Gent, Dendermonde
en
Sint-Niklaas
zich op 8, 9 en 10 september uitspraken tegen scheiding tussen Noord
en Zuid, met
inbegrip van
een louter administratieve, vielen Brussel en Wallonië door de weigering
van de Prins van
Oranje om het
wettelijk gezag te herstellen in een machtsvacuüm. dat opgevuld
werd door revolutionairen
die toestroomden vanuit Parijs
naar België.
GUILLAUME,PRINCE
D'ORANGE aux COMPATRIOTES
Cartwright, de
Britse consul in Brussel, zond bijna dagelijks rapporten naar Londen over
de toestand in de
stad. "De gewelddadige
partij betaalt het uitschot en kan het op elk gewenst ogenblik in beweging
zetten ", zo
waarschuwde hij
op 10 september. Op 16 september ontvluchtten de Brusselse burgemeester,
de meeste
gemeenteraadsleden
en de gouverneur van Zuid-Brabant de stad en trokken naar Antwerpen waar
zij het
leger vroegen
om het wettelijk gezag van koning Willem te herstellen. Zelfs het nominale
hoofd van de
burgerwacht,
baron d'Hoogvorst vroeg hierom. Binnen de burgerwacht was er immers een
machtsstrijd aan
de gang. "Een
zeer gewelddadige strijd is momenteel gaande tussen twee groepen binnen
de burgerwacht",
schreef Cartwright
op 14 september. Een week later was het pleit beslecht. "Hoogvorst staat
alleen. Niemand
helpt hem nog
en hij heeft geen greintje macht meer", zo meldde de Britse consul.
*
De koning stuurde
op 21 september het leger naar Brussel. Deze keer stond het onder het bevel
van prins
Frederik, zijn
jongste zoon.
De dappere revolutionaire
leiders sloegen allemaal op de vlucht. Ze lieten hun voetvolk in de steek
en liepen
naar Frankrijk.
Alleen Charles Rogier, een Luikenaar, maar eveneens een geboren Fransman,
bleef in de
buurt. Hij verschool
zich in het Zoniënwoud. -
"Alles is verloren,"
zei Louis de Potter, één van de weinige revolutionairen van
autochtone Belgische afkomst,
toen hij de Franse
grens overstak.
*
Prins Frederik
trok Brussel binnen op 23 september. Helaas, Frederik was een jonge en
onervaren
bevelhebber.
In plaats van op te rukken naar de beneden-stad en het Luikse en Henegouwse
schorremorrie
te verdrijven
dat de voorbije drie weken de stad was binnengestroomd, besloot hij, omdat
het avond was en
omdat er in de
straten barricades waren opgeworpen, om het leger zijn tenten op te laten
opslaan In de
warande, het
stadspark tussen het koninklijk paleis en het parlementsgebouw. Achteraf
zou blijken welk
een stommiteit
hij daarmee beging.
*
Die avond hadden
de opstandelingen immers hun barricaden verlaten om zich te gaan bezuipen
in de
kroegen. De prins
had de boel gewoon kunnen opruimen. Hij ging echter slapen.
Gendebien arrive
!Bij het krieken van de volgende morgen arriveerde Gendebien in de stad
met een groep
Franse revolutionairen
uit Parijs. Deze mannen hadden begin juli
in Parijs revolutie
gemaakt en koning Karel X van Bourbon verdreven. Zij kenden het klappen
van de zweep
en waren geduchte
straatvechters. Ze namen de barricaden in en beschoten de Nederlanders
in het park.
Prins Frederik,
die nog nooit in zijn leven gevochten had, liet terugschieten, maar was
bevreesd om de stad
in te trekken.
Hij besloot om op versterkingen te wachten.
*
De volgende nacht
herhaalde zich hetzelfde scenario: de barricaden waren grotendeels verlaten,
maar de
prins bewoog
niet. Op 26 september besloot Frederik, nog steeds in het park, om de benedenstad
te
bombarderen.
De schrik sloeg hem echter om het hart en 's avonds trok hij zich met het
leger uit de stad
terug.
*
Toen de revolutionairen
zich de volgende ochtend, 27 september, opmaakten om het park te bestormen,
ontdekten ze
dat het leeg was.
*
In Wallonië
en Brussel grepen de revolutionairen nu de macht, maar Vlaanderen bleef
rustig. Het leger bleef
eveneens in Vlaanderen
en er gebeurde niets.
De koning besloot
de onbekwame bange Frederik van het bevel van het leger te ontlasten en
een nieuwe
kans te geven
aan zijn oudste zoon, prins Willem, die aldus opnieuw opperbevelhebber
werd.
*
Willem begaf
zich naar Antwerpen. Daar ontving hij Edouard Ducpétiaux, een van
de leidende
Brusselse revolutionairen.
Hij gooide het met hem op een akkoord.. De prins zou de Nederlandse
troepen in België
het bevel geven om zich op te delen in noordelijke en zuidelijke regimenten.
De
noordelijke moesten
zich terugtrekken ten noorden van de Rijn, de zuidelijke zouden zich moeten
omvormen tot
een Belgisch leger. Dat leger zou hij onder het gezag van het Voorlopige
Bewind van
Brusselse revolutionairen
plaatsen, indien dit Bewind beloofde om hem tot koning van België
te
verkiezen. Ducpétiaux
liet Willem in de waan dat dit zou gebeuren.
*
Op
16 oktober riep de Prins van Oranje vanuit
Antwerpen
de onafhankelijkheid van België uit.
*
Dit België
omvatte alle provincies ten zuiden van de Rijn, de rivier die door Frankrijk
als zijn natuurlijke
noordgrens werd
beschouwd.
*
Prins Willem
wilde immers dit hele gebied aan Frankrijk uitleveren als hem de Franse
kroon
aangeboden zou
worden. Koning Willem was verbijsterd na dit vierde verraad van zijn zoon.
"Ik ben even
verrast als aangedaan
", schreef hij geschokt aan de Prins van Oranje.
*
De meeste Nederlandse
militaire regimenten volgden het bevel van de leger opperbevelhebber echter
op.
De noordelijke
soldaten trokken zich terug boven de Rijn, en de zuidelijke verkeerden
in verwarring. Een
voorbeeld van
de verwarring is de houding van generaal Daine. Die bood als zuiderling
zijn
diensten aan het
Voorlopige Bewind
aan, maar liep enkele maanden daarna terug over naar het Noorden.
Door het terugtrekken
van de noordelijke troepen uit Vlaanderen en het feit dat verscheidene
zuidelijke
soldaten de wapens
neerlegden en besloten om naar huis te gaan, kwam midden oktober, anderhalve
maand na de Brusselse
oproer, ook in de huidige Vlaamse provincies een machtsvacuüm tot
stand.
*
Dit vacuüm
werd onmiddellijk opgevuld door revolutionaire bendes uit Wallonië
en Frankrijk.
*
Gelukkig voor
koning Willem waren er een aantal generaals die weigerden om de bevelen
van de
prinsopperbevelhebber
uit te voeren. Toen generaal Dibbers ,de commandant in Maastricht, van
de
kroonprins het
bevel kreeg om de stad over te dragen aan het Belgische revolutionaire
bestuur, weigerde hij
met de woorden:
"Ik ken geen prins. Ik ken alleen de koning". Aldus bleef Maastricht in
Nederlandse
handen. Generaal
Wilmars in Luxemburg weigerde eveneens om de prinselijke bevelen op te
volgen. Zo
bleef ook Luxemburg
in handen van de koning. Generaal Van Geen, een Gentenaar, die bevelhebber
was in
Namen, trok zijn
troepen uit Namen terug en marcheerde ermee naar Antwerpen. Toen hij vaststelde
dat de
prins nog steeds
in de stad was, ging hij naar Breda, dat hij tegen de Belgische revolutionairen
begon te
verdedigen.
Daarna trok hij
naar Tilburg en Eindhoven, twee plaatsen die reeds in handen van het Voorlopig
Bewind
gevallen waren
en verjoeg er de revolutionairen.
*
Aldus bleef Noord-Brabant,
dankzij deze moedige Gentenaar in handen van de Nederlanders. Van Geen
bleef zijn koning
trouwen stierf in 1846 als een Vlaamse banneling in Den Haag.
In Gent volgde
het leger wel de bevelen van de prins op. Het trok zich terug ondanks de
smeekbeden van het
stadsbestuur
om niet weg te gaan. Alle Nederlandse legereenheden ten westen van de Schelde
deden
hetzelfde, met
uitzondering van een zekere kolonel Ledel die zich verschanst te in Sluis
en .aldus het westen
van Zeeuws-Vlaanderen
kon behouden voor koning Willem.
*
Vandaar trok
Ledel langs de Schelde naar Terneuzen en Hulst en verdreef de Belgen. Ook
het fort
Liefkenshoek
op de Oost-Vlaamse Schelde-oever ten noorden van Antwerpen bleef in handen
van het
koninklijke leger.
*
Het vacuüm
dat het Nederlandse leger naliet werd onmiddellijk opgevuld door revolutionaire
benden uit
Henegouwen en
Luik en, wat beide Vlaanders betreft, ook uit Noord-Frankrijk. Dit waren
bandietenbendes
die zich georganiseerd
hadden in zg. Belgische legerregimenten met namen zoals de 'Têtes
Mort", de
"doodshoofden"
LES TÊTES MORT
*
In Gent, leper,
Menen en Nieuwpoort sloegen ze aan het plunderen. In Brugge sloegen ze
een
anti-Belgische
opstand neer, maar toen ze in Oostburg bij Sluis op manschappen van kolonel
Ledel botsten,
volgde een veldslag
waarbij 30 van de zogenaamde doodskoppen de dood vonden. De rest droop
af.
*
De revolutionairen
waren niet mals voor Belgische militairen die de koning trouw bleven, wanneer
ze
die te pakken
kregen. In Mechelen slaagden ze erin om kolonel Gaillard gevangen te nemen.
Hij was
afkomstig van
Luik, maar diende de koning. Gaillard werd naar Leuven gestuurd, een stad
die in handen van
Luikse revolutionairen
was gevallen. Daar werd hij door een menigte gelyncht en op 28 oktober
opgehangen
aan de zogenaamde
vrijheidsboom op de Oude Markt.
In Antwerpen
zat generaal Chassé met het probleem dat de prins in de stad verbleef.
Chassé die de koning
wilde trouw blijven,
sloot daarom een akkoord met het Voorlopig Bewind. Het leger zou zich terugtrekken
in
de zuidercitadel,
als de revolutionairen een wapenstilstand respecteerden. Toen deze laatsten
dat niet deden,
bombardeerde
Chassé de stad.
*
Doordat Chassé
Antwerpen gebombardeerd had, waarna een brand een deel van de binnenstad
platlegde,
kwam de Prins
van Oranje echter in nauwe schoentjes te zitten. Hij had platte broodjes
willen bakken met de
revolutionairen.
Ze gaven de prins de schuld van Chassé's optreden en verklaarden
met veel bombast dat
het Huis van
Oranje voortaan "door een muur van vuur en bloed" van België gescheiden
was. Het Voorlopig
Bewind stemde
een decreet dat leden van het Huis van Oranje voor eeuwig vervallen verklaarde
van elke
machtsuitoefening
in België. De prins vluchtte daarop uit Antwerpen weg en trok naar
Londen, waar hij
enkele maanden
in ballingschap verbleef alvorens, je raadt het nooit, zijn vader zich
met hem verzoende en
hem toestond
om naar Nederland terug te keren.
*
De volledig uit
de hand gelopen situatie in de Zuidelijke Nederlanden baarde de Britse
regering intussen
grote zorgen.
Er is geen land dat geopolitiek voor Engeland zo belangrijk was, en is,
als Vlaanderen. Leopold
I heeft ooit
gezegd dat vanuit strategisch opzicht België -en daarmee bedoelde
hij Vlaanderen, want Wallonië
is in dit verband
irrelevant -voor de Engelsen belangrijker is dan het bezit van sommige
delen van de Britse
Eilanden zelf.
Alles draait daarbij om Antwerpen, de stad die Napoleon heel terecht 'het
pistool gericht op het
hart van Engeland"
had genoemd.
*
De controle over
Antwerpen is voor de Engelsen van levensbelang. Antwerpen moest daarom
in 1830 in
bevriende handen
blijven.
*
De
Britten vreesden dat de Belgische revolutionairen België zouden overleveren
aan de Fransen.
Dat waren de Belgen trouwens ook van plan.
*
De Britten wilden
de Nederlanden kost wat kost samenhouden, maar toen de prins van Oranje
de zaak totaal
verknoeid had,
konden ze enkel nog proberen om de opslokking van België door Frankrijk
te beletten. Laat
ons België
verdelen, zo stelde de sluwe Franse diplomaat Talleyrand daarom eind december
1830 aan de
Engelsen voor.
Hij had een plan getekend, waarbij de Belgische provincies opgedeeld werden
in vier
stukken, namelijk
een deel voor Pruisen, een deel voor Frankrijk, een deel voor Nederland
plus een
onafhankelijke
Vrijstaat Antwerpen onder Brits gezag.
De hele linkeroever
van de Schelde -dat zijn de huidige provincies West-Vlaanderen plus geheel
Oost-Vlaanderen
op het land van Aalst na, plus Zeeuws Vlaanderen, alsook de stad Antwerpen
met zijn
bastions op de
rechter Schelde oever zouden een Brits protectoraat worden: een soort onafhankelijk
Vlaanderen avant
la lettre.
*
Pruisen zou de
hele rechteroever van de Maas krijgen, dus de huidige provincies Nederlands
Limburg en
driekwart van
de provincie Luik, de helft van Namen plus Luxemburg, plus daarenboven
op de linker Maas
oever ook nog
de steden Maastricht en Luik.
*
De grens tussen
Nederland en Frankrijk zou langs de Demer worden gelegd.
Dit wil zeggen
dat het grootste deel van de huidige provincie Belgisch Limburg plus de
provincie Antwerpen
op de stad Antwerpen
na, plus de oude Oranje- stad Diest in het uiterste noordoosten van de
huidige
provincie Vlaams-Brabant
bij Nederland zouden blijven.
*
De rest van het
land -de huidige provincie Henegouwen, de westelijke helft van Namen en
Vlaams-en Waals
Brabant plus Brussel en het land van Aalst zouden bij Frankrijk komen.
*
De Britten wezen
dit voorstel van de hand. Dat is een spijtige zaak geweest, want het zou
het hele huidige
Vlaanderen, op
Brabant en het land van Aalst na, in 1830 in Nederlandstalige handen gelaten
hebben. De
Britten wezen
het voorstel echter af omdat ze, na de verzoening tussen koning Willem
en zijn zoon, een
nieuwe poging
wilden ondernemen om de Nederlandse eenheid alsnog te redden. Eind maart
1831 zette
Lord Ponsomby,
de Britse gezant in België en de schoonbroer van de nieuwe Britse
eerste minister Lord
Grey, een aantal
Belgische officieren waaronder generaal Jacob Vandersmissen, de militaire
commandant
van Antwerpen,
ertoe aan een pro-Orangistische staats greep te plegen. Het Voorlopig Bewind
te
Brussel, aldus
Ponsomby in een rapport van 19 februari aan Lord Granville, werd immers
"verworpen door
de grote meerderheid van de bevolking", die terug onder het gezag van Oranje
wilde komen.
*
Het Voorlopig
Bewind, dat België sinds oktober bestuurde, werd inderdaad gewaar
dat de bevolking henniet
goed gezind was.
Er moesten eind april nieuwe verkiezingen komen, en die zouden ongetwijfeld
een
pro-Orangistische
meerderheid aan de macht brengen.
Daarom
pleegde het Voorlopig Bewind op 12 april 1831 zelf een staatsgreep en legde
de macht bij de
onverkozen II Association Nationale" van Gendebien.
Die ontketende een
golf van terreur tegen al wie ook maar van orangistische sympathieën
verdacht werd.
In de Vlaamse
steden waren de Nederlandsgezinden vogelvrij. Vandersmissen werd ontslagen.
Er
volgde een vreselijke
repressie, de eerste maar niet de laatste in de Belgische geschiedenis.
*
De burgemeester
van Antwerpen, Willem Andries de Caters, vluchtte naar Aken uit vrees voor
zijn leven
terwijl zijn
huis geplunderd werd, de lokalen van Nederlandsgezinde dagbladen gingen
in diverse steden in
vlammen op, terwijl
in Gent de Britse industrieel Dixon, een vriend van koning Willem, op straat
in elkaar
geslagen werd
door een bende hooligans die de Brabançonne zongen.
*
De Belgische
eerste minister, de liberale jurist Joseph Lebeau verklaarde dat -ik citeer-
de plunderingen bij
de orangisten,
hoe betreurenswaardig ook, een verschrikkelijke noodzakelijkheid zijn om
de vijanden van de
openbare orde
te beteugelen -einde citaat.
De geschiedenis van België begon zodoende in terreur
en onwettigheid.
Maar omdat de
Belgische onafhankelijkheid niet ongedaan te maken scheen, veranderde Londen
in april
1831 van tactiek.
Het verklaarde zich akkoord met de afscheuring van België op voorwaarde
dat de nieuwe
staat een voor
de Britten aanvaardbare koning kreeg. Dat werd prins Leopold van Saksen-Coburg,
een
aangetrouwd lid
van de Britse koninklijke familie.
Hij was de broer
van prinses Victoria van Saksen-Coburg, de moeder van de jonge Victoria
die in 1837
koningin van
Groot-Brittannië zou worden. Deze Victoria trouwde met haar kozijn,
Albert, de zoon van
Leopolds oudste
broer. Aldus kwamen twee takken van dezelfde Saksen-Coburg familie op de
troon in
Engeland zowel
als in België.
Zo kwam het dat
de Britten, zeker tot aan Victoria's dood in 1901, de grootste verdedigers
werden van de
Belgische belangen.
Niet zozeer uit
liefde voor de nieuwe staat België, maar wel omwille van het familiebelang
van de Coburgs.
Diezelfde familie
kwam in 1837 bovendien ook op de troon in Portugal terecht en had grote
belangen in
Oostenrijk.
Een aantal Britse
politici waren daar allerminst mee gediend.
Zo sprak Lord
Palmerston zeer afwijzend van de Oostenrijks-Portugese-Belgiclstlsche Coburg-kliek"
die het
in Londen voor
het zeggen had en de Britse belangen stelselmatig ondergeschikt maakte
aan die van de
Coburg-familie.
*
Madame Lieven,
de vrouw van de Russische ambassadeur in Engeland, schreef zelfs dat "Groot-Brittannië
zuchtte onder
de Belgische tirannie".
*
In België
zelf waren de Coburgs niet geliefd.
Er waren enkele
pogingen om de Belgische onafhankelijkheid ongedaan te maken. De orangisten
wonnen
zelfs in Brussel
de gemeenteraadsverkiezingen. In 1834 gingen in het land petities rond
met
sympathiebetuigingen
voor het Huis van Oranje. De namen van de ondertekenaars werden in de kranten
afgedrukt. Op
6 april 1834 besloot het Belgisch regime er een eind aan te stellen. Het
Belgisch leger dat
grotendeels uit
Fransen bestond, begon, zogezegd uit spontane sympathie met koning Leopold,
de huizen te
plunderen van
al wie van orangisme werd verdacht.
"Moet je nu wat
weten, mama", zo schreef Leopolds vrouw, koningin Louise-Marie, aan haar
moeder, "er is
hier een muiterij
aan de gang. Je zal me niet willen geloven, maar het is geen muiterij tegen
de regering,
maar voor de
regering.
*
" Verontwaardigde
buitenlandse diplomaten, zoals Lord Adair, de ambassadeur van Engeland,
en graaf
Dietrichstein,
de ambassadeur van Oostenrijk, begaven zich naar Leopold om te protesteren
ten voordele
van de orangisten.
De koning was zeer kortaf: "Ze krijgen waar ze om gevraagd hebben ", zei
hij.
*
De orangisten
waren door de terreur geïntimideerd, en de meesten trokken zich terug
als
kandidaten bij
de gemeenteraadsverkiezingen.
Alleen in Gent
durfden ze nog opkomen. Ze wonnen, maar de koning weigerde de orangist
Jozef van
Crombrugghe te
benoemen. In 1839 schreef een teleurgestelde Louis De Potter, die in 1830
een van de
vooraanstaande
leiders van de revolutie was geweest, dat er in de nieuwe staat minder
vrijheid was dan
vroeger onder
koning Willem en dat naar zijn mening België en Nederland herenigd
meesten worden. "Met
of zonder het
huis van Oranje-Nassau, dat doet er zelfs niet toe. " aldus De Potter.
*
In 1841 probeerden
een aantal ontevreden orangisten om koning Leopold te kidnappen. Ze hoopten
op die
manier de Nederlanden
te kunnen herenigen.
*
De leider van
de samenzweerders was de afgezette voormalige militaire commandant van
Antwerpen,
generaal Jacob
Vandersmissen. Het complot werd echter verraden. De generaals Vandersmissen
en
Vander Meere
werden gearresteerd. Ook de Belgische minister van Landsverdediging, generaal
Buzen, die
de samenzweerders
eigenhandig geholpen had bij het gieten van kogels ten huize Vandersmissen,
werd
opgepakt. Buzen
pleegde zelfmoord in de cel terwijl hij op zijn proces wachtte, en Vandersmissen
en Vander
Meere kregen
de doodstraf.
*
*
Ze waren echter
populair en de regering durfde de straf niet uitvoeren. Vander Meere kreeg
daarom gratie
op voorwaarde
dat hij naar Brazilië emigreerde -hetgeen hij ook deed. Jacob Vandersmissen
ontsnapte op
een nacht met
verbazend gemak uit de gevangenis, vluchtte het land uit en ,stierf in
1856 in ballingschap in
Duitsland.
*
Sommigen onder
u kennen misschien de naam Vandersmissen in een ander verband. De commandant
van
de Belgische
expeditietroepen die in 1863 in Mexico de lijfwacht vormde van de Mexicaanse
keizerin
Charlotte, die
een dochter van Leopold I was, heette Alfred Vandersmissen. Die Alfred
was een zoon van de
samenzweerder
Jacob Vandersmissen. Van Alfred wordt gezegd dat hij een affaire had met
de keizerin en
bij haar een
zoon verwekte, die later onder de naam Maxime Weygand carrière maakte
in het Franse leger
en het tot generaal
bracht. Het was Weygand die in 1940 de overgave van het Franse leger aan
Hitler
ondertekende.
Als dit verhaal waar is, dan waren de twee groot- vaders van Weygand, enerzijds
Leopold I
en anderzijds
Jacob Vandersmissen, de man die Leopold I had willen ontvoeren en van zijn
kroon beroven.
*
Zoals gezegd
konden Vander Meere en Vandersmissen bij de bevolking op ruime sympathie
rekenen. Toch
kwam het volk
niet in opstand toen de samenzweerders werden opgepakt.
De Vlamingen
kwamen nooit in opstand tegen België.
*
De reden is wellicht
de nuchterheid van het Vlaamse volk. VIaanderen is een plat en dichtbevolkt
land, zonder
bergen en uitgestrekte
bossen, en is dus niet geschikt voor een guerrillaoorlog.
Bovendien maakt
een opstand hier geen enkele kans op slagen indien men niet op buitenlandse
steun kan
rekenen. In alle
oorlogen en opstanden die Vlaanderen ooit in zijn geschiedenis tegen bezetters
heeft
gevoerd, heeft
het steun gehad van de Engelsen. Engelse steun is voor de Vlamingen onontbeerlijk.
Tegen
de Coburgs was
die steun er niet, omdat koningin Victoria haar nonkel Leopold steunde
door dik en dun.
*
In juli 1844
rapporteerde de Pruisische diplomaat graaf Konigsmarck aan zijn regering
vanuit
Antwerpen dat,
ik citeer: "koning Leopold in dit land even ongeliefd is als de koning
van Nederland
geliefd is".
Op hetzelfde moment schreef koningin Victoria echter in haar dagboek: "Nonkel
wordt zozeer
bewonderd, bemind
en zelfs verafgood door zijn onderdanen dat dit voor hem een grote steun
moet zijn in al
zijn vreselijke
moeilijkheden.
Laat dit dus
duidelijk zijn: tegen de Coburgs konden de VIamingen op de Britse steun
niet rekenen, zolang de
koningin van
Engeland zelf een Coburg was; Maar zonder Britse steun maakten de Vlamingen
geen enkele
kans.
*
In
1830 onstond een staat die geen geschiedenis
had,
geen taal en geen
wortels en geen volks eigen
Vorstelijk huis.
De Franse Bezetting maakte als een pletrol een
geheel
samengevoegd gebied van
verschillende staatjes,
Steden,graafschapjes
tot eigen
Franse bodem.
Een stuk daarvan werd door de Fransen Belgique genoemd!
Een jonge staat
Dit Belgique had niets uit te staan
met de Oostenrijkse Nederlanden.
,want die waren verwoest, noch met De Nederlanden en hun cultuur en taal,
noch
met de Franken van Carolus Magnus
en zeker
niets met de Romeinen en nog minder
met de oude Belgicae van Ceasar.
Zelfs
een fanatieke
Belgicistische historicus als
Lode Wils van het Davidsfonds kan geen
echt bewijs van een
historische achtergrond
voor Belgique aanbrengen.
Het
congres van Wenen richtte een sterke staat op door Noord Nederlanden
het deel van Frankrijk dat de
Fransen Belgique
noemden en Luxemburg bijeen te brengen. Die bufferstaat had de vrede in
Europa
kunnen bewaren.
*
In 1870 vernederden
de Vlamingen de Coburg-monarchie opnieuw door hun antimilitaristische houding.
Er
dreigde een oorlog
tussen Duitsland en Frankrijk. De Britten sloeg de schrik om het hart dat
Napoleon III
België zou
binnenrukken. Koningin Victoria schreef een brief aan haar kozijn, Leopold
II om hem ertoe aan te
zetten het Belgisch
leger te mobiliseren. Op 17 juli beloofde Leopold aan Victoria dat hij
binnen de week
60.000 man zou
stationeren langs de Belgische zuidgrens en 30.000 man in Antwerpen. De
gemeenten
werden aangeschreven
om alle mannen op te roepen die in de loop van de jaren 1860 militaire
dienst
hadden vervuld.
Vele gemeenten lieten echter weten dat ze van de meeste van deze mannen
geen benul
hadden waar die
uithingen en dat ze de middelen niet hadden op ze op te sporen. De miliciens
ware immers
doorgaans lotelingen
geweest. Alleen de armsten konden zich van loting niet vrijkopen en de
rijken die zich
erin geloot hadden
lieten zich vervangen door een arme. Bijgevolg deden alleen arme mensen
uit de
allerlaagste
klassen militaire dienst, maar die hadden dikwijls geen vast adres.
De mobilisatie
werd een catastrofe. Leopold kreeg niet de helft van zijn leger bij elkaar.
Victoria was
woedend. Terwijl
de oorlogsdreiging opliep, begon de Belgische regering bovendien ook nog
onderling te
kibbelen over
een binnenlandse politieke kwestie. Tot wanhoop van Leopold, viel de regering
op een
ogenblik dat
het land in doodsgevaar was. De politici trokken er zich geen barst van
aan en de bevolking al
evenmin. Er kwamen
verkiezingen die gewonnen werden door de anti-militaristische vleugel van
de
katholieke partij
en de pacifistische Meetingpartij. Het was alsof de Belgen aan Victoria
wilden zeggen "Wij
hebben dit land
niet gewild. Wij gaan er ook niet voor vechten. Als je het wil in stand
houden, vecht er dan zelf
maar voor".
*
De Britten brachten
hun vloot in staat van paraatheid. Napoleon III verklaarde de oorlog aan
Pruisen, maar de
Duitsers maakten
op een mum van tijd gehakt van de Fransen. Na de slag bij Sedan op 2 september
gaf
Napoleon zich
over en deed troonsafstand.
*
Leopold II, onzeker
dat de Belgen zouden vechten voor zijn koninkrijk, werd bang voor zijn
kroon en zijn geld.
Hij liet een
speciaal treinspoor aanleggen van het station van Schaarbeek naar het kasteel
van Laken, waar
een volledig
ondergronds station werd gebouwd. Hij gaf opdracht aan zijn privé-secretaris
baron Goffine om
de koninklijke
waardepapieren, zijn goud en zijn juwelen voortaan steeds vertrekkensklaar
te houden. Als er
zich nog eens
een militaire crisis zou voordoen, zou de koninklijke trein in Laken klaar
staan. De trein zou
richting Duitsland
gaan. "Wir sind doch eine Deutsche Familie" zei koning Leopold II
aan de Duitse architect
Stubben. De koning
bezat bovendien een kasteel in Niederfullbach nabij Coburg, waar hij waardevolle
kunstwerken en
een deel van zijn fortuin liet onderbrengen.
*
Het was duidelijk
dat de Belgen hun land niet hadden gewild en er ook niet wensten voor te
vechten. Daarom
ging Leopold
II zich vanaf 1870 met alle energie op een herziening van de militiewet
toeleggen. Hij wilde een
algemene dienstplicht
zodat in het leger de mannen ook wat Belgisch patriottisme kon worden bijgebracht.
De katholieken
wilden van die herziening van de militiewet niet weten, de flaminganten
evenmin. Het heeft
Leopold liefst
39 jaar gekost namelijk tot 1909 alvorens hij op zijn sterfbed de algemene
militaire dienstplicht
kon invoeren.
En ook toen werd die door het parlement slechts met een minieme meerderheid
goedgekeurd.
De goedkeuring
gebeurde echter wel net op tijd om het Belgisch leger min of meer in orde
te hebben bij het
begin van de
eerste wereldoorlog. Op het westelijke front begon die oorlog, zoals algemeen
bekend is,
omdat Duitsland
België binnenrukte tijdens zijn aanval op Frankrijk. De Britten die
zich in 1831 garant hadden
gesteld voor
de Belgische onafhankelijkheid en neutraliteit waren daardoor verplicht
zich aan de zijde van de
Belgen en de
Fransen in de oorlog te mengen. Als het de Fransen waren geweest die België
als eerste
hadden binnengevallen,
hadden de Britten verplicht geweest de kant van de Duitsers te kiezen.
De Britten
werden omwille
van België in de oorlog gezogen, en de Engelsen zouden steeds aan
Belgische kant
gevochten hebben,
ongeacht bij welk bondgenootschap België terecht zou zijn gekomen.
"
Groot-Brittannië
verloor in de eerste wereldoorlog miljoenen soldaten bij een oorlog waar
het strikt genomen
niets mee te
maken had. In feite betaalde Londen daarmee de zware en bloedige prijs
van zijn beslissing in
1831 om België
uiteindelijk toe te staan zich van Nederland af te scheuren.
Indien België
bij Nederland was gebleven, dan waren de Verenigde Nederlanden een sterke,
middelgrote
natie geweest,
die de Duitsers wellicht niet binnengerukt zouden zijn, dan had Groot-Brittannië,
net zoals in
1870, nooit betrokken
geraakt bij een Frans-Duitse oorlog, dan had de eerste wereldoorlog in
het westen
inderdaad beperkt
gebleven tot een oorlog tussen Frankrijk en Duitsland, die vermoedelijk
door Duitsland
gewonnen zou
zijn, of die minstens op een compromis zou zijn uitgelopen; dan had Duitsland
nooit de
vernederende
nederlaag geleden die het nu zou lijden, dan was er geen dictaat van Versailles
geweest; dan
had Hitler geen
kans gekregen; dan zou er vermoedelijk ook geen tweede wereldoorlog zijn
geweest en
geen jodenvervolging.
Er zijn dus argumenten om te zeggen, dat dit allemaal de schuld is geweest
van de
dwaze Belgische
revolutie van 1830.
Paul Belgicus
"Secessie"
Kijk ook naar htpp://www.members.lycos.nl/Alexanderc/nl.html
Hoe Belgisch was de Belgische omwenteling?
*
OP een paar uitzonderingen
na berust de leiding van de Omwenteling in handen van Waalse
en Franse personen.
Ven de Fransen
noemen wij baron ...CHAZAL,de latere organisator en chef van het Belgische
verfranste
LEGER
en CHARLES NIELLON,
opperbevelhebber van het eerste VRIJKORPS; van de oversten: bruggraaf
Charles de Culhat,
Adolf Ledouce, graaf de Pontécouland, Havel, leider van het PARIJSE
LEGIOEN, en
JENNEVAL-Dachet,
de dichter van de Brabançonne;
van de COMMANDANTEN
Mellinet,Lafeuillade en de beruchte dr.Grégoire
Franse helpers
treffen wij aanin de "Réunion centrale" en op de barricaden bij
de eerste straatrelletjes te
Brussel, op zittingen
van de clubs, trouwens, bij alle belangrijke gebeurtenissen.
Zien wij nu naar
enkele 'Belgische' leiders van de opstand: CHARLES en FIRMIN ROGIER, beide
woonachtig te
LUIK, zijn in Frankrijk geboren; GENDEBIEN, geboren te BERGEN, is Frans
door zijn
opleiding; de
Broeckère en de Cesses waren, evenals de Hertog van Ursel, dienaren
geweest van de
Keizer
Napoléon.
Graaf Frederik de Mérode is geboren te Maastricht,
maar is door
bloed verwantschap innig met Frankrijk gebonden;
hijzelf was gehuwd
met de Franse Gravin du Cluzel en verbleef sinds zijn huwelijk in Frankrijk;
zijn broers
Henri en Félix
waren gehuwd met nichten van de beroemde generaal La Fayette; zijn
vader was
'MEMBRE' de la
Légion d'Honneur;Surlet de Choklier, de latere regent, geboren te
Luik, was in dienst van
het Directoire
en zetelde later te Parijs in het 'corps Législatif'; de GERLACHE,
de president van het Nationaal
Congres was geboren
in de provincie Luxemburg en studeerde te Parijs, waar hij zich als advocaat
vestigde
tot 1818; Charles
Destouvelles, de vice-president van het Nationaal congres, was geboren
te Parijs;
Jean-Baptiste
NOTHOMB, lid van het bureau was geboren in de provincie Luxemburg en Joseph
Ralkem
zag het levenslicht
te Luik.
En zo gaat de
lijst verder, ook van gewone leden van het Nationaal Congres.
*
Merkwaardig:
12 gekozenen weigerde zitting te nemen in het Nationaal congres, onder
wie 9 die
in Vlaanderen
waren geboren...!
Trouwens uit
Parijs kwamen de steungelden en in Parijs werden het Frans-Belgisch legioen
en de
Frans Vrijschutterskorpsen
opgericht.
(- Uit de Geschiedenis
van Vlaanderen' deel 3, 1973, Heideland-Orbis,Hasselt.-)
..
*
Ce serait nous éloigner de la France,
et puisque nous sommes destinés à devenir Français,
ce
serait folie de donner à nos efforts une autre direction.'
Baron de Reifenberg - 1840 in een antwoord aan Jan Frans Willems.
(zie Willemsfonds
Vlaanderen u
verslagen en uitgekleed
Uit de krant:: "een ongewenste Leo Belgicus te Waterloo."
(Le Lion Belgique.)
Op 5 november
1826 rapporteerde het 'Journal de Bruxelles' dat er te Waterloo een reusachtige
Leeuw op
het slagveld
te Waterloo was opgericht.
*
(Deze Leeuw zou
uit het brons van buit gemaakte Franse kanonnen gegoten worden om de overwinning
op
de troepen van
Napoleon te herdenken en was dreigend naar FRANKRIJK gericht!)
*
De toevloed van
familieleden van oud soldaten en gesneuvelden, vooral Engelsen, was enorm
en de boeren
van de omliggende
hoeven deden onverwacht gouden zaken.
*
In 1831, toen
de conferentie van ongunstig oordeelde over de beslissingen van het voorlopig
bewind in het
kersverse België,
dreigden fransgezinde heethoofden ermee het monument van Waterloo neer
te halen.
De extreem fransgezinde
Alexandre Gendebien, de hoofdrolspeler in de Belgische politieke komedie,
riep
dat de Leeuw
van Waterloo afschuwelijk was. "het nageslacht (sic) kan er alleen maar
bij winnen wanneer
het verdwijnt".
*
Fransgezinden
trachtten de Hollandse Leeuw van zijn voetstuk te halen maar gingen op
de vuist met twee-
driehonderd boeren
die 'hun' broodwinning kwamen verdedigen.
*
Toen het Belgisch
leger in 1832 hulp kreeg van het Franse leger bij het verjagen van de Hollanders,zag
Gendebien de
kans schoon om een wetsontwerp in te dienen waarvan artikel 2 bepaalde:
'De Leeuw van
Waterloo zal gebruikt worden om er bommen en granaten van te maken ter
vrijwaring van
onze beide volkeren
(wij en de Fransen).
*
Het wetsontwerp
werd niet goedgekeurd maar er bleven mensen vragen om de Leeuw neer te
halen, dat
symbool van de
Hollandse onderdrukking! (sic)
*
In Vlaamse kringen
waar de vrees voor het Franse expansionisme zeer groot was ging men in
de Leeuw
een symbool van
verzet tegen Frankrijk gaan zien.
Bij de vijftigste
en de vijfenzeventigste verjaardag van de slag om Waterloo, zong men aan
de voet van het
monument 'Die
Wacht am Rhein' - 'Wien Neerlandsch bloed' - 'God save the King' en...'De
Vlaemsche
Leeuw'.
Maar geen 'Marseillaise'!
*
De Leeuw had
intussen ook tot de Waalse verbeelding gesproken, uiteraard in tegenovergestelde
richting.
Daar was immers
de Napoleonistische mythe gegroeid en de afkeer voor het 'Hollands' monument
dat maar
moest weggehaald
of ten minstens omgedraaid, niet meer zo uitdagend starend naar Parijs,
veranderd in
een symbool.
*
Er werd in 1928
voor het eerst een Francofone bedevaart naar Waterloo georganiseerd, die
ook na w.0.1,
met steeds minder
succes, plaats had.
*
Zo dichtte in
1840 nog Prudens van Duysse: die, zoals alle Vlaamse intelectuelen,
tegen de scheiding van
1830 was geweest
zijn
'Waterloosche
Leeuw ':
Daar staat hij
nog, spijt Franse, - spijt die verfranste slaven - voor deze zon verzinkend
in hun macht - daar
staat hij nog,
- ter wraak der heilge graven - van 't heldenvolk, - groot als ons voorgeslacht
- op 't hoog
gebergt.. , en
verder, : rijs, dierenvorst, - met ogen naar het Zuiden - dat gij verplette
in d'onvergeetbren strijd,
- wie vaderland
wil maken tot een weeuw, - gevoele uw klauw; - en stijg dan weer ten kimme,
o
Waterloosche
Leeuw!
(Le Lion Belgique.)(De
Hollandse Leeuw)
"Vlaamse Toeristen
Bond"
"V.T.B"
Er
is iets hallicinant in een volksopstand waar het volk de eigen
(Nederlandse)
taal vernietigt.
Dat maakt
de Belgische opstand uniek in de wereldgeschiedenis
Dat gebeurde
nooit, integendeel alle opstandige volken
streden
voor de volkstaal, niet voor de taal van een
of andere
elite!
1518, "Onse ghemeene Nederlandse
Tale”.
OMNI BELGICA LIBERTAS
AURO PRETlOSlOR
(DE NEDERLANDSE VRIJHEID
IS KOSTBAARDER DAN ALLE GOUD).
1674
Kijk ook naar htpp://www.members.lycos.nl/Alexanderc/nl.html
|