Zoals al bleek uit de eerste les, is er in het theater
altijd sprake van een wisselwerking tussen acteurs en publiek. De
rol die interactiviteit speelt in een voorstelling kan echter wel verschillen.
Zo zijn er voorstellingen waarbij de reacties van de toeschouwer erg belangrijk
zijn voor het verloop van de voorstelling, zoals bijvoorbeeld bij stand-up
comedy . Er zijn daarentegen ook voorstellingen waarbij de acteurs
de aanwezigheid van het publiek grotendeels negeren, en er dus weinig interactiviteit
plaatsvindt, zoals bij vierde wand
toneel.
De mate waarin een voorstelling interactief is, wordt
voor een groot deel bepaald door de theatermaker. Hij (of zij) heeft verschillende
middelen in handen om de wisselwerking tussen acteurs en toeschouwers te
sturen. Deze middelen zijn onder te verdelen in drie categorieën:
- Manier van
acteren
- Gebruik van
de ruimte
- Inhoud van het stuk