Een acteur kan op verschillende manieren acteren. De manier
die hij kiest, kan gevolgen hebben voor de interactiviteit van de voorstelling.
Een acteur kan zijn spel richten op het publiek, door het publiek rechtstreeks
aan te kijken, te reageren op dingen die uit de zaal komen, te praten met
de toeschouwers of zelfs de zaal in te gaan. Dit zag je ook bij het fragment van "Ifigeneia Koningskind". De acteurs stelden zichzelf aan de mensen in de zaal voor. Deze manier van acteren levert
een grote wisselwerking tussen acteur en publiek op. Een acteur kan er
echter ook voor kiezen om de aanwezigheid van het publiek grotendeels te
negeren. Hij hoort of ziet wel dingen in de zaal, maar hij reageert er
niet op. In dat geval is er sprake van weinig interactiviteit.
Foto: Zaal van de Schouwburg in Winterswijk