Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

 



Welkom
Ten ingeleide
Voorwoord
Inleiding
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Nawoord
Voetnoten
Bibliografie
Links
  Preambule, art. 1-4 van de Staatsregeling voor het Bataafse Volk, 1 mei 1798.
  A.Q.C. Tak, Dimensies van overheidshandelen, in: E.C.H.J. van der Linden, e.a., Spectraal recht?, Sdu Uitgevers, Den Haag, 1998, p. 3.
  J. Van der Hoeven, De drie dimensies van het bestuursrecht, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1989, p. 11.
  o.a. J.T. Buys in De strijd tussen staat en maatschappij uit 1874.
  R.J.N. Schlossels, Het besluitbegrip: doos van Pandora of hoofd van Medusa?, NTB 2000/1, p. 2.
  M. Scheltema, Van rechtsbescherming naar een volwaardig bestuursrecht, NJB 1996/33 p. 1356.
  Kortman, De beer is los, NJB 1327, p. 1327.
  F.J. van Ommeren en G.A. van der Veen, Het Awb-besluit, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1999, p. 87.
  R.J.N. Schlossels, Het besluitbegrip: doos van Pandora of hoofd van Medusa?, NTB 2000/1, p. 9.
  C.A.J.M. Kortmann, Weg met het Awb-besluit, RM Themis 1998/6 p. 190-191.
  M. Scheuder-Vlasblom, De Awb; het bestuursprocesrecht, Tjeenk Willink, Deventer, 2001, p. 3.
 
  Soeverein besluit van 11 december 1813 nr. 6.
  art. 165 Grondwet 1815. Door  "bij uitsluiting" op te nemen in het grondwetsartikel, wilde men een conflictenstelsel uitsluiten: Vegting, Het Algemeen Nederlands Administratiefrecht, 1975, 2e deel, p. 353.
  Ros-olymolen, Hoog Gerechtshof 28-10-1818.
  KB 5 oktober 1822, Stb. 44. Conflictenbesluit is volgens van der Pot (Handboek Nederlands Staatsrecht, 6e druk, p. 404) na 1830  slechts sporadisch toegepast. Zie ook: O. van Poelje, Het Conflictenbesluit en de politieke ondergang van C.F. van Maanen, Bw., 1984/2, p. 110-136.
  conflicten betroffen voornamelijk minder ingrijpende kwesties als: jachtrechten, heerlijke rechten, dijk- en polderzaken, wegenkwesties ed.
  W.G. Vegting, Het algemeen Nederlands administratiefrecht, Samsom, Alphen a/d Rijn, 1957, 2e deel, p. 355.
  J.P. de Jong, Bestuursrecht van vreemde herkomst, Tjeenk Willink, Zwolle, 1988, p. 160.
  o.a. in Aantekeningen op de Grondwet van 1841,  in zijn Themis-artikel van januari 1847 over de Blanket-wet, Bijdragen tot grondwetsherziening.
  Wet op de Raad van State van 1861.
   Niet de toetsing van de rechtmatigheid van de beslissing staat centraal maar de bescherming van de subjectieve rechten en aanspraken van de burger. J.P. de Jong, Bestuursrecht van vreemde herkomst, Tjeenk Willink, Zwolle, 1988, p. 192.
  Twistgedingen over eigendom, schuldvorderingen en dergelijke.
  Door art. 76 Grondwet 1887 kon de Raad van State worden aangewezen als administratieve rechter.
  Enkel bij de schending van een waarborgnorm is er sprake van een rechtsgeschil.
  arrest Vrouwe Elske HR 29-05-1896. Zie ook arrest Rhedense Koe HR 21-04-1898.
  G.E. van Maanen, De wonderbaarlijke geschiedenis van de onrechtmatige overheidsdaad in de 19e en 20e eeuw, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1996, p.73-75 en J. van der Hoeven, De drie dimensies van het bestuursrecht, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1989, p. 142-145.
  Arrest Boels/B&W van Rotterdam 10-05-1901 en Arrest Sloot op de Ligger, HR 09-05-1902.
  Beroepswet van 8 december 1902, Stb. 208.
  Wetboek van Administratieve Rechtsvordering, Wijziging van de Wet op de Rechterlijke Organisatie en de Wet op de Reorganisatie van de Rechterlijke Macht.
  J. van der Hoeven, De drie dimensies van het bestuursrecht, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1989, p. 94.
  Afzonderlijke kamers bij de rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad.
  J.P. de Jong, Bestuursrecht van vreemde herkomst, Tjeenk Willink, Zwolle, 1988, p. 207.
  J. van der Hoeven, De drie dimensies van het bestuursrecht, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1989, p. 135.
  Wet op de inkomstenbelasting van 19 december 1914, Stb. 564.
  Wet van 29 juli 1918, Stb. 494.
  Ambtenarenwet van 12 december 1929.
  Arrest Osterman, HR 20-11-1924, NJ 1925, 89.
  Besluiten zijn beslissingen van een administratief orgaan welke enig rechtsgevolg teweeg brengt.
  Uitgezonderd: beslissingen van ministers of de Kroon in administratief beroep genomen, als de beslissing niet afweek van het advies van de Raad van State.
  De administratieve gerechten zouden bestaan uit de voorzitters van de Raden van Beroep.
  G.M. Schipper, Compendium algemeen bestuursrecht, Den Boer, Vlissingen, 4e druk, p. 154.
  Hieronder wordt ook verstaan het verbod ven 'detournement de pouvoir'.
  G.A. van Poelje, Nederlands Bestuursrecht, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1962, p. 336.
  F.C.M.A. Michiels, De Arob-beschikking, VUGA Uitgeverij, 's-Gravenhage, 1987, p. 50.
  art. 5 Wet Arbo
  F.C.M.A. Michiels, De Arob-beschikking, VUGA Uitgeverij, 's-Gravenhage, 1987, p. 49.
  G.A. van Poelje, Nederlands Bestuursrecht, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1962, p. 338.
  Beroep staat open indien: de beschikking met een algemeen voorschrift strijdt; het administratief orgaan van zijn bevoegdheid kennelijk tot een ander doel gebruik heeft gemaakt dan tot de doeleinden, waartoe die bevoegdheid gegeven is; het lichaam bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het besluit of de handeling heeft kunnen komen; het lichaam heeft beschikt in strijd met een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur.
  Kamerstukken II 1988/89, 21 221, nr. 3 p. 4.
  J. van der Hoeven, De drie dimensies van het bestuursrecht, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1989, p. 210.
  C. Kruyskamp, van Dale Groot Woorderboek der Nederlandse Taal, Martinus Nijhoff, Den Haag, 1976, deel 1, p. 282 en p. 279.
  Onder besluiten verstond Loeff elke uitspraak als zodanig die enig publiekrechtelijk rechtsgevolg teweeg brengt.
  In "De vormen van het besturen" in het "Algemeen Deel van Nederlandsch Bestuursrecht" uit 1932
  "Het Vertegenwoordigend Lichaam regelt, binnen zes Maanden na Deszelfs eerste zitting, bij eene uitdrukkelijke Wet, het Armen-bestuur over de gehele Republiek. Deze Wet bepaalt de algemene voorschriften en plaatselijke beschikkingen, hiertoe vereischt."
  "Ten einde van deze medewerking te doen blijken, zullen alle koninklijke besluiten en beschikkingen moeten voorzien zijn van de mede-onderteekening van het Hoofd van het Ministerieel Departement waartoe dezelve behooren"
  In "Beginselen van het Nederlandsch Administratief recht" uit 1927.
  "Indien men de beschikking van het besluit wil onderscheiden zal men moeten aannemen, dat aan de beschikking in tegenstelling met het besluit noodwendig een handeling, wensch of verlangen van hen, voor wie zij wordt genomen, ten grondslag liggen moet. Daartegenover kan van een vergunning slechts worden gesproken, wanneer een besluit dat dezen naam draagt, een daarop gericht verzoek van belanghebbenden is vooraf gegaan."
  Materiele daden van bestuur zijn feitelijke handelingen; ze bewerkstelligen enkel een verandering in de materiele wereld, maar niet in het recht.
  Rechtshandelingen waarvoor de overheid gebruik maakt van het privaatrecht.
  Zoals publiekrechtelijke overeenkomsten.
  Van de Pot, De vormen van het besturen, in Algemeen Deel van het Nederlandsch Bestuursrecht, 1932.
  W. Jellinek, Verwaltungsrecht, Bad Homburg v.d. Hohe, Berlin, 1966, p. 246.
  J.P. de Jong, Bestuursrecht van vreemde herkomst, Tjeenk Willink, Zwolle, 1988, p. 272.
  "Een beschikking is een rechtshandeling waardoor een bestuursorgaan overeenkomstig of krachtens een algemeen verbindend voorschrift in het bijzondere geval eenzijdig de wederzijdse rechten en plichten vaststelt."
  Art. 2 Ontwerp Wet Bab.
  Art. 7 Ontwerp Wet Odol.
  Wet van 20 juni 1963, Stb. 268. In werking getreden op 1 januari 1964.
  Art. 2 Wet Bab.
  Zo werd de aanschrijving tot bestuursdwang niet als een beschikking aangemerkt.
  B. De Goede, Beeld van het Nederlands bestuursrecht, Vuga Boekerij, Den Haag, 1977, p. 83.
  KB 16-07-1971 nr. 26 en KB 20-07-1970 nr. 12.
  J.H. ven Kreveld en A.A.M.F. Staatsen, Casus, vragen en teksten bestuursrecht, Tjeenk Willink, Groningen, 1974, p. 50.
  J.H. van Kreveld en M. Scheltema, Parlementaire geschiedenis van de Wet Arob, Tjeenk Willink, Groningen, 1976, p. 145-146.
  J.H. van Kreveld en M. Scheltema, Parlementaire geschiedenis van de Wet Arob, Tjeenk Willink, Groningen, 1976, p. 154.
  'besluiten, handelingen en weigeringen' in  Ambtenarenwet en Wet Arbo.
  Art. 2 Wet Arob.
  'Met een beschikking wordt een weigering om een beschikking te nemen gelijk gesteld. Het administratief orgaan wordt geacht het geven van een beschikking te hebben geweigerd, wanneer de wettelijk gestelde termijn voor het nemen van een beschikking is verstreken, zonder dat een beschikking is gegeven of -bij ontbreken van zulk een termijn- wanneer niet binnen redelijke termijn een beschikking is gegeven.'
  Lid 1. Onder administratief orgaan verstaat deze wet iedere persoon en ieder college, met enig openbaar gezag binnen Nederland bekleed, uitgezonderd:
"        de wetgevende macht;
"        de Kamers der Staten-Generaal;
"        de Algemene Rekenkamer;
"        de rechterlijke macht;
"        overige personen of colleges, geheel of ten dele met rechtspraak belast en te dien aanzien van het openbaar bestuur onafhankelijk voor zover het deze rechtspraak betreft;
"        de Octrooiraad en de Raad voor het Kwekersrecht;
"        organen van openbare lichamen voor beroep en bedrijf, als bedoeld in hoofdstuk V van de Grondwet;
"        organen, op wier handeling de rechterlijke macht toeziet en wel voor zover het deze handelingen betreft;
"        de Nationale ombudsman.
Lid 2. Onder organen, in het vorige lid onder b tot en met h bedoeld, zijn begrepen de voorzitters, de leden, de commissies uit hun midden, de griffiers en de secretarissen.
  F.C.M.A. Michiels, De Arob-beschikking, VUGA Uitgeverij, 's-Gravenhage, 1987, p. 68.
  J.G. Steenbeek, Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen, VUGA, 's-Gravenhage, 1988, p. 82.
  ABRvS 29-12-1976.
  Van Wijk/Konijnenbelt, Hoofdstukken van Bestuursrecht, Elsevier, Den Haag, 1999, p. 190.
  J.B.J.M. ten Berge, Besturen door de overheid, Tjeenk Willink, Deventer, 1998, p. 142.
  W. Konijnenbelt, Hoofdlijnen van administratief recht, VUGA, Den Haag, 1997, p. 45-46.
  J.B.J.M. ten Berge, Nieuw bestuursprocesrecht, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1994, p. 41.
  E.J. Daalder en G.R.J. de Groot, De parlementaire geschiedenis van de Algemene Wet Bestuursrecht. Eerste tranche, Samsom, Alphen aan der Rijn, 1993, p. 133.
  F.H. van der Burg, P.J.J. van Buuren en J.H.  AB klassiek, Tjeenk Willink, Deventer, 1977,  p. 326.
  M. Schreuder-Vlasblom, De awb; het bestuursprocesrecht,Tjeenk Willink, Deventer, 2001, p. 36.
  Art. 3:33 BW: een rechtshandeling is een op rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
  H.J. Simon, Handleiding Awb-praktijk, Sdu Uitgevers, 's-Gravenhage, 1998, p. 38.
  TK 1988-1989, 21 221, nr. 3, p. 39.
  TK 1990-1991, 21 221, nr. 5, p. 37.
  Nota naar aanleiding van het eindverslag ontvangen 13 april 1993, TK, 1992-1993 22 601, nr. 9.
  E.J. Daalder, G.R.J. de Groot , De parlementaire geschiedenis van de Algemene Wet Bestuursrecht. Tweede tranche, Samsom, Alphen aan der Rijn, 1994, p. 384.
  Art. 6:3 Awb: "Een beslissing inzake de procedure ter voorbereiding van een besluit is niet vatbaar voor bezwaar of beroep, tenzij die beslissing de belanghebbende los van het voor te bereiden besluit rechtstreeks in zijn belang treft."
  ABRvSt. : 24-01-1995, JB 84; 16-06-1998, AB 311; 13-07-200, AB 307; 10-07-1998, Gemst. 7104, 6; 29-02-2000, JB 104; 01-08-2000, JB 270.
  MvT, E.J. Daalder, G.R.J. de Groot , De parlementaire geschiedenis van de Algemene Wet Bestuursrecht. Tweede tranche, Samsom, Alphen a/d Rijn, 1994, p. 377.
  Nota naar aanleiding van het eindverslag, zie: E.J. Daalder, De parlementaire geschiedenis van de Algemene Wet Bestuursrecht. Tweede tranche, Samsom, Alphen a/d Rijn, 1994, p. 212.
  E.J. Daalder, G.R.J. de Groot, De parlementaire geschiedenis van de Algemene Wet Bestuursrecht. Tweede tranche, Samsom, Alphen a/d Rijn, 1994, p. 391.
  E.J. Daalder, G.R.J. de Groot, De parlementaire geschiedenis van de Algemene Wet Bestuursrecht. Tweede tranche, Samsom, Alphen aan der Rijn, 1994, p. 381.
  MvT,  E.J. Daalder, G.R.J. de Groot, De parlementaire geschiedenis van de Algemene Wet Bestuursrecht. Tweede tranche, Samsom, Alphen a/d Rijn, 1994, p. 381.
  Lid 1. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit waartegen beroep bij een andere administratieve rechter kan of kon worden ingesteld.
Lid 2. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit waartegen administratief beroep kan worden ingesteld of door de belanghebbende kon worden ingesteld.
  E.J. Daalder, G.R.J. de Groot, De parlementaire geschiedenis van de Algemene Wet Bestuursrecht. Tweede tranche, Samsom, Alphen a/d Rijn, 1994, p. 396.
  W. Konijnenebelt, Hoofdlijnen van administratief recht, VUGA Uitgeverij, Den Haag, 1997, p. 50-51.
  Voorzitter Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State 14-11-1994, JB 1994, 350.
  J.B.J.M. ten Berge, Nieuw Bestuursprocesrecht, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1994, p. 65.
  Van Wijk/Konijnenbelt, Hoofdstukken van bestuursrecht, Elsevier, Den Haag, 1999, p. 199.
  Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 21-11-1996, MenR 1997, 44.
  Concretiserende besluiten.
  Van Wijk/Konijnenbelt, Hoofdstukken van bestuursrecht, Elsevier, Den Haag, 1999, p. 464.
  A.Q.C. Tak, De overheid in het maatschappelijk rechtsverkeer, Sdu, Den Haag, 1999, p. 19-27. en A.Q.C. Tak, De overheid in het burgerlijk recht, VUGA , Den Haag, 1997, p. 225-263.
  ABRvS, 10-04-1995, AB 1995, 498; Pres. Rb. Den Haag 18-05-1994, AB 1995, 112; ABRvS,  29-09-1993, AB 1995, 144; ABRvState, 18-02-1999, AB 1999, 143.
  J.H. van Kreveld en M. Scheltema, Parlementaire geschiedenis van de Wet Arob, Tjeenk Willink, Groningen, 1976, p. 142.
  Door het aanmerken van een besluit als een beslissing inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling (art. 1:3 Awb), worden  privaatrechtelijke rechtshandelingen van de overheid uitgezonderd.
  Art. 5:1 BW
  A.Q.C. Tak, De overheid in het maatschappelijk rechtsverkeer, Sdu , Den Haag, 1999, p. 19-27.
  A.Q.C. Tak, De overheid in het maatschappelijk rechtsverkeer, Sdu , Den Haag, 1999, p. 26-27.
  F.C.M.A. Michiels, De beschikking en andere bestuurshandelingen, NTB 1993/4 p. 160.
  Van Wijk/Konijnenbelt, Hoofdstukken van bestuursrecht, Elsevier, Den Haag, 1999, p. 778.
  O.a. Onteigeningswet, art. 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening.
  ABRvS, 06-05-1997, AB 1997, 229; ABRvS State, 29-11-1996, JB 1996, 253; ABRvS, 18-02-1997, JB 47, Gst. 7052 6.
  ARRvS, 18-11-1987, AB 1987, 554; ARRvS, 16-05-1990, AB 1991, 422.
  ARRvS, 06-05-1997, AB 1997, 229.
  ARRvS, 06-05-1997, AB 1997, 229.
  Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 06-05-1997, AB 1997, 229 (connexiteitsvereiste).
  Hoge Raad, 25-011-1977, AB 1978, 1.
  Hoge Raad 17-12-1999, NJ 2000, 89.
  MvT,  E.J. Daalder, G.R.J. de Groot, De parlementaire geschiedenis van de Algemene Wet Bestuursrecht. Tweede tranche, Samsom, Alphen a/d Rijn, 1994, p. 474.
  Hoge Raad 17-12-1999, NJ 2000, 89.
  Hoge Raad, 27-04-2001, nr. C99/177HR nog niet verschenen
  MvT,  E.J. Daalder, G.R.J. de Groot, De parlementaire geschiedenis van de Algemene Wet Bestuursrecht. Tweede tranche, Samsom, Alphen a/d Rijn, 1994, p. 474.
  A.Q.C. Tak, Verhoogde rechtsbescherming!, NJB 2000/5, p. 273.
  J.M. Polak, Het zelfstandige schadebesluit. Een zaak voor de wetgever, NJB 1997/29, p. 1326; J.M. Polak, Het zelfstandige schadebesluit in de wet, NJB 2000/6 p. 317.; A. Bruining, De wetgever is nog niet uitgedacht, NJB 2001/14, p. 660.
  L.J.A. Damen, De winkelwagen in Ubbergen, Rechtspraak Bestuursrecht 1996-1997, Vuga Uitgeverij, Den Haag, 1998, p. 97.
  C.A.J.M. Kortmann, De grondwet en de jurisprudentie inzake het zelfstandig schadebesluit, NJB 1997, p. 1328.
  Voorbeeld: art. 57-57b WAO.
  zie o.a. : C. Bollen, Verknoeit het Europese recht ons bestuursrecht, in: M.A. Heldeweg e.a., Uit de school geklapt, Sdu Uitgevers, Den Haag, 1999, p. 39-63.
  Memorie van Toelichting, zie: TK 1991-1992,  22 495, nr. 3, p. 246.
  Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 21-10-1996, AB 1996, 496.
  F.J. van Ommeren, Op weg naar publiekrechtelijk vermogensrecht, NTBR 1998/4, p. 117.
  A.P. Klap en F.J. van Ommeren, Kronieken Bestuurshandelingen, NTB 2001/2 p. 47
  F.J. van Ommeren, Het bestuurlijk oordeel als rechtsvaststellend besluit?, JB Plus 2000 p. 113-124.
  Art. 8.19 Wmb.
  ABRvS, 16-06-1987, AB 1987, 403; ABRvS, 03-07-1987, AB 1987, 404; ABRvS, 31-03-1989, AB 1989, 405; ABRvs, 06-06-1994, AB 1994, 586.
  ABRvS, 19-07-1988, Gst. 6870 7.
  ABRvS, 17-03-1995 AB 1995, 497; ABRvS, 13-09-1995, AB 1995, 602.
  ABRvS, 16-10-1997, AB 1977, 438; ABRvS, 16-10-1997, AB 1997, 439.
  F.J. van Ommeren, Kronieken Bestuurshandelingen, NTB 1998/7, p. 225.
  ARRVS, 12-05-1978, Gst. 6566 3.
  ABRvS, 01-04-1996, Gst. 1998, 7068 5
  Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 15-09-1997, AB 1998, 8
  A.P. Klap en F.J. van Ommeren, Kronieken Bestuurshandelingen, NTB 200/6, p. 191.
  Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 13-06-2000, JB 2000, 217.
  F.J. van Ommeren, Kronieken Bestuurshandelingen, NTB 1998/7, p. 225.
  Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 20-11-1998, AB 1999, 82.
  R.J.N. Schlossel, Het besluitbegrip: doos van Pandora of heeft van Medusa?, NTB 2000/1 p. 3.
  Van Wijk/Konijnenbelt, Hoofdstukken van bestuursrecht, Elsevier, Den Haag, 1999, p. 464.
  Vz. ARRvS, 20-02-1992, AB 1993; ARRvS, 15-04-1994, AB, 619; ARRvS, 12-06-1997, AB 343.
  F.C.M.A. Michiels, Kronieken. De beschikking, NTB 1993/4 p. 158.
  F.J. van Ommeren, Kronieken Bestuurshandelingen, NTB 1996/2, p. 71.
  R.J.N. Schlossel, Het besluitbegrip: doos van Pandora of heeft van Medusa?, NTB 2000/1 p. 3.
  D.W.P. Ruiter, Zelfstandige schadebesluiten: rechtschepping of rechtsvaststelling, NTB 1998/9 p. 281-289 en D.W.P. Ruiter, Naschrift, NTB 1999/2, p. 31 en F.J. van Ommeren, Kronieken Bestuurshandelingen, NTB 1999/4, p. 101.
  Onder meer op basis van art. 6 EVRM.
  J. van der Hoeven, De drie dimensies van het bestuursrecht, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1989,  p. 194-195.
  K. Verrycken, Fundamentele filosofie, Universitas, Antwerpen, 1993, p. 27.
  A.J. Hoekema, Legitimiteit door legaliteit, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1991, p. 29.
  M.A. Heldeweg, Dimensies van overheidsbevoegdheid: ongeschreven en impliciete bevoegdheden, in: E.C.H.J. van der Linden, e.a., Spectraal recht?,  Sdu, Den Haag, 1998, p. 71.
  Zie hierin ook de invloed vanuit de psychologie van Sigmud Freud.
  A.A.M. Kinneging, De Schotse Verlichting, in : P.B. Cliteur e.a., Filosofen van het klassieke liberalisme, Kok Agora, Kampen, 1993., p. 135-149.
  Met het begrip 'staat' wordt het publiekrechtelijk gemeenschapsverband aangeduid. Het begrip 'overheid' wordt verstaan als de belichaming van de staat in verschillende overheidslichamen en overheidsorganen. De term 'bestuur' wordt gereserveerd voor de uitvoering van overheidsbeslissingen; de uitvoerende macht.
  J. Ph. De Monte Verloren/Spruit, Hoofdlijnen uit de geschiedenis van de rechterlijke organisatie in de Noordelijke Nederlanden tot aan de Bataafse omwenteling, 2000, p. 97-106.
  J. Ph. De Monte Verloren/Spruit, Hoofdlijnen uit de geschiedenis van de rechterlijke organisatie in de Noordelijke Nederlanden tot aan de Bataafse omwenteling, 2000, p. 164-169.
  J. Ph. De Monte Verloren/Spruit, Hoofdlijnen uit de geschiedenis van de rechterlijke organisatie in de Noordelijke Nederlanden tot aan de Bataafse omwenteling, 2000, p. 58-65.
  Bij voorbeeld de Magna Carta.
  J. Ph. De Monte Verloren/Spruit, Hoofdlijnen uit de geschiedenis van de rechterlijke organisatie in de Noordelijke Nederlanden tot aan de Bataafse omwenteling, 2000, p. 197.
  J. Ph. De Monte Verloren/Spruit, Hoofdlijnen uit de geschiedenis van de rechterlijke organisatie in de Noordelijke Nederlanden tot aan de Bataafse omwenteling, 2000, p. 249-262.
  F. Van Dun, Rousseau's du Contrat Social, in Metajuridica, Universiteit Maastricht, 1998, p. 73-83: Rousseau kent de staat een bijna onbegrensde macht toe. De burgers moeten niet handelen volgens hun eigen belang maar dienen  de volonte general als uitgangspunt te nemen. Daarbij krijgt de overheid de mogelijkheid, om de onwetende burger op te voeden.
  Rouseau stelt in Hoofdstuk 6 van 'Du Contrat Social': "Nu kunnen mensen het getal van hun natuurlijke vermogens niet uitbreiden; ze kunnen enkel de krachten die ze hebben verenigen en leiden."
  Art. 2.Het Maatschappijlijk Verdrag wijzigt, noch beperkt, de natuurlijke regten van den Mensch, dan in zoo verre dat zulk ter bereikinge van dat oogmerk, noodzakelijk is.
  F. Van Dun, Rousseau's du Contrat Social, in Metajuridica, Universiteit Maastricht, 1998, p. 77.
  A.M. Hol, Jerremy Bentham, , in : P.B. Cliteur e.a., Filosofen van het klassieke liberalisme, Kok Agora, Kampen, 1993., p. 152-153.
  Zo zien liberale denkers, zoals onder meer Gustave de Molinari, een zeer beperkte taak voor de overheid, aangezien bijna alle problemen kunnen worden opgelost door burgers. Sociaal-democraten daarentegen zien een veel grotere rol weggelegd voor de overheid.
  H.E.S. Woldring, Politieke filosofie: een systematische inleiding, Het Spectrum, Utrecht, 1993, p. 128-129.
  C.B. Macpherson, The life and times of Liberal Democracy, Oxford Univesity Press, 1989, p. 50.
   H.E.S. Woldring , Politieke filosofie: een systematische inleiding, Het Spectrum, Utrecht, 1993, p. 130.
  Lid 1.Het oogmerk der maatschappijlijke vereniging is beveiliging van persoon, leven, eer en goederen en beschaving van verstand en zeden.
Lid 3. Alle Leden der Maatschappij hebben, zonder onderscheiding van geboorte, bezitting, stand of rang, eene gelijke aanspraak op derzelver voordelen.
  A.J. Hoekema, Legitimiteit door legaliteit, over het recht van de overheid, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1991, p. 9-10.
  A.J. Hoekema, Legitimiteit door legaliteit, over het recht van de overheid, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1991, p. 13.
  A.J. Hoekema, Legitimiteit door legaliteit, over het recht van de overheid, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1991, p. 66 ev.
  Art. 4. Ieder Burger is volkomen vrij, om te beschikken over zijne goederen, inkomsten, en de vruchten van zijn vernuft en arbeid, en voords, om alles te doen, wat de regten van eenen andere niet schend
  M.A. Heldeweg, De Maastrichtse School, in: M.A. Heldeweg, e.a., Uit de school geklapt?, Sdu Uitgevers, Den Haag, 1999, p. 21.
  M.A. Heldeweg, De Maastrichtse School, in: M.A. Heldeweg, e.a., Uit de school geklapt?, Sdu Uitgevers, Den Haag, 1999, p. 21.
  Van Wijk/Konijnenebelt , Hoofdstukken van bestuursrecht, Elsevier, Den Haag, 1999, p. 70.
  F.J. van Ommeren, De verplichting verankerd, Tjeenk Willink, Deventer, 1996.
  Art. 81 Gw.
  R.J.N. Schlossels, Het Specialiteitsbeginsel, Sdu Uitgevers, den Haag, 1998, p. 17.
  A.J. Hoekema, Legitimiteit door legaliteit, over het recht van de overheid, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1991, p. 1.
  R. De Winter, Azen op tegenslag, Lelystad, 1994, p. 14 ev.
  S. F. Moore, Recht en maatschappelijke verandering, in: J. Griffiths, De sociale werking van het recht, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1996, p. 139-159.
  R.J.N. Schlossels, Het Specialiteitsbeginsel, Sdu Uitgevers, den Haag, 1998, p. 24.
  N. Verhey, Alleen de wet heerscht over ons, Publiek domein , mei 1989, p. 190.
  Art. 3:3 Awb.
  Van Wijk/Konijnenebelt, Hoofdstukken van bestuursrecht, Elsevier, Den Haag, 1999, p. 74.
  Art. 1 Gw.
  A.J. Hoekema, Legitimiteit door legaliteit, over het recht van de overheid, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1991, p. 17.
  M.A. Heldeweg, Dimensies van overheidsbevoegdheid: ongeschreven en impliciete bevoegdheden, in: E.C.H.J. van der Linden, Spectraal recht?, Sdu, Den Haag, 1998, p. 67.
  R.J.N. Schlossels, Het Specialiteitsbeginsel, Sdu Uitgevers, den Haag, 1998, p. 30.
  Wat Bohtlingk het algemeenheidsbelang noemt, zie: F.R. Bohtlingk en J.H.A. Logemann, Het wetsbegrip in Nederland, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1966.
  A.Q.C. Tak en Ter Spil, De beschikking sine lege, VAR-preadvies 1981, p. 33-34.
  Van Wijk/Konijnenebelt , Hoofdstukken van bestuursrecht, Elsevier, Den Haag, 1999, p. 71-72.
  In het Sundat Times arrest (EHRM 26-04-1979, NJ 1980, 46) werd nader bepaald wat 'prescribed by law' betekent. "Firstly, the law must be adequatly acessible: the citizen must be able to have an indicator that is adequate in the circumstances of legel rules applicable to a given case. Secondly, a norm cannot be regarded as 'law' unless it is formulated with sufficient precision to enable the citizen to regulate his conduct: he must be able -if need be with appropriate advice- to forsee, to a degree that is reasonable in the circumstances, the consequences wich a given action may entail."
  Hoge Raad 13-01-1879.
  R.J.N. Schlossels, Het Specialiteitsbeginsel, Sdu Uitgevers, den Haag, 1998, p. 102.
  Hoge Raad 22-06-1973, NJ 1973, 386.
  Hoge Raad, 08-10-1993, Rawb 1995, 44.
  A.Q.C. Tak, De overheid in het burgerlijk recht, VUGA Uitgeverij, 's-Gravenhage, 1997, p. 29.
  Voorbeeld Toeristenbelasting Marken
  Zoals dienstplicht, leerplicht.
  Hoge Raad 09-01-1998, AB 1999, 149 inzake Arubaanse huiszoeking.
  Van Wijk/Konijnenebelt, Hoofdstukken van bestuursrecht, Elsevier, Den Haag, 1999, p. 71.
  A.Q.C. Tak en Ter Spil, De beschikking sine lege, VAR-preadvies 1981, p. 29-79.
  Buitenwettelijk bestuur is alle bestuur dat niet zijn grond vindt in enig wettelijk voorschrift.
  Onder meer subsidies. Hiervoor is nu een wettelijke regeling opgenomen in Awb. Art. 4:23 Awb: "een bestuursorgaan verstrekt slechts subsidie op grond van een wettelijk voorschrift dart regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt". Onder 'wettelijk voorschrift' worden ook AmvB's verstaan, deze mogen slechts vier jaar gelden (lid 2). Op basis hiervan zijn algemene kaderwetten gemaakt (vb. Kaderwet EZ-subsidies). Daarnaast zijn er regelingen omtrent subsidies opgenomen in de Financiële Verhoudingswet, waarvan art. 17 lid 1 bepaalt dat "specifieke uitkeringen worden geregeld bij of krachtens wet". Tijdelijke specifieke uitkeringen kunnen gedurende vier jaar op basis van een AmvB worden genomen (lid 3 en 4). Een eenmalige specifieke uitkering kan volgens het vijfde lid worden geregeld bij Ministeriele verordening.
  Ook hiervoor is ten dele verandering gekomen door de Wet Bijzondere Opsporingsbevoegdheden.
  A.Q.C. Tak en Ter Spil, De beschikking sine lege, VAR-preadvies 1981, p. 32-33.
  Hoge Raad 14-01-1949, NJ 1949, 557. Zandvoortse woonruimteverordening.
  Hoge Raad 25-02-1949, NJ 1949, 558. Doetinchemse woonruimteverordening.
  Hoge Raad 04-01-1963, NJ 1964, 202. Landsmeer.
  Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voorzover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit.
  Het bestuursorgaan gebruikt de bevoegdheid tot het nemen van een besluit niet voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is verleend.
  R.J.N. Schlossels, Het Specialiteitsbeginsel, Sdu Uitgevers, den Haag, 1998, p. 200-202.
  R.J.N. Schlossels, Het Specialiteitsbeginsel, Sdu Uitgevers, den Haag, 1998, p. 253-341.
  R.J.N. Schlossels, Het Specialiteitsbeginsel, Sdu Uitgevers, den Haag, 1998, p. 270.
  R.J.N. Schlossels, Het Specialiteitsbeginsel, Sdu Uitgevers, den Haag, 1998, p. 294-295.
  R.J.N. Schlossels, Het Specialiteitsbeginsel, Sdu Uitgevers, den Haag, 1998, p. 321.
  N. Verhey, Deuken in het ideaal, Publiek Domein, 1989, p. 237-242.
  E.C.M. Jurgens, De mythe van Meerenberg, NJB 1993/39, p. 1382.
  E.C.M. Jurgens, De mythe van Meerenberg, NJB 1993/39, p. 1382.
  H.D. Stout, Het labyrint van de wetgeving en de alternatieve strategieën van De Ru, RegelMaat, 1994/3 p. 97.
  C.M.Th. Lindo, Prikkelend privaatrecht als alternatief voor wetgeving, NJB 1993/39, p. 1406-1410.
  N. Verhey, Deuken in het ideaal, Publiek Domein, 1989, p. 241.
  M. Scheltema, Van rechtsbescherming naar een volwaardig bestuursrecht, NJB 1996/33, p. 1358.
  E.C.M. Jurgens, De mythe van Meerenberg, NJB 1993/39, p. 1386.
  A.Q.C. Tak, De overheid in het privaatrecht, VUGA Den Haag, 1997, p. 49.
  J.M.H.F. Teunissen en A.Q.C. Tak, Recht ist was der Umwelt nutzt?, NJB 1994/18 pag 609-612.
  A.Q.C. Tak, De overheid in het maatschappelijk rechtsverkeer, Sdu Uitgevers, 's-Gravenhage,  1999, p. 26.
  F.J. van Ommeren, Op weg naar een publiekrechtelijk vermogensrecht, NTBR 1998/4 p. 115-123.
  H.J. De Kluiver & H.A.G. Splinter-Van Kan, Privaatrecht als opdracht, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1994, p. 8.
  J. Remmelink, D. Hazewinkel-Suringa's Inleding tot de studie van het Nederlands strafrecht, Gouda Quint, Deventer, 1996, p. 18-19.
  Hoge Raad 31-12-1915, NJ 1916, 407.
  Hoge Raad, 25-011-1977, AB 1978, 1.
  Hoge Raad 28-02-1992, AB 301.
  E.J. Daalder, Laten we het besluit gewoon maar houden, RM Themis 1998/6, p. 192-193.
  F.J. van Ommeren en G.A. van der Veen, Het Awb-besluit, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1999.
  F.J. van Ommeren en G.A. van der Veen, Het Awb-besluit, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1999, p. 174.
  M. Scheltema, Van rechtsbescherming naar een volwaardig bestuursrecht, NJB 1996/33, p. 1355-1361.
  M. Heldeweg en E. Van der Linden, Een volwaardig bestuurlijk debat, NJB 1996/43 p. 1818-1820.
  R.J.N. Schlossel, Het besluitbegrip: doos vam Pandora of hoofd van Medusa?, NTB 2000/1, p. 8-13.
  C.A.J.M. Kortman, Weg met het Awb-besluit, RM Themis, 1998/6, p. 190-1991.
  A.J. Bok, Rechtsbescherming in Frankrijk en Duitsland, Kluwer, Deventer, 1992,  p. 22.
  A.J. Bok, Rechtsbescherming in Frankrijk en Duitsland, Kluwer, Deventer, 1992,  p. 38.
  O.a. decreten van de President of de  eerste minister.
  'Ordonnances' worden door het bestuur vastgesteld op grond van de grondwet.
  Algemene regels vastgesteld door de departementale prefect of de gemeentelijk 'maire' en  regels vastgesteld door vertegenwoordigende organen op regionaal, departementaal of gemeentelijk vlak (de zgn. 'colseil regional', de 'conseil general' en de  'conseil municipal').
  L. Prakke en C.A.J.M. Kortmann, Het bestuursrecht van de landen der Europese Gemeenschappen, Kluwer, Deventer, 19986, pag 164-166.
  'Cours des Comptes', Cours de Discipline budgettaire, 'Commission central d'aide  sociale', 'Commission des recours refugiés' en beroepsorden als  'Consiel Superieur de la Magistrature', 'Conseil de l'Education natinale'.
  Blanco-arrest, Tribunal des Conflits, 08-02-1876, D,. 1873.3.17.
  'Contracts administratifs'
  'domaine privé'
  Arrest 'Societé des granits porhyroides des Voges', Conseil d'Etat, 31-07-1912, Rec. 909.
  'service publics industriëls et commerciaux'.
  A.J. Bok, Rechtsbescherming in Frankrijk en Duitsland, Kluwer, Deventer, 1992,  p. 34.
  De onrechtmatige intestinale door het bestuur van onroerende goederen
  'Un acte manifestement insusceptble de se rattacher a l' application d'un texte législatief ou réglementaire en ne constituant ainsi de toute évidence, qu' inen simple voie de fait' Arrest Schneider, Tribulnal des Conflits, Rec. 248.
  In dit kader kan ook een verzoek gedaan worden tot vernietiging van een besluit. Indien de rechter het besluit vernietigt in het kader van de 'recours de pleine juridiction', werkt deze vernietiging enkel tussen partijen.
  'Responsabilité pour faute': het moet gaan om een 'faute lourde'; vormfouten alleen zijn onvoldoende
  'Responsabilité sans faute': hiervoor zijn twee gronden: de 'égalité devant les charges publiques' en risicoaansprakelijkheid ten aanzien van medewerkers van de adminitratie.
  A.J. Bok, Rechtsbescherming in Frankrijk en Duitsland, Kluwer, Deventer, 1992,  p. 29.
  E.J. Daalder, Laten we het besluit gewoon maar houden, RM Themis 1998/6, p. 192-193.
  E.C.H.J. van der Linden, Grondslagen en beginselen bij Twan Tak, in : M.A. Heldeweg e.a., Uit de school geklapt?, Sdu Uigervers, Den Haag, 1999, p. 102-112.
  A.Q.C Tak, De overheid in het privaatrecht, VUGA, 's-Gravenhage, 1997, pag. 20.
  A.Q.C Tak, De overheid in het privaatrecht, VUGA, 's-Gravenhage, 1997, pag. 23.
  E.C.H.J. van der Linden, Grondslagen en beginselen bij Twan Tak, in : M.A. Heldeweg e.a., Uit de school geklapt?, Sdu Uigervers, Den Haag, 1999, p. 103.
  G.E. Lamgemeijer, Inleiding tot de studie van de wijsbegeerte des rechts, Zwolle, 1973, p. 327.
  E.C.H.J. van der Linden, Grondslagen en beginselen bij Twan Tak, in : M.A. Heldeweg e.a., Uit de school geklapt?, Sdu Uigervers, Den Haag, 1999, p. 111.
  A.C.Q. Tak, Het moment X, Tijdschrift voor Openbaar Bestuur, 1990, p. 134-138.
  M. Schreuder-Vlasblom, Het nieuwe bestuursprocesrecht, VAR-reeks 122, Tjeenk Willink, Alphen a/d Rijn, 1994, pag.  36-39.
  A.Q.C. Tak, Dimensies van overheidshandelen, in : E.C.H.J. van der Linden e.a., Spectraal Recht?, Sdu Uitgevers, 's-Gravenhage,  1998, p. 13.
  A.Q.C. Tak, Dimensies van overheidshandelen, in : E.C.H.J. van der Linden e.a., Spectraal Recht?, Sdu Uitgevers, 's-Gravenhage,  1998, p. 16.
  A.Q.C. Tak, Dimensies van overheidshandelen, in : E.C.H.J. van der Linden e.a., Spectraal Recht?, Sdu Uitgevers, 's-Gravenhage,  1998, p. 17.
  Het moment X.
  A.Q.C. Tak, Dimensies van overheidshandelen, in : E.C.H.J. van der Linden e.a., Spectraal Recht?, Sdu Uitgevers, 's-Gravenhage,  1998, p. 23.
  M. Schreuder-Vlasblom, Het nieuwe bestuursprocesrecht, VAR-reeks 122, Tjeenk Willink, Alphen a/d Rijn, 1994, pag.  38-39.
  Volgens art. 3:32 BW is iedere natuurlijke persoon bekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen, voorzover de wet niet anders bepaalt.
  Het grootst mogelijke welzijn, voor het grootst mogelijk aantal burgers.
  J. van der Hoeven, De drie dimensies van het bestuursrecht, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1989, p. 135.
  Lid 1. Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.
Lid 2. Het staat de eigenaar met uitsluiting van eenieder vrij van de zaak gebruik te maken, mits dit gebruik niet strijdt met de rechten van anderen en de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen daarbij in  acht worden genomen.
  Van Ommeeren, op weg naar een publiekrechtelijk vermogensrecht, NTBR 1998/4, p. 115-123.
  Lid 1. De rechter kan op verlangen van een der partijen de gevolgen van een overeenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. Aan een wijziging of ontbinding kan terugwerkende kracht verleend worden.
Lid 2. Een wijziging of ontbinding wordt niet uitgesproken, voorzover de omstandigheden krachtens de aard van de overeenkomst of de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening komen van degene die er zich op beroept.
  A.S. Hartkamp,  Asser's Verbintenissenrecht, Algemene leer der overeenkomsten, 4-II, Tjeenk Willink, Deventer, 1997, nr. 330-339.
  HR 18-01-1991, Arrest Leffers
  B.J. van Ettekoven, Alternatieven van de bestuursrechter, VAR-advies 126, pag 34-40
 


[Voetnoten] [Links]