Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!
Start
WITTE ZEE
NOORD-HOLLAND
OUDE DOOS
DE DENDANG
berging VINLAND
berging KING DAVID
sleepboot ELBE
BLAUWE WIMPEL '66

 

 

1 september 1966
Hudson neemt blauwe wimpel over van Noordzee.

hudson4.jpg (93751 bytes)foto J.W.F.Smallegange

Als je bedenkt dat een zeemijl zo'n 1852 meter bedraagt, dan heb je er toch wel wat opzitten, als je 32257 zeemijlen in een jaar aflegt. Een slordige 60000 kilometer!
In het Smit boekjaar van 1 september 1965 tot en met 31 augustus 1966 legde de sleepboot Hudson deze afstand met goed gevolg af en behaalde zo de bij Smit zo fel begeerde Blauwe Wimpel. Zij zou deze overnemen van de Noordzee, die de blauwe banier het voorgaande jaar in top voer.

1 januari 1967
Willem Barendsz sleept record afstand van 36400 zeemijlen.

willembarendsz2.jpg (153910 bytes)foto C. v.d.Meulen

Daar men bij Bureau Wijsmuller destijds de afgelegde sleepmijlen niet per boekjaar opgaf, maar per kalenderjaar, kwam men in januari '67 tot de som van 36400 mijl voor het vlaggenschip Willem Barendsz. Dit hield in dat de in 1963 gebouwde zeesleper in een jaar bijna 1 en 3/4 maal de wereld rond sleepte.
Bovendien was dit het hoogste aantal zeemijlen dat een Nederlandse zeesleepboot ooit slepend in een jaar tijd had afgelegd. Het record stond op naam van de Smit sleper Rode Zee (de latere Neptunia), die in 1959-1960 een slordige 35780 zeemijlen slepend aflegde.

Het volgende overzicht geeft aan hoe de beide slepers hun zeemijlen bij elkaar sleepten.

Het volgende overzicht geeft aan hoe de beide slepers, Hudson en Willem Barendsz, hun zeemijlen bij elkaar sleepten.


 

Zo rond de eerste september van het jaar 1965, had de Hudson net twee beladen bakken veilig te Lagos (Nigeria) afgeleverd.

De bakken waren eerder op drift geraakt, nadat zij waren losgeslagen van een kustvaarder die ze op sleeptouw had. De eerste zeemijlen in haar nieuwe boekjaar werden door de Hudson gemaakt met een olieboorinstallatie achter zich aan, die vanuit Port Harcourt (Nigeria) naar Morgan City (Oostkust V.S.) werd gebracht. Na aflevering nam de Hudson een baggermolen en een kraanbak van de Ierse Zee over, om deze door te slepen naar Buenaventure in Colombia. De Ierse Zee (oude Zwarte Zee 3) had beide sleepobjecten eerder uit Philadelphia gehaald.

Na het reisje Colombia werd koers gezet op New Orleans, aan de Golf van Mexico, om aldaar een begin te maken aan een sleepreis met twee geladen bakken voor Nigeria. Deze sleep werd later in het Caribische gebied door de Oceaan overgenomen, die de bakken veilig afleverde.

Zo zie je maar, zelfs slepende met een vastgestelde eindbestemming was het in die dagen nog lang niet zeker waar je terecht kwam. Een sleep kon zo maar overgenomen worden waarna men zelf een andere opdracht toegewezen kreeg.

Zo ook de Hudson. Zij kreeg ditmaal, vanaf de Westkust van de Verenigde Staten, een reis vanuit Los Angeles naar de Perzische Golf. Een trip die er grotendeels voor zorgde dat zij de Blauwe Wimpel in het volgend (sleep)boekjaar mocht voeren. Met maar liefst 1200 zeemijlen voor de boeg werd de lange deining opgegaan met de Western Offshore No. III aan de tros. De gehele Pacific (Grote Oceaan) werd overgestoken en men deed alleen Singapore aan voor aflossing van de bemanning. De verse crew leverde de Western Offshore No. III veilig op de eindbestemming af en er werd gelijk naar Gibraltar opgestoomd. Daar werd de sleep van de Tyne overgenomen. De Hudson sleepte de zandzuiger naar Marsa el Brega in Libië. Daar luidde de opdracht om naar de Oostkust van de Verenigde Staten te varen. Samen met "vriendin" de Ierse Zee bracht de Hudson een olieboorinstallatie, de Aramco Rig II, van New Orleans naar Ras Tanura (nabij Bahrein). Hiermee volbracht zij haar laatste taak voor wat betreft de zeemijlen in boekjaar '65 - '66. De Hudson kreeg stationsdienst te Bahrein. In de daaropvolgende jaren sleepte de Hudson voor Smit nog heel wat mijltjes bij elkaar. De zeven wereldzeeën werden bevaren tot 1984. Toen wachtte ook deze mooie zeesleper bij een sloopwerf te Kaohsiung een roemloos einde.

Zoals eerder vermeld, zou de Willem Barendsz voor de "andere" zeesleepvaartmaatschappij Wijsmuller, in 1966 zelfs een sleepvaartrecord breken.

In de derde week van januari in dat jaar, kwam de Willem Barendsz te Portland, Oregon aan. Men had opdracht gekregen om twee "bakken" op te halen. Vanuit deze haven aan de Westkust van Amerika, werden twee kunstmatige eilanden (hefpontons, dus niet zomaar twee bakken) op sleeptouw genomen. Bestemming was de Zuid Chinese Zee. Een hele afstand dus, dwars door de Grote Oceaan ! Half februari vertrok het transport en zou alleen een tussenstop maken in Honolulu en dan via Manilla naar eindbestemming Camrahn Bay te Vietnam.

Begin april werd dan ook Manilla bereikt. Daar werden de poten van de hefpontons geïnstalleerd en een tweetal weken later werd de sleep behouden afgeleverd in Vietnam. Vervolgens zette de Willem Barendsz via Singapore als "losse boot" koers op Chittagong om vanuit deze haven in Bangladesh een tanker te verslepen bestemd voor Taiwan. Terwijl de Wijsmuller sleper onderweg was van Singapore naar Chittagong, werd een noodsignaal opgevangen. Dit was afkomstig van de Liberiaanse tanker World International, die met een volle lading stookolie was gestrand ter hoogte van Port Swettenham in de Straat van Malakka. Op 27 april arriveerde de Willem Barendsz bij de tanker en er werd een berging op basis van Lloyd's Open Form geaccepteerd. Deze berging was op 2 mei 1966 voltooid en toen werd alsnog de tanker Siponto te Chittagong opgehaald en in Kaohsiung (Taiwan) afgeleverd.

De volgend sleep lag te Kobe (Japan) op de Willem Barendsz te wachten. Het betrof hier een bijzondere sleep. Het waren twee aan elkaar gelaste voorschepen van tankers, die als olieopslagtank zouden dienen. De Wiilem Barendsz diende dit gevaarte naar Port Harcourt in Nigeria te brengen. Een afstand van 11000 mijl, rond Kaap de Goede Hoop. Maar liefst vier en zeventig dagen werd er non-stop gevaren met de opslagtank, genaamd SPV 376001, achter hen aan. Op 23 augustus 1966 kwam het geheel aan. Hierna werd dadelijk koers gezet naar Kaapstad. Half september vertrok de Willem Barendsz vanuit deze Zuid-Afrikaanse haven, met twee walvisjagers achter zich aan, richting Santander (Noord Spanje).

Wat de bemanning waarschijnlijk alleen maar durfde te dromen, kwam uit. Na aflevering van de walvisvaarders, ging de Willem Barendsz op weg naar haar thuishaven Ijmuiden.

Half oktober kwam de Willem Barendsz te Ijmuiden aan, na 14 maanden weg te zijn geweest. Het verblijf in de thuishaven duurde niet lang en eind oktober werd weer uitgevaren. In Vlaardingen werd een baggermolen met twee bakken vast gemaakt voor Rio de Janeiro. Tijdens de reis naar Brazilië, bleek de baggermolen een lek te hebben opgelopen. Besloten werd om Dakar Senegal) aan te doen voor reparatie. Begin december werd alsnog Rio de Janeiro binnengelopen en de slepen afgeleverd. De laatste zeemijlen van het jaar 1966 werden afgelegd tijdens een sleepreis met drie bakken van Rio de Janeiro naar Belem in het noorden van Brazilië.

 

In dienst van Wijsmuller sleepte de Willem Barendsz nog door tot 1981. Toen werd de zeesleper verkocht naar de Filipijnen, waar zij de naam Ranger I kreeg. In 1988 werd ook dit schip gesloopt.