Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!
21. Parinirvana

Daarna wendde de Boeddha zich tot zijn Discipelen en zei hen: "Alles heeft een einde, ook al duurt het een aeoon. Het uur van het afscheid zal uiteindelijk zeker komen. Nu heb ik gedaan wat ik kon doen, zowel voor mezelf als voor anderen. Hier blijven zou vanaf nu nutteloos zijn. Ik heb, in hemel en op aarde, allen onderworpen die ik kon onderwerpen en ik heb ze in de stroom gezet. Hierna zal dit mijn Dharma, O monniken, onder de levenden zijn voor generatie op generatie. Onderken daarom de ware natuur van de levende wereld en wees niet bang want het afscheid kan niet worden voorkomen. Onderken dat alles wat leeft ondergeschikt is aan deze wet, en streef vanaf vandaag ernaar dat het zo niet meer hoeft te zijn! Als het licht van kennis de donkerheid van onwetendheid heeft verdrongen en alles met een bestaan is gezien als zonder substantie dan volgt vrede als het leven ten einde loopt die een langdurige ziekte lijkt te genezen. Alles, de dingen die vast zitten zowel als de dingen die bewegen, is gedoemd uiteindelijk te verdwijnen. Wees daarom op uw hoede en waakzaam! De tijd voor mijn ingang in Nirvana is nu aangekomen! Dit zijn mijn laatste woorden!"

Daarna, de beste in de beheersing van de trance, ging Hij op in de eerste trance, kwam eruit en ging op in de tweede en zoverder tot de laatste zonder er een over te slaan. En toen hij opgestegen was door alle negen stadia van meditationele beheersing draaide de grote Ziener het proces om en keerde terug tot het eerste stadium. Hij kwam er weer uit en steeg weer op tot de vierde trance. Toen hij daaruit kwam stond hij oog in oog met de eeuwige Vrede.

En toen de Wijze opging in nirvana schudde de aarde als een boot die wordt geraakt door een hevige windvlaag en vuur viel uit de hemel. De hemelen werden verlicht door een onnatuurlijk vuur dat zonder brandstof woedde, zonder rook, zonder door de wind te zijn aangewakkerd. Angstige donderslagen sloegen op de aarde en geweldadige winden joegen door de lucht. Het licht van de maan verdween en, hoewel de nacht helder was, spreidde een akelige donkerte zich overal uit. De rivieren, alsof ze waren aangedaan door treurnis, waren vol kokend water. Mooie bloemen groeiden buiten het seizoen op de Salbomen boven de rustplaats van de Boeddha en de bomen bogen zich over hem en douchten hem met hun bloemen. Zoals vele goden stond de vijfhoofdige Nagas bewegingloos aan de hemel, met rode ogen van verdriet en met gesloten mutsen en beheerste lichamen, en met een diepe devotie staarden zij naar het lichaam van de Wijze. Maar, onderlegd in de praktijk van de hoogste Dharma, er werd niet getreurd over de bijeenkomst van de goden rond de koning Vaishravana noch gehuild, zo groot was hun verbondenheid met de hoogste Dharma. De Goden van de Pure Woning behielden hun waardigheid hoewel ze een diepe vereering voelden voor de grote Ziener en hun gedachten waren niet aangedaan; voor de dingen van deze wereld hadden ze geen waardering. De koningen van de Gandharvas en Nagas, de Yakshas en de Devas die zich verheugen in de ware Dharma - ze stonden allen aan de hemel, rouwend en vervuld van diepe treurnis. Maar de gastheren van Mara voelden dat ze hun hartewens hadden bereikt. Overvol van vreugde uitten ze luide lachen, dansten in het rond, sisten als slangen en maakten triomfantelijk een angstig lawaai door op drums, gongen en tam-tams te slaan. En de wereld, toen de Prins onder de Zieners eraan voorbij was getrokken, werd als een berg waarvan de top is afgebroken door een donderslag; het werd als de lucht zonder de maan, als een vijver waarvan de lotusbloemen door de vorst zijn verlept, of als geleerdheid die wordt teniet gedaan door gebrek aan rijkdom.

Verder