Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!
20. Het vertrek vanuit Vaisali, de laatste rustplaats en de instructies voor de Mallas

Drie maanden later draaide de Wijze zijn gehele lichaam rond als een olifant, keek naar de stad Vaisali en uitte deze woorden: "O Vaisali, dit is de laatste keer dat ik je zie. Want nu ga ik op weg naar Nirvana!" Daarna ging hij naar Kusinagara, baadde in de rivier en gaf zijn bevelen aan Ananda: "Regel voor mij een rustplaats tussen die twee Salbomen!" Toen Ananda deze woorden hoorde werd hij overmand door tranen. Hij maakte de laatse rustplaats voor de Wijze en tussen de snikken door vertelde hij dat hij ermee klaar was. Met afgemeten passen liep de Beste onder de Mensen naar zijn laatste rustplaats - geen opbrengst die nog op hem wachtte, geen verdere verlangens. In het gezicht van zijn discipelen legde hij zich neer op zijn rechterzijde, ruste zijn hoofd op zijn hand en sloeg zijn ene been over het andere. Op dat moment uitten de vogels geen geluid en zaten, alsof ze in trance waren, met hun lichamen geheel stil. De wind hield op de bladeren van de bomen te bewegen en de bomen lieten verlepte bloemen vallen die neerkwamen als tranen.

In zijn medelijden zei de Al-wetende toen hij op zijn laatste rustplaats lag tegen Ananda, die diep geschokt was en in tranen: "De tijd is voor mij gekomen om het Nirvana binnen te gaan. Ga, en vertel de Mallas ervan. Want ze zullen het later betreuren als ze geen getuige zijn van het Nirvana." Hoewel hij bijna flauw viel volgde Ananda het bevel op en vertelde de Mallas dat de Wijze op zijn laatse bed lag.

De Mallas kwamen met hun gezichten bedekt met tranen om de Wijze te zien. Ze toonden hun respect voor Hem en daarna, met angst op het hart, stonden ze rondom Hem. En de Wijze sprak daarna als volgt: "In het uur van vreugde is het niet gepast om te treuren. Jullie wanhoop is ongepast en jullie zouden je moeten gedragen! Het doel, zo moeilijk om te bereiken, waar ik al aeonen naar verlang, is nu eindelijk niet ver meer. Als dat is gewonnen - geen aarde of water, vuur, wind of ether aanwezig; onveranderlijke zegen, achter de zinnelijke objecten, een vrede die niemand weg kan nemen, het hoogste dat er is; en als jullie daarvan horen en weten dat geen gebeurtenis het kan schaden, en niets kan daarvan weg vallen - hoe kan er ruimte zijn voor verdriet in jullie gedachten? In Gaya, toen ik de verlichting verkreeg, rekende ik af met de oorzaken van ontstaan, die niets meer zijn dan wat gevaarlijke slangen; nu komt het uur dat ik met dit lichaam afreken, de woonplaats van de verzamelde handelingen uit het verleden. Nu eindelijk dit lichaam, dat zovele ziekten in zich houdt, op zijn weg is naar het einde; nu eindelijk de angstige gevaren van onstaan op het punt staan uitgeroeid te worden; nu eindelijk kom ik los van van het grote en eindeloze lijden - is dat voor julie de tijd om te treuren?"

Zo sprak de Wijze van de Shakya stam en de donder van zijn stem contrasteerde vreemd met de diepe kalmte waarmee hij zijn vertrek afwachtte. De Mallas voelden allemaal het verlangen om te antwoorden, maar het was de oudste onder hen die zijn stem verhief en zei: "Jullie huilen allemaal, maar is er een echte reden om te treuren? We zouden de Wijze moeten zien als iemand die is onstnapt uit een brandend huis! Zelf de goden hierboven zien het op deze manier, dus zoveel te meer wij mensen! Maar dat deze machtige man, dat deze Tathagata, als Hij eenmaal het Nirvana heeft gewonnen, buiten onze kennis staat - dat is wat ons verdriet aandoet! Als diegene die reizen in een verlaten wildernis en hun ervaren gids verliezen, hebben ze dan geen redenen om ongerust te worden? Mensen die arm een goudmijn verlaten zien er niet uit; zo ook degene die de grote Leeraar en Wijze, de Al-ziende zelf, in levende lijve hebben gezien, een spiritueel aandenken behoren te hebben om mee te nemen." Terwijl ze de handen vouwden als zonen in de aanwezigheid van hun vader bespraken de Mallas veel dingen die belangrijk waren. En de Beste onder de Mensen, met het oog op hun welzijn en rust zei tot hen deze betekenisvolle woorden: "Het is inderdaad zo dat redding niet kan komen van Mijn aanblik. Het vereist krachtige oefening in de praktijk van Yoga. Maar als iemand mijn Dharma geheel en al begrijpt dan is hij bevrijd van het net van lijden, zelfs als hij Me nog nooit heeft gezien. Men moet medicijnen innemen om beter te worden, de aanblik van een arts is niet genoeg. Zo ook is een blik op mij niet genoeg voor iemand om het lijden te overwinnen; hij zal voor zichzelf moeten mediteren op de kennis die ik heb verkondigd. Iemand, mits bij zinnen, kan zoveel verschillen van mij als mogelijk is; als hij alleen mijn Dharma ziet dan ziet hij Mij ook. Maar als hij ervan afziet om met geconcentreerde kalmte te streven naar hogere zaken, dan, hoewel hij dichtbij Mij leeft, is hij ver van mij verwijderd. Daarom weest vurig, zet door en probeer je gedachten te beheersen! Doe goede daden en probeer aandacht te winen! Want het leven is continu aangedaan door vele soorten van lijden zoals de vlam van de lamp in de wind." Op deze manier versterkte de Wijze, de Beste van alles dat leeft, de geesten. Maar de tranen bleven vloeien uit hun ogen en aangedaan gingen ze terug naar Kusinagara. Iedereen voelde zich hulpeloos en onbeschermd alsof ze het midden van een rivier overstaken op eigen kracht.

Verder