Raadsel 5
Een arme man was een grote som geld verschuldigd aan een woekeraar. Daar de laatste een oogje had op de dochter van de man, kwam hij met het volgende voorstel: hij zou een zwarte en een witte kiezelsteen in een lege geldzak doen en het meisje zou dan een van de twee kiezels uit de zak moeten halen. Als ze de zwarte zou trekken, zou ze moeten trouwen met de woekeraar en zou hij haar vader zijn schuld kwijtschelden; als ze de witte kiezel zou trekken kon ze bij haar vader blijven. De wanhoop nabij, gingen vader en dochter akkoord met dit voorstel. Terwijl de woekeraar de allesbeslissende kiezels aan het zoeken was op het grintpad, zag het meisje dat hij om de boel te bedriegen, twee zwarte kiezelstenen had opgeraapt. Vervolgens vroeg hij het meisje in de geldzak te grabbelen en de kiezel te pakken die haar toekomst zou bepalen. Wat staat haar te doen om niet te moeten trouwen? (hint: “ze neemt zelf een wit kiezeltje en houdt het in haar hand geklemd om te doen alsof ze de witte kiest, is FOUT. De woekeraar kan dan bewijzen dat ze gelogen heeft omdat er dan nog 2 kiezels in het zakje zitten.)
