NIEUWSBRIEF DE GRIEKSE EILANDEN Vakantie in de Cycladen in Mei 2011 & andere updates en nieuws |
ENGLISH VERSION |
Hallo liefhebbers van de Griekse eilanden, hier is de update van mijn website De Griekse Eilanden. Als je deze nieuwsbrief per ongeluk ontvangt of als je je uit wilt schrijven stuur me dan een mailtje en zet "unsubscribe" in het onderwerp. |
Eindelijk dan een nieuwe nieuwsbrief. Wij zijn ondertussen al meer dan twee maanden terug van onze vakantie in de Cycladen, maar na alle updates die ik op de website had geplaatst had ik niet direkt zin meer om een verslag te gaan schrijven, dus vandaar dat het even heeft geduurd. |
Donderdag de 19e mei heel vroeg in de ochtend zou ons vliegtuig naar Santorini vertrekken. Op het vliegveld kwam ik mijn vriendin en trouwe correspondent Truus de Graan tegen, die in hetzelfde vliegtuig zat. Truus schrijft regelmatig leuke stukjes voor mijn website De Griekse Eilanden. Haar favoriete bestemmingen zijn over het algemeen de kleine en rustige eilandjes in de Cycladen. Deze keer ging ze terug naar Donoussa en later zou ze op het kleine eilandje Schinoussa belanden waar ze een leuk verslag over schreef inclusief foto's. Onze wegen scheidden op Santorini, maar tijdens onze vakantie hielden we regelmatig contact via sms en telefoon. Na een voorspoedige vlucht en een tussenlanding op Mykonos kwamen we op Santorini aan, waar de straten nat waren van de regen die er even daarvoor naar beneden was komen vallen. Niet overal in Griekenland was het prachtig zonnig weer. Ook op Santorini waren nog wat wolken en we hebben nog wel meer dagen gehad dat de hemel niet helemaal blauw was, maar toch hebben wij in vergelijking met andere mensen nog vrij veel geluk gehad. Truus de Graan had dagenlang bewolking op het eilandje waar zij zat en ook op Kreta was het uitgesproken slecht weer met onweer en er was zelfs een kleine aardbeving bij Kissamos (op Kreta). Onze auto stond al klaar op het vliegveld, dus we konden direkt aan de vakantie beginnen. We gingen logeren op een vertrouwd adresje waar we twee jaar eerder ook een aantal dagen waren geweest, het ontzettend leuke en rustig gelegen Leandros Suites in Oia, met zijn prachtige uitzicht. Eigenaresse Angela wachtte ons al op en we kregen hetzelfde huisje als twee jaar daarvoor (er zijn maar drie huisjes). Na even bijgekletst te hebben en haar een zakje dropjes te hebben overhandigd, liet ze ons achter op ons terras met een klein flesje ouzo en konden we even bijkomen van de nachtelijke reis terwijl we uitkeken over de blauwe zee en de eilanden. |
We deden nog een klein middagdutje en we maakten een wandeling door Oia om de zonsondergang te bekijken. 's Avonds aten we bij Restaurant Alkioni waar het gewoon goed en betaalbaar eten is. Dit restaurant zit vlakbij de Leandros Suites en kijkt niet uit op de caldera, maar het is er gezellig en de mensen zijn er vriendelijk. Het uitzicht op de caldera hadden we toch al "thuis" en als je uit eten gaat dan betaal je in Oia ook voor het uitzicht. Eigenlijk hebben we hier elke avond van onze drie dagen in Oia gegeten, dus veel nieuwe adressen zijn er in de restaurantgids in Oia niet bijgekomen ;). Die avond dronken we nog een borrel op het terras en daarna was het op tijd naar bed. De twee dagen die we nog op Santorini doorbrachten voordat we naar het eiland Milos zouden gaan was het wel aardig weer maar niet warm genoeg om lekker in de zee te gaan zwemmen, dus we namen de tijd om in de auto nog wat dorpjes en stranden te gaan bekijken, zoals de hoofdstad Fira (waar we meteen tickets voor de boot naar Milos kochten) en de stranden in het zuiden (Red Beach en White Beach) en in de omgeving van Oia (Paradise, Kartharos). Ook Kanakari Beach in het oosten van het eiland werd aangedaan. Bij dit grote lege strand is een haventje waar zwanen in rondzwemmen en er staat een prachtig kerkje op een heuvel achter het strand. |
De derde dag van onze vakantie hadden we besloten naar het kleine tegenover Santorini gelegen eilandje Thirassia te gaan. Je kunt er naartoe vanaf de haven van Oia en de tocht met het bootje kost maar een euro en 10 cent. Het duurt zo'n tien minuten voordat je aan de overkant bent. Het bootje stopt op twee plaatsen op het eiland Thirassia en deze keer gingen wij eruit op de plek waar langs de berg de trappen zijn die leiden naar het hoofdstadje. Dat stadje wilden we gaan bekijken en ik wilde ook op zoek gaan naar "het graf van de vampier" die volgens de bevolking daar is begraven bij een prachtig kerkje op een heuvel, vanwaar je een spectaculair uitzicht hebt. Ik geloof dat ze af en toe zout op het graf strooien zodat deze "vampier" niet weer tot leven komt. Ik had er beelden van gezien op de tv en het toen direkt op de verlanglijst gezet. Het bootje kwam aanzetten in een gezellig en stil haventje met een aantal tavernes, een paar huisjes en wat kleine stukjes strand. Hier begint ook meteen de trap waarmee je de boven gelegen chora (hoofdstadje) kunt bereiken. Onderweg kom je een stal tegen met ezels. Je kunt de klim naar boven namelijk ook maken op een ezeltje, maar wij dachten "dat lopen we wel even". Halverwege de klim hadden we het eigenlijk al gehad, vooral ook omdat het wat warmer was geworden, dus we maakten af en toe pauze om wat uit te rusten. |
Toen we boven aan de trap waren botsten we meteen op een kafenion waar ze ons naar binnen probeerden te lokken om wat te komen drinken, maar op de een of andere manier stond die commercie ons tegen en dus liepen we een stukje door naar de eerste de beste plek met wat schaduw. Daar zijn we even gaan zitten en hebben we wat slokken water genomen alvorens we het dorpje verder zijn gaan bekijken. Het hoofdstadje lijkt erg op een dorp dat je ook op Santorini tegen zou kunnen komen, zo boven op een klif met allemaal witte huisjes en een paar mooie kerkjes die strak in de verf zitten, alleen ontbreken er de toeristen. Het was er erg stil en we zijn maar een paar mensen tegengekomen. De uitzichten over de zee naar Santorini en naar beneden zijn prachtig. Ondertussen had ik ook mijn kerkje met de begraafplaats van de vampier zien liggen. Ik herkende het van de televisie. Tot zover het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat het nog hoger buiten het dorp op een heuvel lag, dus dat betekende dat we nog verder moesten klimmen. |
Maar goed, na de klim de berg op, die we net achter de rug hadden, stelde de wandeling de heuvel op eigenlijk niet zoveel meer voor. Ik denk dat we er ongeveer 10 minuten over hebben gedaan. Het kerkje was inderdaad prachtig en het was geopend, dus je kon er ook even binnen kijken. Achter de kerk zat een grote kalkoen met een aantal kippen herrie te maken. Het graf van de vampier hadden ze natuurlijk niet aangegeven, dus we hebben het naar alle waarschijnlijkheid wel gezien, maar we hadden geen idee welke het was. Nou ja: missie voltooid. Wij begonnen onze wandeling over het eiland terug naar het strand waar de andere aanlegplaats voor het bootje is dat je terug neemt naar Santorini. We hadden nog een aantal uren de tijd, dus dat moest lukken. Er lopen een aantal wegen over het eiland van de chora naar het andere dorp waar het bootje aanlegt. De namen zijn op alle plattegrondjes van Thirassia weer anders, dus ik zal me er niet aan wagen om het een naam te geven. Er stond een bord "Agia Eirini" bij het andere dorp dus dat zal het wel zijn, maar op het bootje noemden ze het weer anders: erg verwarrend. De wandeling duurde denk een uur à anderhalf uur in een rustige looppas. Onderweg veel schilderachtige kerkjes bij de zee en veel bloemen en velden met wijndruiven, want Thirassia staat bekend om zijn lekkere wijnen. Ook kwamen we onderweg een uitgestorven medisch centrum tegen waar een ambulance stond met een lekke band. Vlak voordat je het dorp (Agia Eirini) bereikt kom je nog langs een klooster dat natuurlijk gesloten is. Het laatste stuk naar het dorp is vrij steil naar beneden en eigenlijk is dat ook best vermoeiend. In het dorp aangekomen vlogen we snel een taverne in om het vocht aan te vullen en daarna zaten we met onze voeten in de zee. We konden de vermoeidheid weg voelen spoelen. Even later kwam het bootje keurig op tijd om ons weer mee terug te nemen naar Santorini. Al met al een hele leuke wandeling over Thirassia. We hebben veel gezien, maar niet de kerk in een verlaten dorp die ik ergens op een foto had zien staan, dus voor ons een goede reden om nog eens terug te gaan en hem op te zoeken. Er zijn nog andere wandelpaden over het eiland die we willen gaan proberen. Thirassia is de moeite waard om te gaan bekijken. |
Na een goede maaltijd en een heerlijke borrel op ons terras belandden we in een diepe slaap. De volgende dag om een uur of 11 namen we afscheid van Angela en Leandros Suites. Onze boot naar het eiland Milos zou pas om 5 uur vertrekken (en hij was nog iets te laat ook) dus we hadden de tijd om nog wat van Santorini te gaan zien. We bezochten het dorp Karterados met zijn fruitbomen, bloemen en prachtige kerken en we hadden een lunch bij het uitgestorven lange strand van Monolithos Beach. Na nog wat gesloten kerken en een aantal andere dorpen op het eiland gingen we richting de haven Athinios om onder het genot van een kop koffie op onze boot te wachen die ons naar het eiland Milos zou brengen. Milos was het eerste eiland van deze vakantie waar we nog nooit waren geweest en we waren erg benieuwd. Ik had veel verschillende berichten gehoord over Milos voordat we er heen zouden gaan. De stranden zouden niet mooi zijn en een ander zei dat de stranden juist wel mooi waren, de dorpjes waren niet leuk of wel leuk. Afijn: reden genoeg om het zelf uit te gaan zoeken en beoordelen. |
De reis vanaf Santorini naar Milos duurde ongeveer twee uur, inclusief een korte stop bij het eiland Folegandros dat we later ook zouden gaan bezoeken. We kwamen aan in het hoofdstadje Adamas, waar Athene Travel een auto voor ons had klaargezet. We moesten naar het noordoosten van het eiland naar het dorp Pollonia, waar we wat hadden gereserveerd bij Soultana Apartments. Onderweg naar Pollonia kon je al zien dat Milos een mooi eiland was. Het complex lag in een heel rustig straatje vlakbij de zee. Wat een hartelijke ontvangst hadden we daar: mevrouw Soultana is echt een schatje en idem dito haar vriendin Anastasia. We hadden een veranda die uitkeek op de zee en de zonsondergang. Na een heerlijke douche waren we allebei weer opgefrist en was het tijd voor een borrel om onze nieuwe accommodatie te vieren. Op aanraden van de gastvrouw gingen we eten bij Gialos Restaurant aan de boulevard bij het strand. Wat al meteen opviel was dat de mensen op het eiland heel erg aardig en gastvrij waren. Het eten in Gialos Taverne was echt vreselijk goed, iets wat we helemaal niet verwacht hadden op dit eiland. De (professionele) kok Achilleus kookt de sterren van de hemel en hij heeft ook originele recepten op het menu staan. Christos, de eigenaar van de taverne is een echte charmeur die het iedereen naar de zin probeert te maken. De eerste indrukken van Pollonia waren goed (en die bleven ook zo). Wij vonden het een gezellig dorpje, lekker rustig (weinig verkeer) met een leuk sfeertje en aardige mensen. Na het eten kregen we natuurlijk een gratis raki en om het af te leren namen we op onze veranda ook nog maar een ouzo. We hadden allebei een goed gevoel over dit eiland. |
De volgende dag ontbeten we aan de overkant aan de zee bij Stravoula en Makis van het Apollon Hotel. Daarna gingen we meteen de auto in om als een kip zonder kop rond te gaan rijden: we hadden immers toch nog helemaal niks gezien op het eiland, dus dan maakt het niet zo uit waar je naartoe gaat. Onderweg zagen we veel kleurige bloemen in geel en rood en veel groen en mooie rotsformaties. We bekeken het antieke theater en wilden ook de Romeinse catacomben gaan bekijken. Nadat we de auto geparkeerd hadden bij het bordje van het theather en de vindplaats van de Venus van Milos (het beroemde standbeeld) liepen we rechtdoor (en zo het verkeerde pad op). We waren niet de enige, want we zagen nog meer mensen die het niet konden vinden. Als je het theater wilde zien moest je het pad naar beneden volgen dat even voor de parkeerplaats was. Het theater was mooi en er waren nog volop opgravingen bezig. De catacomben waren helaas die dag gesloten, dus we besloten om een andere dag terug te komen. Na een heerlijke lunch in Adamas reden we door langs de kust en zagen even verderop een heel groot en (bijna) leeg zandstrand. Het heette Achivodolimni Beach en het ligt net achter het vliegveld (waar we overigens nooit een vliegtuig hebben zien staan, zien landen of zien opstijgen). In het begin van het strand lag nog een beetje rommel, maar als je een stukje doorliep werd het schoon en eigenlijk was het een prachtig zandstrand waar je makkelijk de zee in kon. Er waren zo'n acht mensen (onszelf meegerekend) en dat over een strand dat een paar kilometer lang is. Net als wij lagen 4 andere mensen er te zonnen zonder badkleding. Wat een heerlijke zonnige dag, de eerste dag dat het zulk lekker weer was dat je de zee in kon zonder kippenvel te krijgen. |
Na een tijdje in de zon te hebben gelegen reden we nog een stukje verder en bekeken het meer achter Achivodolimni Beach om vervolgens richting huis te gaan. Vlak voor Pollonia namen we de afslag naar Sarakiniko Beach. Het is moeilijk om uit te leggen wat Sarakiniko Beach is en het is ook moeilijk om het zo mooi op de foto te krijgen zoals het in werkelijkheid is. Je krijgt een beetje het idee alsof je op een andere planeet rondloopt over al die gladgeslepen witte rotsen. Het water van de zee is er ook prachtig turqoise doordat het op de witte bodem weerkaatst. Een stukje verderop ligt een gezonken vrachtboot die tegen de kust is geslagen. We hebben hier ongeveer een uur rondgelopen om het te bekijken. Ik vond het zowiezo moeilijk om Milos te vergelijken met andere eilanden die we hebben gezien. Soms had het wat weg van Kreta, dan weer van Samos, en andere stukken deden ons weer denken aan Paros of Antiparos. De avond werd zoals alle avonden op Milos afgesloten met een etentje bij het Gialos Restaurant en een borrel op de veranda. De volgende dag namen we na het ontbijt eerst een kijkje bij de opgraving van Filakopi, die niet ver van Pollonia ligt. Dit is een grote stapel stenen op een plek waar vroeger een stad heeft gestaan. Een gedeelte van Filakopi is in de zee verdwenen en ernaast ligt een mooi strand. Wij gingen door naar Fyriplaka Beach in het zuiden. Dit bleek een werkelijk prachtig zandstrand te zijn dat in tweeën wordt gedeeld door wat rotsjes waar je overheen kunt klimmen. Hier bleven we een tijdje liggen en we zwommen wat in de zee. Het was er rustig en wij konden er zonder badkleding liggen. Daarna wilden we naar het ernaast gelegen Tsigrado Beach. Je schijnt er naartoe te kunnen lopen maar het leek ons erg moeilijk (of onmogelijk?). Dit leek ons meer iets om met een boot te gaan bekijken. |
Toen we de volgende dag opstonden waren er wat meer wolken in de lucht en langzaam werd het donkerder. Toen we bij Provatas Beach onze auto hadden geparkeerd om ergens wat te gaan eten, begon het plotseling te regenen. Gelukkig duurde het geen eeuwigheid en trok het na een kwartier weg maar toch bleven er donkere stukken in de lucht met hier en daar ook wat blauw. We gingen op zoek naar Paliochori Beach dat op veel sites wordt omschreven als het mooiste strand van het eiland Milos. Het bestaat uit drie brede stranden achter elkaar en er is ook een taverne. Het strand is inderdaad mooi, maar op de een of andere manier sprak Fyriplaka ons meer aan. Ook al was het maar omdat dat wat meer afgelegen is en we daar zonder zwemkleding de zee in konden. We gingen door op zoek naar Agia Kyriaki Beach. We hadden eerder de afslag naar dat strand gemist omdat we dachten dat de weg naar een kerk liep en dan ophield. De geplaveide weg veranderde inderdaad in een soort zandpad, dus wij besloten om de auto achter te laten en maar te gaan lopen. Spoedig werd de weg wel weer iets beter. De route naar Agia Kyriaki Beach is te doen met de auto. Na zo'n drie kwartier wandelen kwamen we aan bij weer een prachtig groot zandstrand. De lucht was nog wel wat donker in de verte maar echt heel koud was het er niet, dus we gingen toch maar even de zee in. Daarna wandelden we weer terug naar de auto en kregen we nog een regenbui op onze kop. We gingen weer richting huis naar Pollonia en namen vlak voor Pollonia nog even de afslag waarop stond "Mitakos Beach", en wederom kwamen we uit op een prachtig leeg zandstrand. Wie zei er dat de stranden op Milos slecht zijn?? Ik snap niet hoe je er op komt, tenzij je alleen drukke stranden met ligbedjes en parasols op wilt zoeken. Ik vond ze prachtig. Zo ondertussen waren we toch allebei wel een beetje verliefd geworden op Milos. |
Vanaf Pollonia gaat er drie keer per dag een klein bootje op en neer naar het tegenover Milos gelegen eilandje Kimolos. Dit was voor ons een mooie gelegenheid om hier ook even te gaan rondkijken. Kimolos is een vrij onbekend eiland en het toerisme staat er nog in de kinderschoenen. Je kunt er ook geen auto huren, maar gelukkig was het wel mogelijk om voor niet al te veel geld je auto mee te nemen op het pontje. Wij gingen er een dagje naartoe en besloten om er ook te overnachten bij The Windmill Hotel. De overtocht met het pontje was zonder meer leuk en er was mooi uitzicht op de eilanden en eilandjes in de omgeving, waaronder bijvoorbeeld het onbewoonde Polyaigos. In de haven van Kimolos, die Psathi heet, werden we opgewacht door een medewerker van het Windmill Hotel. Niet dat dat noodzakelijk was, want we hadden het makkelijk zelf kunnen vinden. Het hotel is gevestigd in een oude gerestaureerde windmolen die op een heuvel staat tussen de haven en de boven gelegen chora, en je zag hem al van verre staan. Het was een hele mooie plek en we hadden een groot terras met uitzicht op de haven, een groot stuk van Kimolos, de zee en het eiland Polyaigos. Mooier kon het eigenlijk niet. Nadat we onze bagage hadden achtergelaten zetten we koers naar het haventje omdat we daar een paar tavernes op het strand hadden gezien. We gingen zitten bij Echinoussa Tavern Restaurant, en hadden eigenlijk geen hoge verwachtingen van het eten dat ze op dit eilandje zouden serveren, maar tot onze verbazing was het geweldig. Net als bij ons restaurantje op Milos (Gialos) stond hier een professionele kok. Hij heette Fotis en hij maakte er wat bijzonders van. We kregen ook een plattegrond van Kimolos van hem. In de bediening stond de uiterst vriendelijke Panagiotis. Voor zo'n eilandje dat niet zo op toeristen gericht is vonden we de mensen heel erg aardig. |
Na een heerlijke maaltijd gingen we eerst de oude hoofdstad van het eiland bekijken. De straatjes van dit stadje zijn erg nauw en dus kun je beter je auto aan de rand neerzetten en dan gaan lopen. De chora was erg mooi en erg stil. Er stonden een heleboel kerkjes (die allemaal dicht waren), een flink aantal windmolens, en er is een oude "Kastro", die je kunt gaan bekijken. Een kastro is een aantal huizen die zo zijn geplaatst dat ze een verdedigingswerk vormen (tegen aanvallen van piraten). Je vindt dat soort verdedigingswerken bijvoorbeeld ook op Antiparos en Folegandros. Het was leuk om door de oude straatjes te lopen en wat rond te kijken. Na de chora te hebben bekeken reden we langs de zuidkust van het eiland naar het zuidwesten, waar een officieel naakstrand is dat Elinika heet. Hier zou ook een verzonken stad liggen. Het laatste stuk van de route zijn we gaan lopen omdat de weg alsmaar slechter werd. Uiteindelijk kwamen we uit op een aardig en vrij groot strand waar verder helemaal niemand was. Er lagen inderdaad een aantal vierkante stenen op het strand (ook van marmer) die van oude gebouwen afkomstig zouden kunnen zijn en in het turquoise water zag je donkere vlekken, wat ook zou kunnen duiden op gebouwen. Hier op Elinika zijn we even gaan liggen, zijn schelpen gaan zoeken en hebben we een beetje in de zee gezwommen. |
Vanaf Elinika Beach reden we weer terug naar het haventje Psathi om een kop koffie met een metaxa te halen, want we hadden er ook een kafenion gezien. Wederom tot onze verbazing was de koffie heel erg goed (geen nescafé dus, waar we bang voor waren). Het sfeertje in het dorp was zo relaxt, met een lekker muziekje op de achtergrond, het strand en de zee en verder alleen maar de stilte en helemaal niks. Panagiotis (van het restaurant waar we de lunch hadden genomen) kwam langs en rekende voor ons zo maar de koffie af! Na een uur ofzo gingen we terug naar de windmolen om te douchen en op het terras een borrel te drinken voordat we aan het avondeten begonnen. We wandelden dit keer van de windmolen naar de haven (misschien 10 minuten of minder, de afstand is 200 meter?) en we zijn bij hetzelfde restaurant gaan eten. Wederom was het zalig. Die avond was het vroeg naar bed. De volgende ochtend ontbeten we bij het Windmill Hotel en we kregen een luxe ontbijt dat er prachtig uitzag, met een lekkere bak koffie. Daarna namen we afscheid, gooiden de bagage in de auto en besloten nog een klein stukje van het eiland te gaan bekijken voordat we met het pontje terug zouden gaan naar Milos. We bezochten nog een paar strandjes en hielden af en toe een stop om even iets te bekijken. Wat opviel was dat er weinig tot geen verkeer was, wel veel mensen op ezeltjes en ook opvallend veel koeien. |
Terug op Milos was het alweer tijd voor onze laatste dag op dit eiland. De dag erna zouden we al vroeg in de morgen naar Folegandros varen. We namen op Milos nog de tijd om een aantal plaatsen met "syrmata" te bekijken (huisjes aan de zee die geheel of gedeeltelijk in de rotsen zijn gebouwd). We gingen naar twee van de mooiste van dit soort plekjes: Fyropotamos met zijn prachtige kerkje en een strand, en Klima. Die dag brachten we ook nog een bezoek aan de Romeinse catacomben, waar we een privé rondleiding kregen. Daarna was het tijd om de tassen te pakken en voor de laatste keer te gaan eten bij Gialos Taverne. De volgende ochtend na het ontbijt bij Stavroula en Makis van het Apollon Hotel was het tijd om afscheid te nemen van iedereen, naar de haven te rijden en de auto in te leveren. Dit keer was de ferry redelijk op tijd en de tocht naar Folegandros duurde maar een uurtje. |
In Folegandros werden we afgehaald in de haven door een auto van de Fata Morgana Studios waar we logeerden. Het weer was er ondertussen niet beter op geworden: wolken en het was ook wat kouder geworden. Dat zou de eerste twee dagen van ons bezoek aan Folegandros zo blijven. Af en toe was er wel een stukje blauwe lucht maar 80 procent van de tijd was het toch bewolkt. In ieder geval was dat goed weer om te gaan wandelen. Tijdens de rit naar de studios kon je wel zien dat Folegandros een stuk kaler was dan Milos, maar wel kleurig, met veel rood- en roestkleuren en geel. Onze studio was prachtig en ingericht met antiek en had twee leuke zitjes buiten: een aan het zwembad en een op ons eigen balkon. Het uitzicht was echt waanzinnig mooi. We gingen de Chora van Folegandros bekijken die om de hoek van onze accommodatie lag: deze was werkelijk prachtig en mooi onderhouden met een heleboel mooie oude kerkjes (dicht natuurlijk) en gezellige pleintjes met eetgelegenheden. Het had veel weg van Mykonos Stad, alleen dan niet aan de zee en niet met alle toeristen. We namen hier een lunch om daarna de beroemde Panagia kerk te bekijken die op een heuvel staat even buiten het dorp. Deze grote kerk is gebouwd op de restanten van een oud heiligdom en in de muren zijn stukken uit de oudheid ingemetseld. Natuurlijk was ook deze kerk dicht. Aangezien het toch geen weer was om lekker op het strand te gaan liggen, besloten we nog maar wat verder te wandelen, en dus liepen we van de Chora naar het haventje waar de boot was aangekomen (Karovastasis). Onderweg kregen we een lift aangeboden van de ober waar we zojuist geluncht hadden. Hij reed met ons langs de kust en wij lieten ons afzetten bij Livadi Beach, even buiten Karovastasis. We liepen terug langs de kust naar het kustdorp en zagen nog meer aardige stranden die waren te bereiken met een trappetje. In de eerste tent waar we gingen zitten om iets te drinken werden we genegeerd (Evangellis Beach Bar) en dus liepen we door naar de volgende (Kalymnios) waar de mensen juist weer hardstikke aardig waren. Daarna liepen we terug naar de Chora, hadden nog een kop koffie met een metaxa en daarna gingen we uit eten in het stadje. |
De volgende dag namen we de tijd om over het eiland te gaan wandelen en het zo een beetje te verkennen. We liepen vanaf Chora naar het dorp Ano Meria in het noorden van het eiland. Ano Meria ligt over een groot gebied verspreid en het dorp is heel langgerekt. Ik vond het ook eigenlijk niet echt een dorp. Je kon er heerlijk "matsata" (zelfgemaakte pasta met kip of lam) eten volgens de gidsen en volgens een vriendin op Paros die ik die ochtend nog even aan de telefoon had. Ik moest dat vooral niet overslaan. Het was best wel een pittige wandeling van in ieder geval meer dan een uur, maar wel de moeite waard omdat je al wandelend alles op je gemak kunt bekijken. Omdat je op de berg loopt heb je een prachtig uitzicht over het landschap en de zee. We gingen zitten bij de eerste taverne die we tegen kwamen (Mimis Kouzina, uiteindelijk bleken er maar twee tavernes te zijn in het dorp) om die matsata te bestellen waar iedereen het over had gehad. Het stond wel op de menukaart maar er stond geen prijs bij en ze hadden het ook niet. Teleurgesteld bestelden we maar iets anders. Toen het eten aankwam werden we nog verder teleurgesteld want het was echt niet te eten. De saganaki (gebakken kaas) was keihard als een steen, de Griekse salade had niet eens een stukje fèta (Griekse geitenkaas) erop, de tzaziki (knoflook / komkommersalade) was niet bijzonder, het brood was uitgedroogd, en eigenlijk was het enige lekkere het water en de frietjes. De tip is dus om als je er ooit komt even door te lopen naar de volgende taverne, want slechter dan hier wordt het niet. Na de lunch wandelden we nog verder naar het noorden en daarna weer helemaal terug. Voldaan maar best moe kwamen we weer aan bij onze studio. Die avond bestelde ik in de Chora de matsata met kip, want hier hadden ze het wel. Je hoefde er dus niet helemaal voor naar Ano Meria te gaan. Overigens smaakte het prima. |
Op onze derde en tevens laatste dag op het eiland Folegandros besloten we een autootje te huren om nog wat plekken te gaan bekijken. Het weer was ondertussen aardig opgeklaard dus we wilden een leuk strand op gaan zoeken. Het eerste strand dat we zagen was Agali, dat op ongeveer een uur lopen vanaf de Chora ligt. Mooi strandje met wat huisjes eromheen. Vanaf Agali Beach is er een pad naar Agios Nikolaos Beach, wat een naturistenstrand is. Wij reden echter weer helemaal naar het noorden en namen een van de paden daar die naar de diverse strandjes gaan. We besloten voor Ampeli Beach en lieten de auto staan om het laatste stuk (half uur aan drie kwartier) te gaan lopen. We kwamen aan bij een prachtig klein kiezelstrandje in een turqoise baai. Er was helemaal niemand dus de kleren gingen uit (later kwamen er overigens nog wel wat meer mensen, die op een quad naar het strand waren gereden). Na een tijdje zonnen en wat zwemmen gingen we naar het zuiden, naar Karovastasis, om te gaan lunchen: een heerlijke vis in de Kalymnios Taverne. Het smaakte prima en de bediening was weer uitermate vriendelijk. We ontdekten nog een prachtig en vrij groot strand aan de andere kant van het dorp. Je moest er met een trappetje naartoe. Er zaten maar twee mensen hier en het uitzicht was overweldigend. Op de Folegandros stranden pagina heb ik een filmpje van dit strand gezet. 's Avonds was het weer tassen pakken en voor de laatste keer uit eten in de Chora. De volgende dag kregen we na het ontbijt bij de Fata Morgana Studios een lift naar het haventje om de boot te pakken die ons weer naar Santorini zou brengen. |
De laatste drie dagen van de vakantie zaten we weer op Santorini, waar we ook begonnen waren. Ik zal er niet al te lang over uit gaan wijden want deze nieuwsbrief is al een stuk langer geworden dan dat het plan was. Bij aankomst in de haven stond onze auto er niet en moest ik bellen waar hij was. Die man was ons gewoon vergeten, dus ik heb hem bij thuiskomst meteen van mijn site afgehaald. We verbleven in Perissa, een toeristisch stadje aan een lang zandstrand, maar eigenlijk vonden we het daar wel erg gezellig, vooral in de avonduren. Het appartement hadden we gewoon online op het internet geboekt. We bezochten nog een flink aantal stranden en een aantal dorpjes en kwamen tot de conclusie dat Santorini eigenlijk best veel te bieden heeft en erg gevariëerd is. Behalve de toeristische trekpleisters en de populaire badplaatsen zijn er ook stillere plekken en mooie en rustige stranden. In de tussentijd is de volgende vakantie natuurlijk alweer geboekt. We gaan alwéér naar Kreta. Dat eiland blijft ons maar lokken. We gaan naar nieuwe logeeradresjes en naar een paar oude favorieten, zoals Sophia's House en de Kastania Lodge waar ze nog plek hebben (als je nog geen plannen hebt en je wilt in een leuke accommodatie zitten, vanaf half september hebben ze nog plek!). Naderhand ben ik weer terug met een verslag. |
Oké mensen, dit is het einde van mijn nieuwsbrief. Ik hoop dat ik je misschien een keer zie in Griekenland en ik wens iedereen het beste. Nadat ik terug ben van mijn vakantie op Kreta volgt er een nieuwe nieuwsbrief.
|