
Legkippen.
De tweede manier is een wat nieuwere manier. Het is een grootte fileermachine
waar alle haantjes doorheen worden gehaald. Ze worden levend gefileerd. Daarna komen ze als kuikenfile in de winkel.
De hennetjes gaan eerst naar een opfokbedrijf. Ze blijven hier tot een leeftijd van ongeveer negentien weken. Ze zijn dan klaar voor de leg en gaan naar een legbedrijf.
De grootste deel van de legkippen komen te wonen in een legbatterij. Een legbatterij ziet er een beetje uit als een verwaarloosde flatgebouw van draadgaas van drie of meer etages. Elke kooi heeft een vloeroppervlakte van ongeveer 45 bij 50 centimeter.
Een kooi van die formaat wordt bewoond door vijf kippen. De leefruimte van iedere kip is ongeveer de grootte van een a4 blaadje
.
De dieren hebben niet eens ruimte om hun vleugels te strekken. Meer dan 33 miljoen kippen in Nederland leven onder deze verschrikkelijke omstandigheden.
In een batterijkooi kunnen de kippen hun natuurlijke gedrag niet tonen. Ze zouden bijvoorbeeld graag een zand -of stof willen nemen, maar dat is niet mogelijk in een kooi van draadgaas. Ook hebben kippen een ritueel die ze voor het leggen uitvoeren. Die
is ook niet mogelijk door het gebrek aan ruimte. Ook legt de kip het liefst in afzondering een ei. Weer is dit niet mogelijk door het gebrek aan ruimte.
De kippen worden veertien maanden oud. Ze hebben dan ongeveer driehonderd eieren gelegd. Al die tijd hebben ze in de batterijkooi gezeten. Na
veertien maanden gaan de kippen naar de slacht, maar tien procent van de kippen zijn al gestorven aan ziekten of
ze worden dood gepikt. Ook als de productie van eieren afneemt gaan ze vroegtijdig dood. Ze komen dan terecht in de soep als soepkip.
Wanneer de kippen uit de kooi worden gehaald gaat het er niet zachtzinnig aan toe. Bij aankomst op het slachthuis is een procent gestorven en heeft vijf procent een gebroken vleugel of poot.
Slachtkuikens.
Nadat de kuikentjes zijn uitgebroed gaan ze meteen door naar het mestbedrijf. Daar worden ze met meer dan tienduizend tegelijk in een stal zonder ramen gezet. Vijfentwintig kuikens per vierkante meter stal. Al gauw worden de kuikentjes door het voer zo groot dat ze niet meer de ruimte heb
ben om hun vleugels uit te strekken, hun verenkleed schoon te maken of te scharrelen. De kuikentjes groeien 45 gram per dag. Eind jaren vijftig was het nog net iets meer dan vijftien gram per dag. Omdat slachtkuikens in de bio-industrie zijn doorgefokt op
extreem snelle groei, dikke botten en veel borstvlees hebben ze veel kwalen. Hun lichaam kunnen de harde groei niet aan en ze sterven aan verstikking of een hartaanval. Een ander gevolg van de te snelle groei is dat de kuikentjes vaak pootgebreken krijgen;
hun poten bezwijken onder hun gewicht. Een voorbeeld daarvan is draaipoten.
De
slacht.