Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!
Kippen in de Bio-industrie

De enige plek waar je nu nog vrolijke loslopende kippen kunt zien is de kinderboerderij. De pluimveehouderij is de grootste tak van de bio-industrie. Dat komt doordat de Nederlanders steeds meer kippenvlees eten. Vroeger was kip een delicatesse , nu is het een vleessoort die bijna iedere dag wordt gegeten. Kip is het goedkoopste vleessoort, voor een paar gulden heb je een hele kip op je bord. Niet alleen kippenvlees wordt op grootte schaal gegeten maar er worden ook nog steeds veel kippeneieren gegeten.
Het begin van het ellendige leven van een kip voor de bio-industrie is op een vermeerderingsbedrijf. Op de vermeerderingsbedrijf zorgen hennen en hanen voor bevruchte eieren. Vervolgens gaan de bevruchte eieren naar de broederij. Daar worden de eieren met tienduizenden tegelijkertijd in een broedmachine gestopt. Eenentwintig dagen later kruipen de kuikens uit hun ei en beginnen hun korte leventjes. Het hangt nu af van hun ras en geslacht wat er verder met ze zal gebeuren.

Legkippen.


Als ze een kuiken van een legras zijn komen ze terecht bij een legbedrijf. Daarvoor worden de kuikentjes eerst gesekst. De haantjes worden dan van de hennetjes gescheiden. Als een kuikentje een haantje is heeft hij niet lang meer te leven. Haantjes leggen geen eieren en zijn daarom voor een legbedrijf niets waard. Hij kan dan op twee manieren worden gedood. De eerste manier is dat hij in een plastic zak met koolzuurgas wordt gestopt. Op die manier stikken de haantjes langzaam. Het kan wel een half uur duren voordat de kuikens dood zijn.
De tweede manier is een wat nieuwere manier. Het is een grootte fileermachine waar alle haantjes doorheen worden gehaald. Ze worden levend gefileerd. Daarna komen ze als kuikenfile in de winkel.
De hennetjes gaan eerst naar een opfokbedrijf. Ze blijven hier tot een leeftijd van ongeveer negentien weken. Ze zijn dan klaar voor de leg en gaan naar een legbedrijf.
De grootste deel van de legkippen komen te wonen in een legbatterij. Een legbatterij ziet er een beetje uit als een verwaarloosde flatgebouw van draadgaas van drie of meer etages. Elke kooi heeft een vloeroppervlakte van ongeveer 45 bij 50 centimeter. Een kooi van die formaat wordt bewoond door vijf kippen. De leefruimte van iedere kip is ongeveer de grootte van een a4 blaadje .

De dieren hebben niet eens ruimte om hun vleugels te strekken. Meer dan 33 miljoen kippen in Nederland leven onder deze verschrikkelijke omstandigheden.  In een batterijkooi kunnen de kippen hun natuurlijke gedrag niet tonen. Ze zouden bijvoorbeeld graag een zand -of stof willen nemen, maar dat is niet mogelijk in een kooi van draadgaas. Ook hebben kippen een ritueel die ze voor het leggen uitvoeren. Die is ook niet mogelijk door het gebrek aan ruimte. Ook legt de kip het liefst in afzondering een ei. Weer is dit niet mogelijk door het gebrek aan ruimte.
De kippen worden veertien maanden oud. Ze hebben dan ongeveer driehonderd eieren gelegd. Al die tijd hebben ze in de batterijkooi gezeten. Na veertien maanden gaan de kippen naar de slacht, maar tien procent van de kippen zijn al gestorven aan ziekten of ze worden dood gepikt. Ook als de productie van eieren afneemt gaan ze vroegtijdig dood. Ze komen dan terecht in de soep als soepkip. Wanneer de kippen uit de kooi worden gehaald gaat het er niet zachtzinnig aan toe. Bij aankomst op het slachthuis is een procent gestorven en heeft vijf procent een gebroken vleugel of poot.

Slachtkuikens.


We zeggen wel dat we kip eten maar dit is niet juist. De kip die je op je bord krijgt is niet eens drie weken oud en is dus maar een kuikentje. Wat eigenlijk een vrolijk donzige kuikentje van een paar gram hoort te zijn is door de bio-industrie ontwikkelt tot een vleesklomp van zo'n twee kilo. In Nederland worden jaarlijks 300.000.000 kuikentjes vetgemest.
Nadat de kuikentjes zijn uitgebroed gaan ze meteen door naar het mestbedrijf. Daar worden ze met meer dan tienduizend tegelijk in een stal zonder ramen gezet. Vijfentwintig kuikens per vierkante meter stal. Al gauw worden de kuikentjes door het voer zo groot dat ze niet meer de ruimte heb ben om hun vleugels uit te strekken, hun verenkleed schoon te maken of te scharrelen. De kuikentjes groeien 45 gram per dag. Eind jaren vijftig was het nog net iets meer dan vijftien gram per dag. Omdat slachtkuikens in de bio-industrie zijn doorgefokt op extreem snelle groei, dikke botten en veel borstvlees hebben ze veel kwalen. Hun lichaam kunnen de harde groei niet aan en ze sterven aan verstikking of een hartaanval. Een ander gevolg van de te snelle groei is dat de kuikentjes vaak pootgebreken krijgen; hun poten bezwijken onder hun gewicht. Een voorbeeld daarvan is draaipoten.

De slacht.


Als de kuikens het juiste gewicht voor de slacht hebben, komt een vangploeg. Ze worden hardhandig met heel veel tegelijkertijd in kratten gestopt. Daarna worden ze vervoerd naar het slachthuis, waar hun korte en ellendige leventjes door een nog beroerder dood worden beëindigd. Het slachten van de kuikens is letterlijk lopende band werk. Als eerste worden de kuikens ruw uit de kratten getrokken en ondersteboven aan hun poten aan slachthaken gehangen. Terwijl ze daar hangen zien ze aan de andere kant van de lopende band hun al gestorven soortgenoten voorbijkomen. De angst is uit hun ogen af te lezen, ze voelen en ruiken immers de dood. De lopende band loopt verder en met een snelheid van meer dan honderd dieren per minuut worden de kuikens elektrisch bedwelmd. Vervolgens worden de halsslagaders doorgesneden. De kuikens worden dan in een bak met kokend water gegooid. Op die manier worden de veren los geweekt. Als het goed is zijn de kuikentjes vanaf het elektrisch bedwelmen zwaar verdoofd. Maar vaak is dit niet het geval. In veel slachthuizen wordt bij het bedwelmen een veel te zwakke elektrische stroom. Dit wordt gedaan omdat het beter is voor de kwaliteit van het vlees. Door de zwakke re stroomstoot komen er minder bloeduitstortingen in het vlees. Als gevolg hiervan worden elk jaar weer miljoenen kuikens in Nederland geslacht en in kokende water gegooid zonder dat ze zijn verdoofd.