<< Terug naar overzichtspagina

 

Joannes Baptiste Billiet                    X Gent 27/01/1831                            Francisca Philippina Kerres

(fs Carolus Franciscus  X  Joanna Maria Grenier)                                                     (fa Martinus Franciscus  X  Coleta Maria Catharina Thomas)

° Gent St-Michiels-Noord 25/09/1792                                                         ° Gent St-Baafs ca 1804

+ Gent 03/06/1853: 60 jr                                                                              + Gent ??/??/1887: ca 83 jr

 

Kinderen Billiet:

1. Joannes Baptista Coleta

° Gent Sint-Stefanus 27/10/1831
+ Gent 23/04/1897: 65 jr
X Gent 18/06/1867  Anaïs Augustina De Baets

2. Clemence Julie Marie

° Gent Sint-Stefanus 26/07/1833
X Gent 05/06/1860  Emilius Julius Petrus Doudan

3. Maria Constantia

° Gent 26/11/1836
+ Gent 14/04/1859: 22 jr

4. Silvie Caroline Colete

° Gent 09/07/ 1839
+ Gent 10/07/1859: 20 jr

 

 

Doopgetuigen:

Kind

Dooppeter & doopmeter

Joannes Baptista Coleta

Ludovicus Bernardus Billiet & Coleta Maria Catharina Thomas

Clemence Julie Marie

Martinus Philippus Dutry & Joanna Maria Grenier

 

 

 

 

Gezinsvader Joannes Baptiste Billiet werd in Franstalige aktes genoemd: “avoué” (procureur, pleitbezorger bij het gerecht).

In 1830 tot 1833 woonde het gezin in Gent in de “Plottersgracht Wijk 3”, maar vanaf 1836 woonde hij in “het Groot Gewat”.

 

Joannes Baptiste Billiet was al in de Hollandse periode politiek geëngageerd en ergerde zich aan de beslissingen van de koning.

De krant Le Catholique des Pays-Bas publiceerde op 29-01-1829 de namen van een grote groep ondertekenaars van 4 petities waarin geprotesteerd werd tegen het bewind van de Nederlandse koning Willem I. De 4 petities eisten het herstel van de vrijheid van pers, jury, juridische onafhankelijkheid en de afschaffing van belasting op molens en maalderijen. Eén van de vele ondertekenaars in Gent was J. B. Billiet.

De Nederlandse koning bleef doof voor dit protest en dit ontaarde in de Belgische opstand in 1830.

Met de Belgische onafhankelijkheidsrevolutie toonde Joannes Baptiste Billiet zich erg patriottistisch en zette zich in voor de organisatie van de onafhankelijke Belgische staat.

Hij was lid van « la société patriotique de Gand » en was er zelfs één van de voortrekkers. De krant Le Journal des Flandres van 25-10-1830 meldt een toespraak van “avoué Billiet” in de vergadering van die vereniging. Er waren kort tevoren in Gent troebelen geweest, en avoué Billiet riep op om een comité van afgevaardigden samen te stellen dat orde moest scheppen in het vrijwilligerscorps. Een plaatselijke kolonel-commandant gaf daarop wat toelichting en zijn bereidheid tot inzet, wat op algemeen applaus werd onthaald en het voorstel van Billiet werd unaniem aangenomen. Bij de stemming werd ook avoué Billiet verkozen als lid van dat nieuwe comité.

’s Anderendaags werd het stadbestuur van Gent verkozen: de burgemeester, schepenen en raadsleden. Bij de verkozen raadsleden was ook avoué Jean Billiet.

 

Na de Belgische onafhankelijkheidsrevolte van 1830 werd opgeroepen om de gewonde strijders en getroffen families van gesneuvelden te steunen met financiële giften. Een Franstalig krantenartikel in Le Journal des Flandres van 08-10-1830 meldt dat in Gent avoué Joannes Baptiste Billiet zich bereid verklaarde om die steungelden in te zamelen. Op 28-10-1830 werd gepubliceerd dat voor deze vraag om bijdragen “ongeveer 1000 francs werd opgehaald ten voordele van de geblesseerden, weduwen en kinderen van de slachtoffers van de glorieuze revolutie”.

 

De krant L’indépendance Belge van 16-07-1836 publiceerde de uitslag van de gemeenteverkiezingen. De politieke lijst Messager de Gand die de zittende burgemeester en schepenen bevatte, behaalde de overwinning en dus alle zetels. Onder de kandidaten van de verliezende lijsten Constitutionnel des Flandres en Journal des Flandres zit Jean Baptiste Billiet, avoué. Hij haalde 606 stemmen, maar alle kandidaten van zijn verliezende partij werden opzij geschoven.

 

Joannes Baptiste had ook een leidende rol binnen het wereldje van “avoués” in Gent. Hij werd in oktober 1844 aangesteld als voorzitter (président) van de kamer van avoués bij het hof van eerste aanleg in Gent.

 

Zijn bidprentje noemt hem: “Avoué by het Hof van Appel” (Hof van Beroep). Zijn bidprentje had zowel een Nederlandstalige als een Franstalige versie. Hij was dus in beide landstalen thuis.

 

Na het overlijden van Joannes Baptiste werd in huwelijksaktes van zijn kinderen de weduwe Francisca Philippina Kerres “grondeigenaerster” genoemd. Ze leefde dus van de pachten van hun grondeigendommen en waren duidelijk vermogende mensen.

Ze hadden in elk geval eigendommen in Ruiselede. De kadastrale legger van ca 1854 vermeldt dat in Ruiselede in kadastrale sectie D twee akkers dicht bij de grens met Poeke eigendom waren van “weduwe Billiet en kinderen uit Gend” zonder de naam van die weduwe te vermelden. Het waren de percelen:

-          D 647, land, 1 ha 02 a 20 ca

-          D 648, land, 1 ha 02 a 90 ca

Totale oppervlakte: 2 ha 05 a 10 ca.

Deze twee akkers waren een deeltje uit de heerlijkheid Zwijnhage dat door Carolus Franciscus Billiet, de vader van Joannes Baptiste, verworven was rond 1773.

Francisca Kerres was in 1854 de enige weduwe Billiet met kinderen, die toen nog in leven was en ook in Gent woonde en bovendien een familiale band had met deze gronden, dus gaat het ongetwijfeld over haar.

Die heerlijkheid Zwijnhage was origineel ongeveer 12,75 ha geweest, maar door vererving naar verschillende kinderen en kleinkinderen wellicht versnipperd geworden. Deze twee akkers waren de enige restanten die nog op naam Billiet van deze stamboom stonden, de rest was blijkbaar al verkocht. Eén van de andere akkers (D 622) uit die heerlijkheid Zwijnhage was verkocht aan Bernardus Billiet, deurwaarder uit Lotenhulle en grootgrondbezitter, die evenwel geen familie was en tot een andere stamboom Billiet behoorde (herkomst uit Eeklo).

 

 

De kinderen leefden en trouwden binnen hun stand:

-          Zoon Joannes Baptista Coleta Billiet werd advocaat en daarnaast was hij volgens zijn bidprentje ook Schatbewaarder der kerk van S. Elisabeth (de begijnhofkerk). Vóór zijn huwelijk in 1867 woonde hij en zijn moeder in Het Groot Gewat.
Zijn vrouw Anaïs De Baets was zonder beroep en haar moeder was “grondeigenaarster”, dus van rijke afkomst.
Vermoedelijk bleef dit echtpaar Billiet-De Baets kinderloos, want hoewel ze in Gent trouwden en overleden, zijn er tot nog toe geen geboortes uit dit huwelijk gevonden in Gent en ook het doodsprentje van Joannes Baptista bevat geen boodschap aan de kinderen wat nochtans de gewoonte was als er kinderen waren.

-          Dochter Clemence Julie Marie trouwde in 1860 met notaris Emilius Doudan die in “Winkel Sint-Eloy” (Sint-Eloois-Winkel) woonde, maar afkomstig was uit Brugge waar zijn moeder nog woonde en “grondeigenares” genoemd werd. Latere aktes noemen hem “advokaat te Gent”. Het beroep van Clemence werd in 1860 “epandeige naeister” genoemd en ze woonde toen bij haar moeder Francisca Philippina Kerres in de “Keizers dreve in Gent.

 

 

-------------------------------------------------------------------------------------

Bronnen:

-          Aktes Burgerlijke Stand Gent

-          Bidprentjes van vader Joannes Baptiste, zoon Joannes Baptista, dochters Maria Constantia en Silvie Caroline Colete.

-          Kadastrale legger ca 1854 en bijhorende Popp-kaart, opvraagbaar via Koninklijke bibliotheek België https://www.kbr.be/nl

-          Krantenartikel in Le Catholique des Pays-Bas op 29-01-1829 : namen van ondertekenaars van 4 petities 

-          Krantenartikel in Le Journal des Flandres van 08-10-1830 en 28-10-1830: inzameling van financiële steun voor slachtoffers van de Belgische revolutie.

-          De krant L’indépendance Belge van 16-07-1836: lijst van de kandidaten voor Constitutionnel des Flandres en van Journal des Flandres. Jean Baptiste Billiet, avoué, haalt 606 stemmen

-          Krantenartikel in Le Messager De Gand op 25-10-1844 pg 1 (opvraagbaar via www.belgicapress.be/ ): benoeming van J. B. Billiet tot “président” van “la chambre des avoués près la cour d’appel de cette ville”.

 

 

<< Terug naar overzichtspagina