<< Terug naar overzichtspagina

 

Petrus Franciscus Billiet      X Poeke 17/09/1804               Carolina Degraeve

(fs Joannes  X  Maria Catharina De Baets                                    (fa Sebastianus  X  Anne Marie Sutterman)

° Lotenhulle 28/02/1784                                                        ° Vinkt 07/03/1780

+ Lotenhulle 05/02/1855: 71 jr                                              + Poeke 28/02/1837: 57 jr

 

Het parochieregister vermeldt het kerkelijk huwelijk op 1 oktober 1804.

Huwelijksgetuigen: Joanne Succaet & Coleta Francisca De Graeve

 

Kinderen 1ste huwelijk:

1. Marie Julie

° Poeke 14/05/1805

2. Jan Baptist

° Poeke 08/08/1807

3. Juliana

° Poeke 06/03/1811
X Poeke 02/05/1835  Carolus Ludovicus Bruneel

4. Coleta Francisca

° Poeke 20/02/1813

5. Adolphus

° Poeke 11/11/1814
+ Poeke 01/12/1855: 41 jr
X (voor 1842)  Seraphina Verstraete

6. Carolus Ludovicus

° Poeke 22/09/1816
+ Poeke 21/03/1866: 49 jr
X Ruiselede 18/06/1845  Maria Ludovica Deram

7. Ivo

° Poeke 31/01/1818

8. Francies

° Poeke 13/12/1819
+ Poeke 14/08/1850: 30 jr
X  Maria Francisca Vandenberghe

9. Virgenie

° Poeke 08/05/1822
X  Petrus Heyndrickx

10. Paulina

° Poeke 02/06/1825
+ Nieuwpoort 14/07/1892: 67 jr
X  Roland Van de Casteele

11. Eduardus

° Poeke 14/07/1826
+ Ruiselede 19/04/1892: 65 jr
X Ruiselede 17/04/1858  Nathalie Baete

 

 

Petrus Franciscus Billiet      XX Poeke 28/03/1840           Rosalia Bouton

                                               (fa Pieter Joseph  X  Francisca Deschuymer)

                                               ° Zeveren 06/04/1821

                                                              + Drongen 24/06/1904: 83 jr

 

Kinderen 2de huwelijk:

1. Augustus

° Poeke 26/01/1841
X Gent 24/08/1881  Maria Elisa Boute

2. Maria Elisa

° Poeke 13/06/1842
+ Gentbrugge 25/01/1914: 71 jr
X  Richard Segers

3. Richardus

° Poeke 16/02/1844
+ O.L.V.-Lombeek 25/08/1904: 60 jr
X O.L.V.-Lombeek 18/04/1866  Maria Wivina De Beenhouwer
XX O.L.V.-Lombeek 27/05/1868  Joanna Henrica De Beenhouwer
XXX Herne 13/01/1875  Maria Paulina Van Holder

4. Emilianus Henricus

° Poeke 27/09/1845
+ Ruiselede 27/08/1922: 76 jr
X O.L.V.-Lombeek 15/05/1882  Carolina Victoria Van Holder

5. Basile Marie

° Poeke 25/07/1847
+ Gent 27/11/1928: 82 jr
X Gent 19/04/1877  Melanie Bollaert

6. Camillus

° Poeke 16/02/1850
+ St-Joost-ten-Node 24/03/1931: 81 jr
X Schaarbeek 27/12/1881  Angeline Vandenbroeck

7. Alphonsus

° Poeke 08/10/1852

8. Maria Josephina Charlotte

° Poeke 16/03/1855
+ Gent 14/03/1860: 5 jr

 

 

Petrus Franciscus Billiet was net als zijn vader “metser” van beroep en zijn eerste vrouw Carolina Degraeve was “spinster”.

Petrus Franciscus was geschoold en ondertekende eigenhandig de geboorteaktes van zijn kinderen met “P f Billiet. Zijn vrouw Carolina Degraeve liet verklaren niet te kunnen schrijven.

 

In die tijd voerde Napoleon Bonaparte heel wat oorlogen en voor de massale uitbouw van zijn leger was de algemene legerdienstplicht ingevoerd in alle gebieden die door Frankrijk bezet waren, dus ook in België. Op de leeftijd van 20 jaar werden alle mannen opgeroepen voor hun legerdienst. Maar niet iedereen liet zich gewillig inlijven in het leger. Petrus Franciscus Billiet moest vanaf 1804 zijn dienstplicht vervullen, maar in 1805 dook hij onder en werd dus gezocht als deserteur.

Niet zelden werd in zo’n geval druk uitgeoefend op deserteurs door bij de ouders te dreigen met boetes en opsluitingen, en dat gebeurde ook bij Petrus Franciscus. In juli 1805 ontving het gemeentebestuur van Poeke het bericht dat Pierre-François Billiet zijn eenheid niet vervoegd had en men dreigde met een boete ten laste van zijn echtgenote of zijn ouders. Daartoe werd bij de gemeente geïnformeerd naar de fortuintoestand van de familie Billiet. Als antwoord op die vraag antwoordde de gemeente met volgende Franstalige brief (citaat uit het boek “Geschiedenis van Poeke”):

 

Originele Franse tekst

Nederlandse vertaling

j’ai l’honneur de vous informer monsieur que Pierre François Billiet, fils de Jean et de feu Catherine de Baets, conscrit refractaire de la commune de Poucques, est mariée le 30 fructidor an 12 et que sa femme est depuis son absense dans la plus grande indigence, avec un petit enfant, et consernant Jean Billiet son père il a deux petits maisons avec vingt cinq verges de terre qui sont plus chargé de rentes quil ne vaux et est aussi dans l’indigence absolue avec six enfants, par consequanse je crois monsieur que ni l’un ni l’autre est dans le cas de pouvoir payer la moindre amende ou indemnité.

Ik heb de eer u te informeren mijnheer, dat Pierre François Billiet, zoon van Jean en van wijlen Catherine de Baets, dienstplichtige dienstweigeraar van de gemeente Poeke, is getrouwd op 30 fructidor jaar 12 (=17 september 1804), en dat zijn vrouw zich sinds zijn afwezigheid in de allergrootste armoede bevindt, met een klein kind, en wat betreft Jean Billiet zijn vader, hij heeft 2 kleine huisjes met 25 verges grond, die met meer renten belast zijn dan hij kan opbrengen en is ook in absolute armoede met zes kinderen, bijgevolg geloof ik mijnheer dat noch de ene noch de andere in het geval is om de minste boete of schadeloosstelling te kunnen betalen.

 

In deze brief lijkt het erop dat de verantwoordelijken van het gemeentebestuur van Poeke hun inwoners proberen te beschermen tegen de eisen van de Franse bezetter. Ze zetten dik in de verf dat er absolute armoede is en zelfs de minste boete helemaal niet kan betaald worden. Voor de vader van Petrus Franciscus verklappen ze nochtans dat hij twee huizen heeft, maar ze minimaliseren dat door duidelijk te stellen dat het kleine huisjes zijn met weinig grond en dat hij de afbetaling ervan niet aan kan, en bovendien veel kinderen heeft.

De afloop van deze onderduikgeschiedenis is onbekend.

 

De bevolkingsregisters van Poeke geven aan dat vanaf 22/07/1835 in het huis van Petrus Franciscus Billiet ook een zekere Charles Louis Bruneel woonde, een metser van 30 jaar oud, geboren in Tielt. Die was toen pas getrouwd met dochter Juliana Billiet. Na een jaartje inwonen, vertrok dit jonge gezin op 01/06/1836 naar Lotenhulle waar ze gingen wonen.

 

In 1838 werd met de broers en zussen van Petrus Franciscus een herverdeling overeen gekomen van de eigendommen uit de nalatenschap van hun vader Joannes.

Daarbij verkochten een broer en 2 zussen (Joannes Baptiste, Regina en Isabelle Therese) hun aandeel in de eigendommen voor in totaal 240 francs aan 4 andere broers en zussen: Francies (=Petrus Franciscus), Henriette, Seraphina en Constantin.

Vanaf dan deelde Petrus Franciscus dus die eigendommen met 2 halfzussen en een halfbroer.

Het betrof twee eigendommen die als volgt omschreven werden:

-         een huys en erf gesitueerd ter noord zijde van de Kasteel Straet te Poucques gekend bij gemeente plan Sectie a Numeros 600, 601 en 602 te saemen groot acht aren viertig centiaren

-         een huys staende ter zuyd zijde van gemelde Straet op Cheyns grond [= cijns grond, de grond behoort aan een andere eigenaar (de grondheer) dan de gebouwen erop, en daarom moet er jaarlijkse grondpacht betaald worden aan de grondheer] van den heer De Nieuport [=burggraaf De Nieuport, baron van Poucques]. De tekst vermeldt geen nummer van deze eigendom.

Wellicht zijn dat dezelfde twee huizen die reeds in 1805 vermeld werden in de brief naar de Franse overheid en toen op naam van zijn vader stonden.

 

Drie jaar na de dood van zijn eerste vrouw, hertrouwde Petrus Franciscus in 1840 met Rosalia Bouton uit Zeveren. Ze was toen een 19-jarige “dienstmeyd” wonende in Poeke, en daarmee 37 jaar jonger dan Petrus Franciscus (toen 56 jaar). Beiden waren geschoold en ondertekenden eigenhandig hun huwelijksakte.

De bevolkingsregisters van Poeke van de periode 1847-1866 vermelden dat het gezin in deKasteelstraet” in Poeke woonde, dus wellicht in één van bovengenoemde huizen.

Ze hadden van 1848 tot 1851 een inwonende dienstmeid in huis: Coleta De Waelsche. Ze kwam in 1848 vanuit Ruiselede als dienstmeid van 16 jaar oud, en vertrok op 29/06/1851 naar Tielt.

 

De kadastrale legger en bijhorende Popp-kaart van Poeke (ca 1854) geven aan dat (Petrus) Franciscus Billiet toen eigenaar was van 5 bijeenhorende kadastrale percelen, waarvan er 4 een huis waren. Die percelen waren gelegen in kadastrale sectie A, in de Kasteelstaat (tegenwoordig: Poekedorpstraat) dicht bij de gemeenteschool:

-          A 600a, huis, 70 ca

-          A 600b, huis, 30 ca

-          A 601a, huis, 2 a 00 ca

-          A 601b, huis, 60 ca

-          A 602a, tuin, 4 a 80 ca

Totale oppervlakte: 8 a 40 ca.

Deze percelen waren dus dezelfde als de nalatenschap van zijn vader Joannes, waarvan de eigendommen in 1838 door 4 broers en zussen uitgekocht werden van de rest van het ouderlijk gezin Billiet.

Blijkbaar heeft Petrus Franciscus daarna nog zijn medehouders (een halfbroer en 2 halfzussen) uitgekocht om de enige eigenaar te worden.

Voor de meeste eigenaars werd ook het beroep vermeld in de kadastrale legger, maar voor Petrus Franciscus werd dit niet gedaan. Mogelijks was hij toen als 70-jarige niet meer actief.

 

Popp-kaart van Poeke ca 1854, kadastersectie A. Op dit kadasterplan is het noorden naar links. De eigendommen van Petrus Franciscus Billiet zijn hier in rood omkringd.

 

De vergelijking met de toestand van die percelen in de primitieve kadasterplannen van 1835, toont de evolutie van de bouwwerken.

Het kadasterplan van 1835 toonde slechts 2 rijhuizen op die percelen, beiden langs de straat: een huis op perceel 600 (later 600a genoemd), en daaraan aangebouwd een huis op perceel 601 dat tot tegen het buurperceel 605 aanleunde en later gesplitst werd naar 601a en 601b. Er was toen nog geen achterliggend huis (het latere 600b). Dit achterliggend huis 600b dat via een smal wegeltje bereikbaar was en een eigen tuingrond aangemeten kreeg, werd dus pas tussen 1835 en 1854 bijgebouwd, evenals de opsplitsing van het huis op 601 tot 2 aparte huizen.

Als metser had Petrus Franciscus wellicht de opsplitsing en bijbouwing zelf uitgevoerd.

Kadasterplan van 1835 van Poeke. Toen stonden er slechts 2 huizen op die grond.

 

Petrus Franciscus Billiet bleef in Poeke wonen, maar is onverwacht gestorven in 1855 op 71-jarige leeftijd te Lotenhulle in het huis van Pieter Lybrecht, een “slagter” en “goede kennis van den overledene”. Deze slachter samen met schoonzoon metser Charles Bruneel, waren de aangevers op het gemeentehuis van het overlijden van Petrus Franciscus Billiet.

Het laatste kind van Petrus Franciscus werd anderhalve maand na zijn dood geboren.

 

Twee jaar na het overlijden van Petrus Franciscus Billiet, op 01/07/1857, hertrouwd zijn tweede vrouw Rosalia Bouton met Constant Billiet (dienstknecht, later dagloner, ° Tielt 01/08/1830. Zijn grootvader kwam uit Frankrijk), die geen familie was van Petrus Franciscus. Uit dit huwelijk werd een dochter Prudentia Billiet geboren in Poeke op 01/07/1858 en in Gent nog een Bernardus Billiet op 17/02/1861.

Het gezin met alle kinderen van Rosalia Bouton verhuisde naar Gent op 03/12/1859. De kinderen uit het eerste huwelijk van Petrus Franciscus Billiet waren toen al het huis uit en verhuisden niet mee naar Gent.

Aangezien de huizen van Petrus Franciscus Billiet uit zijn erfdeel voortkwamen, stonden ze wellicht op zijn persoonlijke naam en had Rosalia Bouton daar als weduwe geen eigendomsrechten op, en verliet ze daarom Poeke.

Rosalia Bouton bleef minstens tot in 1882 in Gent wonen. Aktes uit 1868 en 1881 zeggen dat haar beroep in Gent “cultivatrice” (landbouwster) was. In 1861 woonde ze in de Rasphuisstraat en in 1877 in de Netstraat (later Nekkerputstraat genoemd) in Gent, wijk Rooigem.

Ze overleed in 1904 in Drongen waar ze toen in de wijk Baarle woonde.

 

De kinderen uit het eerste huwelijk begonnen al heel vroeg te werken. Er werd blijkbaar weinig belang gehecht aan een hoge scholing. Hard werken was het voornaamste doel. Toch was er wel degelijk zorg voor het gezin, want ondanks het groot aantal kinderen was er slechts 1 kindersterfte, wat uitzonderlijk weinig was voor die tijd.

-          de zonen Adolph, Carolus Ludovicus, Francies en Eduard werden allen “metser”. Ludovicus (Louis) was in 1827 al metser toen hij pas 11 jaar was en zijn broer Adolf was toen een 13-jarige metser. Ze werkten wellicht bij hun vader.

-          Dochters Juliana en Pauline waren aanvankelijk spinsters. Pauline was enige tijd tewerk gesteld bij notaris van Outrive in Ruiselede. Zij huwde met Roland Van de Casteele uit Nieuwpoort die leraar was bij de middelbare school. Roeland Van de Casteele was een opmerkelijk en zeer gekend figuur in Nieuwpoort, want hij was er ook kroniekschrijver en stadsdichter die boeken schreef met gedichten en fabels. Pauline overleed kinderloos en woonde toen in de Kokstraat te Nieuwpoort. Samen met haar man bezat ze daar 3 percelen (bouw)grond die na het overlijden van haar man geliquideerd werden en vererfd onder een groot aantal erfgenamen.

 

Sommigen kinderen uit het tweede huwelijk waren blijkbaar intelligent en kregen in Gent kansen om verder te studeren, waardoor die hoogstaander beroepen hadden. Van hen zijn volgende zaken bekend:

-          Augustus en Alphonsus waren hoveniers.

-          Maria Elisa trouwde met Richard Segers die smid was in Gendbrugge.

-          Richardus woonde eerst een tijd in Elsene nabij Brussel en trouwde in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek (Vlaams Brabant). Daar werd hij “gemeente onderwijzer” en in 1882 “koster”.

-          Emilianus Henricus was eerst notarisklerk en woonde in Ruiselede. Hij trouwde eveneens in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek met de zus van de derde vrouw van zijn broer Richardus. Hij werd een vooraanstaand figuur in Ruiselede en bracht het tot fabriekseigenaar, gemeentelijk schepen en senator.

-          Basile Marie werd koopman en later “commies” (ambtenarenfunctie). Hij bleef in Gent wonen.

-          Camillus woonde in de Brusselse gemeente Sint-Joost-Ten-Node. Daar was hij een tijdje “domestique” (huisknecht), vanaf 1882 “concierge” (huisbewaarder) en vanaf 1887 “employé” (bediende).

-          (Een huwelijksakte in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek van 1882 vermeldt nog een broer Cornelius Billiet geboren ca 1850 (mogelijks werd Camillus bedoeld), die in 1882 in Brussel woonde met als beroep: “rentenier”. Deze melding is nog niet verklaarbaar.)

 

 

-------------------------------------------------------------------------------------------

Bronnen:

-          Bevolkinsgregisters Poeke 1827 (vindplaats: gemeente-archief van Aalter): huis 82, gezin van Billiet Pr Fr en Degraeve Caroline

-          Bevolkinsgregisters Poeke 1847-1866 (vindplaats: gemeente-archief van Aalter): boek 2, pg 94, Kasteelstraat, gezin van Billiet Francies en Bouton Rosalia, met 2 kinderen uit het eerste huwelijk en 8 kinderen uit het tweede huwelijk.

-          Boek “Geschiedenis van Poeke”, pg 296, linker kolom, 4de alinea: brief over deserteur Pierre-François Billiet zoon van Jean en wijlen Catherine de Baets

-          Huwelijksakten van Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, via website http://arch.arch.be => zoeken naar personen
In één van de akten is Cornelius Billiet getuige, terwijl de bevolkingsregisters en Burgerlijke Stand van Poeke over Camillus Billiet spreken.

-          Overlijden in Gent via website http://arch.arch.be => zoeken naar personen

-          Verdelingsakte van eigendommen onder de kinderen van Joannes Billiet op 1 juli 1838 (Archief familie Billiet in Ruiselede).

-          Popp-kaart en bijhorende kadastrale legger van Poeke ca 1854.

-          Primitieve kadasterplannen van Poeke ca 1835

-          Erfenisregeling Pauline Billiet

-          Burgerlijke Stand Gent

 

<< Terug naar overzichtspagina