
OPVOEDING, ENKELE PEDAGOGISCHE EN
PSYCHOLOGISCHE AANDACHTSPUNTEN.

Foto: Pedagogisch verantwoord poppenspel.
Pedagogische en psychologische basispunten in een vogelvlucht,
van baby tot en met adolescent een zeer vereenvoudigd korte uiteenzetting...
Opvoeden begint feitelijk na de geboorte waarbij de baby tijdens de orale ontwik-
kelingsfase met behulp van (borst en fles)voeding, liefde, aandacht en verzorging
langzaam aan door de opvoeder(s) wordt geconditioneerd en in een bepaalde leer-
proces vanuit het babystadium ontwikkelingsniveau wordt gestuurd.
De baby is in deze fase (0-2 jaar) hoofdzakelijk vanuit een egobehoefte egocentrisch
ingesteld op vooral fysieke behoefte bevrediging (warmte, eten, slapen drinken en
ontlasting) waarbij de baby communicatie signalen afgeeft wanneer het een behoefte
heeft ontwikkeld (b.v. huilen wanner het honger heeft of zich onprettig voelt).
De baby leert al vrij snel na de geboorte de moeder herkennen door de geur en door
de intense moederverzorging waardoor de baby een speciale band met de moeder
ontwikkeld en zich veilig en geborgen voelt bij de moeder. De baby reageert voor
een belangrijk deel vooral instinctief in eerste aanleg op impulsen van buitenaf
(vooral vanuit het limbisch systeem vanuit de hersenen). In een later stadium kan
de baby de ouders (opvoeders) gericht herkennen en onderscheiden en leert het de
eerste woordjes door het stimuleren van de spraak en herkenningscentra in de
hersenen. De eerste tandjes komen door tijdens de babyfase. De motorische centra
in de hersenen worden vooral geprikkeld als de baby leert grijpen, kruipen en staan
in een later ontwikkelingsstadium. Tijdens de babyfase wordt er in een later stadium
een begin gemaakt met de zindelijkheidstraining.
Tijdens de peuterfase (2-4 jaar) is het kind voor een belangrijk deel op de anale ont-
wikkelingsfase gefixeerd die vooral gericht is op afronding van de zindelijkheids-
training. Het kind ontwikkeld zich tijdens de peuterfase in een versneld tempo door
vooral ook de leefomgeving te verkennen om meer indrukken op te doen. De peuter
heeft al een bepaalde woordschat opgebouwd evenals een groter vermogen om te
communiceren. Er is vanuit de peuter een sterke band met de ouders waarbij meisjes
meer naar de moeder en jongens meer naar de vader neigen die zij onwilkeurig als
rolmodel nemen (identificatie). De peuter ontwikkeld een eigen wil en speelt imite-
rende rolspellen, waarbij vooral de ouders worden gebruikt als rolmodel. Er ontwik-
kelen zich jaloezie gevoelens (claimen van b.v. de moeder of vader). De peuter ont-
wikkeld protestfasen waarbij het voor de oudersof opvoeders belangrijk is om niet
te toegefelijk te zijn. De peuter kan zich goed met speelgoed vermaken.
Tijdens de kleuterfase (4-6 jaar) is het kind al zindelijk geworden in het 4e jaar.
Kleuters zijn zeer levenslustig en staan vanuit hun leefwereld midden in het kleine
leven. Zij houden van hun ouders die hun geborgenheid, warmte, veiligheid en be-
scherming bieden al kunnen kleuters soms behoorlijk opstandig doen om te proberen
hun zin door te drijven, waarbij het dan belangrijk is om niet toe te geven als ouder en
waarnodig disciplinair te straffen met b.v. een time out (naar de slaapkamer sturen).
De kleuter zoekt veelvuldig contact met anderen en speelt graag met kinderen al
gaat dat veelvuldig met ruzies gepaard. De kleuter is weetgierig en stelt veel vragen.
De spraak wordt beinvloed door de directe omgeving (ouders, school, familie vriendjes).
Het kind kan door angsten neurosen, zoals eneuris noctura (bedplassen) of stotter
ontwikkelen. Kleuters zijn nog bang voor het onbekende.
Meisjes kunnen een electracomplex ontwikkelen waarbij ze in de moeder een rivaal
zien in de aandacht en liefde van de vader terwijl jongens een oedipuscomplex kunnen
ontwikkelen waarbij ze de vader als een rivaal zien in de aandacht en liefde van de
moeder.
Tijdens de kinderfase (6-11)-13 jaar)) is het kind levenslustig en leergierig. Deze
periode wordt vooral gekenmerkt door de basisschool. Jongens en meisjes gaan zich
steeds meer van elkaar afwenden door met leden van het eigen geslacht te spelen.
Het kind wordt steeds realistischer en leert de realiteit van alle dag kennen. Het kind
komt psychisch en lichamelijk steeds meer in evenwicht. Er is grote behoefte bij ouder
wordende kinderen aan ruimte voor zichzelf en een eigen plek om b.v. het huiswerk te
maken en naar muziek te luisteren. Er kunnen zich angsten, leer en gedragsmoeilijkheden
voordoen die b.v. met psychische en lichamelijke ontwikkelingsfasen te maken kunnen
hebben of met autoriteitsproblemen met ouders, leraren of anderen, of problemen thuis,
met vriendjes of op school door b.v. kinderen die pesten. Bij onhandelbaar gedrag kan
b.v. een time out of geldboeten oplossing bieden.
Tijdens de pubertijdsfase (11-13)-17 jaar)) is de puber in een fase beland waarin vooral
naar een eigen identiteit wordt gezocht. Het is een ontwikkelingsfase die gekenmerkt
wordt door onzekerheid en opstandigheid en verzet om zich zodoende een plaats te zien
veroveren voor zichzelf. Het verzet richt zich deels op de ouders vanuit de ouderlijke
macht en autoriteit en voor een ander deel op leraren en andere autoriteiten. Het is een
periode waarin het meisje de eerste ongesteldheid (menarche), beleeft en de jongen de
eerste zaadlozing (polutie). Een periode van hechte vriendschappen en verliefdheden.
Gedurende de pubertijd maakt het kind een lichamelijke groeispurt door die tot psychische
en lichamelijke klachten aanleiding kan geven (o.a. hartklachten en gemoedsstoornissen).
Pubers krijgen te maken met o.a. lichamelijke en psychische stoornissen, nerveuziteit
onzekerheidsgevoelens en angsten. Idolen nemen een belangrijke plaats in het leven van
de puber in even als kleding en schoonheidsidealen (wat bij meisjes o.a. kan leiden tot
anorexia nervosa, een eetstoornis). De puberteit is vooral een periode waarin de puber
op zoek gaat naar de eigen sexualiteit in een wereld die voor de puber soms chaotisch
overkomt. Grote druk en prestatie dwang of identiteit en emotionele problemen die
psychisch niet goed verwerkt kunnen worden kan aanleiding geven tot b.v. alcohol en
drugsgebruik, crimineel, agressief of suicide gedrag.
Tijdens de adolescentiefase (17-24 jaar)) is de jong volwassene druk doende zich een
vaste plaats in de wereld te veroveren. Deze periode staat in het teken van identiteit
ontwikkeling, zelfbevestiging en persoonlijkheidsvorming. Waarden en normen nemen
steeds meer een centrale plaats in het leven van de adolescent in op weg naar de uit-
eindelijke volwassenheid. De jong volwassene begint zich steeds rustiger te gedragen
en tracht zaken verstandelijk te doorzien. De adolescentie fase staat vooral in het teken
van de toekomst, zelfstandigheid en verzelfstandiging in relatie tot zelfrealisatie.
Gebrek aan zelfvertrouwen of het onvermogen om te komen tot zelfrealisatie kan aan-
leiding geven tot b.v. het ontstaan van identiteitscrises. Sociale en maatschappelijke
problemen of financiele problemen kunnen leiden tot b.v. vluchtgedrag in alcohol of
drugs of een toevlucht tot crimineel of gewelddadig gedrag.
Het NMG Gezondheidsbureau kan u psychosociaal en gedragstherapeutisch vanuit
het maatschappelijkwerk en de gedragstherapie bijstaan in u opvoedkundige taak
vanuit u hulpvraag om professionele bijstand voor uzelf of u kind of kinderen.
Waar nodig kan er ook worden over gegaan tot personal coaching of conflikt-
bemiddeling tussen conflikt partijen. Het NMG Gezondheidsbureau werkt ver-
trouwlijk en discreet in relatie tot problematiek en oplossingsstrategie en is gewend
om waar nodig (pijnlijke) knopen resoluut door te hakken.
E-mail ons indien de noodzaak daar is of als u vragen of opmerkingen heeft.
E-mail adres NMG Natuurlijk Medisch Gezondheidsbureau: dr.herman.fridsma@gmail.com
=======================================================================
========================================================================