
Deze vrij zeldzame plant is te vinden in lichte bossen,
vochtige heiden, graslanden en langs oevers.
Hij wordt tot 50 cm hoog en is in het bezit
van 2 lancetvormige bladeren die zich bijna bij de grond bevinden.
Deze zijn, evenals de bloeistengel, onbehaard
en hebben een gave rand.
Verder naar boven toe zitten langs de stengel slechts weinig kleine bladeren.
De bloemen ruiken als het lelietje-der-dalen.
Ze zijn wit of crème van kleur.
De 3 buitenste, afstaande kroonbladeren zijn langwerpig.
Een ervan neigt met 2 binnenste bladen helmachtig samen.
De bandvormige lip is naar beneden gericht.
Het zeer lange, dunne spoor bevat de nectar,
die alleen te bereiken is door (nacht)vlindersoorten
met een lange roltong.
Daarom geuren de bloemen ’s nachts ook het sterkst.
Ze zijn te zien in mei en juni.
Vergelijkbaar met:
Bergnachtorgis
Wit bosvogeltje
Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten