Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Nachtsilene

Silene nutans
Anjerfamilie

Nachtsilene is te vinden op voedselarm of licht vochtig grasland,
op heidevelden en lichte bossen waar vooral eiken staan.
Het zijn vooral zandige plekken waar een kalkrijke bodem is
en met name in het kustgebied is ze vrij veel te vinden.
Aan het voedselgehalte worden geen hoge eisen gesteld.

Het is een overblijvende plant met een rechtopstaande,
onvertakte stengel die tot 60 cm hoog is.
Vooral aan de onderkant is deze meestal behaard,
naar boven toe wordt hij kleverig.

De langgesteelde wortelbladeren zijn lijn-spatelvormig,
de bovenste stengelbladeren lancetvormig.
Ze hebben alle een spitse top en een gave rand.

De witte of roze bloemen, die te zien zijn van juni tot augustus,
hebben diep ingesneden kroonbladen. Ze zijn geknikt en staan
in een aarvormige tros, die voor de bloei naar één kant wijst.
De bloemen openen zich 's nachts of op z’n vroegst 's avonds.

De 5 kroonbladen zijn diep 2-spletig en zijn
aan de onderzijde vaak groenachtig.
De buisvormige kelk heeft 10 nerven en is bezet met klierharen.
Om de bloeistengel zitten vaak lijmringen om ongewenste dieren
zoals mieren bij de bloemen vandaan te houden.
Het bijzondere van deze nachtbloeier is dat ze
naast mannelijke en vrouwelijke bloemen ook bloemen heeft
die zowel mannelijk als vrouwelijk zijn.

Tegen en uur of acht in de avond,
als de meeste insekten naar bed zijn, komt het nachtvolk opdraven.
Ze maken zich los uit hun schuilplaatsen waar ze de dag verdroomden
en gaan de naderende nacht in om te gaan stappen.
En dan staat de nachtsilence klaar om het nachtbezoek op te vangen.

Gedurende drie nachten is het een komen en gaan rondom de bloemen.
Maar die nachten zijn toch niet gelijk aan elkaar.
Gedurende de eerste twee nachten stelt de bloem
enkel stuifmeel ter beschikking van het bezoek.
Die mogen dat meenemen naar andere bloemen
welke al in hun derde nacht zijn.

Want alleen in die laatste nacht komen de stempels omhoog.
Gedurende de eerste twee nachten zitten ze samengevouwen
op de bodem van de bloem.
Maar tijdens die derde nacht is er gelegenheid tot bevruchting.
De nachtvlinders komen en gaan en tien tegen een
dat ze wat stuifmeel van een andere bloem meebrengen.

De nachtsilence is open tot ongeveer drie uur ’s nachts,
maar na de derde nacht blijft ze ook ’s morgens open
en behoudt ze haar frisheid.
Mocht het onverhoopt de nachtvlinders niet gelukt zijn
dan kan ze nog iets van het dagvolk verwachten.
Dit is wel een noodsprong, want in de loop van de dag
wordt de bloem steeds minder aantrekkelijk
en er zijn dan nog maar weinig vlinders die aankloppen.
Ze gaan dan toch maar liever naar andere bloemen,
die er wel verleidelijk en fris geurend bij staan.
De volgende morgen geeft de nachtsilence het op
en sluit de zaak om al dan niet
voor het nageslacht te gaan zorgen.
 
 
 
 
Terug naar:

Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten