
Het bijna kale, Kruipend zenegroen vormt
(de naam zegt het al) meestal bovengrondse uitlopers.
Aan de top wortelen de uitlopers en groeit er weer een nieuw exemplaar
en op deze manier kunnen grote oppervlakten bedekt worden.
Het is een overblijvende plant die vrij algemeen voorkomt
in soortenrijke bossen, weiden, struikgewas, duinpannen.
Hij wordt tot 30 cm hoog en heeft grondstandige bladrozetten.
Deze grondbladeren zijn gesteeld maar
de kleinere stengelbladeren hebben geen steel.
Ze bevinden zich kruisgewijs tegenoverstaand aan de stengel.
Ze zijn ei/lancetvormig en kunnen een gave
maar ook een zwak getande rand hebben.
Aan rechtopstaande stengels worden de bloeiwijzen gevormd
die bestaan uit een aantal schijnkransen.
Deze op hun beurt worden gevormd door 6 – 12 bloempjes.
Ze groeien vanuit de oksels van de bovenste bladeren.
De bloem heeft een drie-lobbige onderlip, die relatief groot is,
en een sterk gereduceerde bovenlip.
Hiermee wijkt hij sterk af binnen de familie der lipbloemigen.
De bloeitijd valt in de maanden april tot juni.
De zaden die groeien in de vorm van splitvruchten,
worden verspreid door mieren.
Vergelijkbaar met:
Harig zenegroen
Piramidezenegroen
Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten