
Ruig viooltje is vrij algemeen in de duinen
tussen Bergen en Voorne.
Op Goeree groeit zij op oude dijken achter de duinen.
Ook is ze in Zuid-Limburg te vinden
maar daar is ze zeldzaam te noemen, evenals in het rivierengebied
waar ze vooral langs de Gelderse IJssel vooromt.
De rechtopstaande, ronde stengels
hebben een behaard oppervlak.
Aan de voet bevindt zich een bladrozet
gevormd door hartvormige bladeren.
De verspreid staande stengelbladeren
hebben dezelfde vorm.
Ze hebben alle een gekartelde rand en een zacht behaard oppervlak.
De gesteelde en alleenstaande bloemen zijn paars van kleur.
Aan de voet van het onderste kroonblad
lopen een klein aantal dieppaarse lijntjes.
In het hart bevinden zich 5 meeldraden en een stamper.
Na de bloei verschijnen er doosvruchten.
De zaden hebben een dikke wand,
waardoor ze niet door dieren worden aangevreten.
Op het zaad zit een zogenaamd mierenbroodje
dat voor mieren een aantrekkelijke stof bevat.
Zij slepen de zaden naar hun nest en zo vindt de verspreiding plaats.
Ruig viooltje geeft de voorkeur aan kalkrijke,
min of meer droge grond.
In het binnenland groeit ze op rivierduintjes,
dijken, graslanden en open plekken in hellingbossen.
Vergelijkbaar met:
Maarts viooltje
Home
Groene planten
Kruidachtige bloemplanten