De rechtopstaande stengels van Muurbloem
hebben een geribd oppervlak dat met haren bezet is.
De lancetvormig bladeren staan verspreid.
Ze hebben een spitse top en een gave rand.
De gele bloemen met hun 4 kroonbladen vormen samen eindstandige trossen.
In het hart van de bloem bevinden zich 6 meeldraden en een stamper.
De bloemen verspreiden een lekkere geur.
De bloei is in de maanden mei en juni
waarna de hauwen gevormd worden.
Muurbloem groeit vooral langs oude muren zoals stadsmuren
en ruïnes die gevoegd zijn met kalkspecie.
Hierbij heeft ze de voorkeur voor warme en beschutte plaatsen.
In Nederland is ze zeer zeldzaam en te vinden
in het rivierengebied, in Zuid-Limburg en langs de kust.
Terug naar:
