De rechtopstaande stengel van het éénjarig Knopig doornzaad is ruw of behaard
en heeft een geribbelde of meerkantige vorm.
De veervormig oneven samengestelde- of dubbel
geveerde bladeren staan verspreidt.
De deelblaadjes hebben een ruw behaard oppervlak.

Van april tot augustus worden de bloemen getoond.
Zij vormen meervoudige schermen die kransgewijs rond de stengel staan.
De witte bloempjes hebben 5 stervormig
uiteenstaande kroonbladen, 5 meeldraden en 2 stampers.
Na de bloei worden er splitvruchten gevormd.
De vruchthelften zien er verschillend uit.
De naar buiten gerichte helft heeft lange stekels,
het gedeelte van de vrucht aan de binnenkant is wrattig.
Pas sinds de 18e eeuw groeit Knopig doornzaad in nederland.
Hier wordt ook de noordgrens van haar leefgebied bereikt.
Ze is vrij algemeen in het deltagebied en op de Waddeneilanden.
Ook komt ze plaatselijk vrij veel voor langs het IJsselmeer.
De plant is te vinden op dijken in de buurt van de zee,
vooral op kleiige en droge zuidhellingen.
Wel heeft de plant beweiding nodig daar ze anders
snel door andere planten verdrongen wordt.
Terug naar: