Wet houdende instelling van de orde van de
Nederlandse Leeuw
Wet van 29 september 1815, Stb. 47,
houdende instelling van de orde van de Nederlandse Leeuw, zoals
deze wet laatstelijk is gewijzigd bij de Rijkswet van 10 oktober
1996, Stb. 1996, 520
Wij WILLEM, bij de gratie GODS, Koning der
Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg,
enz., enz., enz.
Alzoo Wij in aanmerking genomen hebben, dat het uitdeelen van
vereerende onderscheidings-teekenen aan hen, die door beproefde
vaderlandsliefde, bijzonderen ijver en trouw in het volbrengen
hunner burgerpligten of buitengewone bekwaamheid in wetenschappen
en kunsten, zich eene billijke aanspraak op de algemeene achting,
en Onze erkentenis verworven hebben, eenen heilzamen invloed
oefenen kan op de aankweeking van deugd en kennis;
ZOO IS HET, dat Wij, den Raad van State gehoord en met gemeen
overleg van de Staten-Generaal, goedgevonden hebben te bepalen en
te statuëren, gelijk Wij bepalen en statuëren bij deze:
Artikel 1
- Er wordt ingesteld een Orde,
strekkende ter vererende onderscheiding van Onze
onderdanen die bewijzen geven van beproefde
vaderlandsliefde, bijzondere ijver en trouw in het
volbrengen hunner burgerplichten of buitengewone
bekwaamheid in wetenschappen en kunsten.
- Deze Orde zal in bijzondere gevallen
ook aan vreemdelingen kunnen gegeven worden.
Artikel 2
Deze Orde zal de naam dragen van Orde van
de Nederlandse Leeuw.
Artikel 3
- Wij verklaren Ons te zijn Grootmeester
dezer Orde.
- Het Grootmeesterschap van dezelver zal
onafscheidelijk aan de kroon der Nederlanden verbonden
zijn.
Artikel 4
- De Orde van de Nederlandse Leeuw zal
bestaan uit drie graden.
- De Ridders van de eerste graad dragen
de naam van Ridder Grootkruisen, die van de tweede graad
dragen de naam van Commandeurs, die van de derde graad
dragen enkel de naam van Ridders.
Artikel 5
Vervallen.
Artikel 6
Alle benoemingen bij de Orde geschieden
door de Grootmeester.
Artikel 7
- Het versiersel der Orde zal bestaan in
een wit geëmailleerd kruis met een gouden W tussen elk
der armen van hetzelve, hebbende aan de ene zijde in het
midden een blauw geëmailleerd rond, waarop in gouden
letteren geschreven zijn de woorden Virtus Nobilitat
en aan de tegenzijde de Leeuw zoals hij in het wapen van
het Rijk voorkomt, alles gedekt met een gouden
koninklijke kroon.
- Het lint zal zijn van Nassaus blauw
met twee smalle oranje strepen.
Artikel 8
Vervallen.
Artikel 9
Vervallen.
Artikel 10
Vervallen.
Artikel 11
Tot goedmaking van de kosten der Orde zal
jaarlijks een som op de begroting der staatsbehoeften worden
gebracht.
Artikel 12
- Degene aan wie een onderscheiding in
deze Orde is verleend, is, indien hij ingevolge
rechterlijke veroordeling rechtens van zijn vrijheid is
beroofd, onbevoegd de tekenen van deze onderscheiding te
dragen.
- Een onderscheiding in deze Orde
vervalt, indien degene aan wie de onderscheiding is
verleend, onherroepelijk is veroordeeld tot een
gevangenisstraf van ten minste een jaar.
Artikel 13
Er is een Kanselier van de Orde van de
Nederlandse Leeuw.
Artikel 14
- Bij algemene maatregel van bestuur
wordt een reglement op deze Orde vastgesteld, waarin
nadere regels worden gesteld met betrekking tot het
verlenen van een onderscheiding in deze Orde en de bij de
onderscheiding behorende tekenen.
- Een krachtens het eerste lid
vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet
eerder in werking dan twee maanden na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin hij is
geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling
gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Zie het Reglement op de Orde van de Nederlandse Leeuw
en de Orde van Oranje-Nassau.
En op dat zulks kome ter kennisse van een
iegelijk wien het mag aangaan, zal de tegenwoordige wet in het staatsblad
en in het officiële blad worden geplaatst.
Gegeven te Brussel, den
29sten September des jaars 1815, en van Onze regering het tweede.
(geteekend) WILLEM.
Van wege den Koning,
(geteekend) A. R.
Falck.