Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Huisspitsmuis

Crocidura russula
Spitsmuizen

Het grijsbruin van rug en flanken gaat bij de huisspitsmuis
geleidelijk in de lichtere onderzijde over.
De oorschelpen zijn bij deze soort goed te zien.
De staart is met vier centimeter lengte vrij kort.
Spitsmuizen bezitten in de huid op de flanken en bij de staart
grote geurklieren, waarmee ze een muskuslucht afgeven.
Soms zijn die op de flanken te zien als het dier rent.

Spitsmuizen zijn geen echte muizen.
De beide groepen zijn niet eens nauw verwant, want terwijl spitsmuizen
insecteneters zijn, zijn muizen knaagdieren.

In de noordelijke provincies van Nederland heeft de huisspitsmuis
de noordgrens van zijn woongebied in West-Europa bereikt.
Het biotoop van de huisspitsmuis bestaat hoofdzakelijk uit ruige graslanden, heggen,
tuinen en de onmiddellijke omgeving van vooral door tuinen omringde huizen.
Ook kan hij zich blijvend in gebouwen vestigen, mits deze hem voldoende voedsel bieden.
In tuinen vindt men hem vooral in blader- en composthopen, die zowel voedsel als dekking bieden.

Allerlei soorten insecten in hun diverse ontwikkelingsstadia,
wormen en vooral slakken staan op het menu.
Kleine, zachte dieren worden geheel verslonden; van grotere, zoals sprinkhanen,
blijven de harde chitinedelen, zoals poten, vleugels en lichaamsringen, over.
De prooi wordt met het gehoor en het reukvermogen gelokaliseerd
en met de tastharen bevoelt, alvorens te worden gepakt en opgegeten.
Bij het overweldigen van sabelsprinkhanen breekt de spitsmuis eerst
met een snelle beet de achterpoten van zijn prooi.

De voedselbehoefte is zeer groot.
Dagelijks eet deze spitsmuis zijn eigen gewicht aan voedsel.
Huisspitsmuizen en hun verwanten zijn echter niet zo vraatzuchtig
als bijvoorbeeld de bosspitsmuis.
Maar ook zij moeten echter met grote regelmaat eten.
Voedselgebrek en koude kunnen tot een dodelijke shocktoestand leiden.
Op koude herfstnachten vindt men soms
op deze manier gestorven spitsmuizen.

Spitsmuizen leven solitair; alleen in de paartijd zijn ze kort bijeen.
De paartijd duurt van maart tot september.
Na een draagtijd van 31 dagen volgen er jaarlijks 2 tot 5 worpen
van elk zo'n 3 tot 9 jongen.
De jongen worden geboren in een nest van gras en bladeren,
dat zich vaak onder stenen of boomwortels bevindt.

Spitsmuizen zelf worden ook gegeten: vooral kerkuilen lusten ze graag.
Andere uilen en roofvogels eten niet veel spitsmuizen
en de meeste roofdieren helemaal niet.
Dat komt omdat de mannelijke spitsmuizen geurklieren bezitten
waarmee ze een afstotelijke stank kunnen voortbrengen.
Waarom kerkuilen daar geen last van hebben is niet duidelijk.
 
 
 
 
Terug naar:

Home
Zoogdieren
Soort bij soort