Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Egel

Erinaceus europaeus
Egels

Ondanks het feit dat egels in heel Nederland veelvuldig voorkomen,
is er eigenlijk maar weinig bekend over dit dier.
Een van de belangrijkste redenen hiervoor is waarschijnlijk dat het een nachtdier is.
's Avonds wanneer het begint te schemeren, rond middernacht en in de vroege ochtend
is de egel per periode ongeveer twee uur actief.

Een volwassen egel is 25 tot 30 cm lang, en het gewicht kan variëren van 600 tot 1500 gram.
Het lichaam is plomp met een spitse snuit.
De oren zijn kort en rond en hij heeft kleine ronde ogen.
Het lichaam is aan de boven- en zijkant overdekt met donkerbruine stekels
die aan de basis en punten wat lichter van kleur zijn.
Een volwassen egel heeft ongeveer 7000 - 8000 stekels van 2 cm lang.
De kop, poten en onderkant van de buik zijn kort behaard,
aan de flanken heeft de egel een lange vacht.

Bij gevaar rolt hij zich op tot een bal waarbij zijn scherpe stekels
opgezet worden zodat ze alle kanten uitsteken.
Het is dan vrijwel onmogelijk om dan nog voor- achter- boven- of onderkant van de egel te onderscheiden.
Overdag rust de egel in een nest van bladeren, gras en mos, meestal onder struiken of compost.
Het zijn solitair levende dieren die dus voornamelijk ’s nachts actief zijn.
Het gezichtsvermogen is dan ook nogal zwak, het gehoor en de reuk spelen wel een grote rol.
De tastzin is enigszins van belang: een egel heeft snorharen, maar daar doet hij weinig mee.
Het zijn met name de lange haren aan de flanken waarmee een egel
heel goed bodemtrillingen van bijvoorbeeld prooidieren, vijanden, auto’s kan opvangen.

De egel is een van de zeer weinige diersoorten in ons land die een winterslaap houden.
Voor een egel is de winterslaap bittere noodzaak: in de winter is er te weinig voedsel om te kunnen overleven,
en het soort voedsel van de egel is niet geschikt om een voorraad van aan te leggen.
Er rest hem dus niks anders dan zijn energie zo zuinig mogelijk te verbruiken
gedurende de winterperiode en te zorgen dat hij voldoende vetvoorraad heeft
om de energie te leveren die noodzakelijk is om te overleven.
Omstreeks december duikt de egel dus onder om gedurende 3 a 4 maanden door te brengen in winterslaap.

Een goed winternest is van groot belang om zoveel mogelijk te kunnen bezuinigen op de 'energierekening'.
Aan de winternesten worden dan ook veel zwaardere eisen gesteld dan aan de zomernesten.
Een winternest moet echt vocht- en windvrij zijn, en het liefst omgeven
door een goed isolerende laag zoals kompost of een dikke laag gebladerte.
Ook schuren en kelders zijn populair bij egels om te overwinteren.

Alhoewel zijn gebit anders doet vermoeden (hij het gebit heeft van een insectivoor)
is de egel een echte alleseter.
Het merendeel van zijn voedsel bestaat uit insecten, wormen en slakken, maar fruit, bessen,
aas, jonge muizen en kleine reptielen komen ook op het menu te staan wanneer de kans zich voordoet.
Drinken doet een egel niet veel, ze hebben relatief weinig vocht nodig
en doorgaans krijgen zij dat voldoende binnen via hun voedsel.
Op warme dagen, of wanneer zij net uit de winterslaap komen is er extra vocht nodig.
Een egel is zeker niet gebaad bij een schoteltje melk.
Hij kan de lactose die in melk zit niet afbreken.
Daardoor krijgt hij ernstige diaree en zal door uitdroging sterven.
Zet liever wat water neer.

Egels zijn vredelievende dieren, zij hebben dan ook geen eigen territorium
dat bewaakt moet worden tegen soortgenoten, maar zij bewonen een revier,
een gebied met vaak verschillende slaapnesten en een winternest.
Revieren van verschillende egels kunnen elkaar overlappen
zonder dat er knokpartijen ontstaan: de egels ontlopen elkaar liever.
Het komt regelmatig voor dat egels gebruik maken van elkaars nesten.
Vaak is er een favoriet 'hoofdnest' van een egel,
gelegen in het midden van het revier.
De slaapnesten moeten beschermen tegen vocht en kou, soms hebben zij meerdere uitgangen.

Het nest wordt van binnenuit dichtgemaakt.
Als nestmateriaal worden bladeren, gras en mos gebruikt.
De grootte van het revier is afhankelijk van de voedselrijkdom daar aanwezig,
maar gemiddeld bedraagt de reikwijdte van het revier zo’n 250-350 meter rond het hoofdnest.
Grote (groenblijvende) struiken, heggen, stapels haardhout en composthopen
zijn de meest gebruikte plaatsen om een nest te maken.
Vandaar dat egels vooral veel voorkomen in (droge) bossen
met veel onderhout, en tuinen en parken.

De karakters van egels lopen nogal uiteen, en hebben nauwelijks te maken met opgedane ervaringen.
Meestal zijn egels niet zo bang, en rollen ze zich alleen op
wanneer ze zich direct bedreigd voelen.
Egels zijn echter ook erg nieuwsgierig en alhoewel er egels zijn
die zich bij het minste of geringste oprollen en zo dan heel lang kan blijven liggen
(lang nadat de aanleiding verdwenen is), er zijn ook egels die (soms behoorlijk hardhandig)
gedwongen moeten worden zich op te rollen omdat ze zelf liever op de hoogte blijven
van wat er om hen heen gebeurt.
Onder de egels bevinden zich ook bijters, en gezien hun tanden en sterke kaken
wil je die liever niet tegenkomen.
Deze egels zijn de uitzondering op de regel, en wanneer een egel bijt is dat meestal
omdat hij zich niet op kan rollen en hij zich op geen andere manier kan verdedigen dan door aan te vallen.

Egels zijn echte gewoontedieren, ze houden niet van veranderingen
en vaak blijven ze hun hele leven in hetzelfde gebied.
Ze hebben daar hun vaste routes, en laten zich niet weerhouden door obstakels
die de gebruikelijke route onderbreken.
Het zijn uitstekende gravers, knagers, klimmers en zwemmers, en dus niet voor een gat te vangen.
Een stenen muur hoger dan 40 cm is een van de weinige dingen
die een egel kan dwingen zijn route te wijzigen, iets waar de egel
ongetwijfeld zeer verbolgen over zal zijn!

Per nacht legt een egel gemiddeld een afstand van 3 kilometer af.
Daarbij moet gezegd dat mannetjes doorgaans een grotere afstand afleggen dan de vrouwtjes.
Bij het lopen worden de poten goed zichtbaar doordat het dier zich enigszins opricht.
De gemiddelde snelheid bedraagt 30-40 meter per minuut, bijna 1,5 km per uur.

Egels zijn solitair levende dieren, en zullen soortgenoten zo veel mogelijk ontwijken,
behalve in de paartijd natuurlijk.
Deze begint in de eerste helft van mei.
Ze zijn dan ruim een maand uit de winterslaap en hebben in die tijd
zoveel mogelijk gegeten om hun conditie weer op peil te brengen.
En een goede conditie hebben zij zeer zeker nodig in de zeer enerverende paartijd.
Met name de mannetjes gaan een zware tijd tegemoet: ze moeten soms enorme afstanden afleggen
om een geschikt wijfje te vinden, en onderweg komen ze rivalen tegen
die zullen moeten worden bevochten omdat concurrentie in deze nu eenmaal niet gewenst is.
Die concurrentie is moordend: en gevechten tussen mannetjes gaan er heftig aan toe.
Soms verwonden ze elkaar tot bloedens toe, en wie het eerst oprolt heeft verloren…

Wanneer dan eindelijk een geschikt wijfje wordt gevonden
blijkt ze meestal niet erg enthousiast over zijn plannen.
Het paringsritueel bij egels lijkt meer op oorlog: er wordt heel wat geblazen,
opgerold, weggelopen en soms zelfs gebeten.
Dit ritueel duurt vaak enkele dagen.
Als dan eindelijk de paring voltooid is, gaan beider egels hun eigen weg.
Zij naar haar nest, en hij op zoek naar een volgend wijfje.

Over de paring zelf worden veel grapjes gemaakt, en het is ook wel duidelijk waarom.
En inderdaad: egeltjes doen het heel voorzichtig!
Maar Moeder Natuur heeft er wel voor gezorgd dat het uiteindelijk niet al te moeilijk is.
Wanneer het vrouwtje eenmaal paringsbereid is houdt zij haar achterpoten naar achteren gestrekt
zodat haar bekken kantelt en de stekels helemaal plat komen te liggen.
De mannetjes zijn bedeeld met een werkelijk gigantisch geslachtsorgaan
( bij volwassen dieren ca. 7% van het totale lichaamsgewicht!)
en doordat de penis zo lang is kan het mannetje toch een klein beetje afstand bewaren.
Wanneer de penis eenmaal is ingebracht maakt het mannetje ongeveer 15 seconden
enorm snelle copuleerbewegingen, om vervolgens 2 tot 3 minuten rust in acht te nemen.
Na een minuut of 10 vindt zij het welletjes en gaat er van tussen.

Doorgaans paart het wijfje maar met 1 mannetje, en een drachtig wijfje is absoluut niet meer
van avances gediend en weet zeer goed van zich af te bijten wanneer ze wordt lastig gevallen.
Ze zal het mannetje zonder pardon wegjagen, en wanneer hij niet bereid is te vertrekken
gaat ze zelf op zoek naar een nieuw revier.

Ongeveer 34 dagen na de bevruchting worden de jongen geboren.
De grootte van de worp is afhankelijk van een aantal factoren
en de leeftijd van de moeder speelt er een belangrijke rol in.
Meestal zijn de eerste nesten niet zo groot: 3-4 jongen.
Naarmate het wijfje ouder wordt worden de nesten groter.
Soms worden er wel 10 jongen geboren, maar dit is uitzonderlijk.
De gemiddelde worp bestaat uit 5-6 jongen.

De roze baby’s zijn blind en doof en de zachte witte stekels liggen plat onder een nat velletje.
De jonge egels gaan meteen bij moeder drinken.
Die ligt op haar zij dus ze hebben geen last van haar stekels.
Binnen een uur na de geboorte wanneer de huid is opgedroogd komen de stekels overeind te staan.
De egeltjes zien er dan echt uit als minipunks.
Moeder blijft de eerste 30 tot 35 uur onafgebroken bij haar jongen,
al die tijd eet of drinkt zij dus niets.

Na 48 uur verschijnen bij de jongen al de eerste donkere stekels.
Deze zijn harder dan de witte stekels, maar nog niet zo hard als de stekels die ze later zullen krijgen.
Op de 6e dag is hun velletje niet meer roze maar grijs en zijn er
inmiddels al behoorlijk wat donkere stekels.
14 Dagen na de geboorte is hun geboortegewicht verdrievoudigd,
de egeltjes wegen dan tussen de 65 en 80 gram, en de witte stekels zijn vrijwel verdwenen.
Wanneer de egels ongeveer 16 dagen oud zijn gaan de oogjes en oren open,
nog steeds hebben zij geen beharing, maar er zijn al wel kleine stoppeltjes in zicht.
Nu worden het echte kleuters: ze zijn al druk bezig met het oefenen om zich op te kunnen rollen.
Hun snuitjes worden steeds spitser en ze beginnen er nu een beetje als mini-egeltjes uit te zien.
Karaktereigenschappen komen nu naar boven: de echte bully’s of gifkikkers zijn nadrukkelijk aanwezig,
en de wat bescheidener types of de angsthazen houden zich gedeisd en blijven dichter bij moeder.

Op de leeftijd van 3 tot 4 weken zijn het echte mini-egels: ze hebben volop haren op de buik,
flanken en snuit die nu echt spits is.
Ze verlaten onder het toezicht van hun moeder voor korte tijd het nest en beginnen zelf voedsel te zoeken.
De melktandjes komen door, en dit vraagt natuurlijk om in alles te bijten dat op hun weg ligt.
De jongen drinken steeds minder bij hun moeder en wanneer ze 40 dagen zijn
staat moeder niet meer toe dat ze zogen.
6 Tot 8 weken na de geboorte gaan de jongen hun eigen weg,
meestal nog wel in het revier van hun moeder, en vaak blijven er een aantal jongen bij elkaar.
Ook de eerste winterslaap wordt vaak gezamenlijk gehouden,
met name door de jongen uit late nestjes, en dit vergroot hun overlevingskans aanzienlijk
doordat ze elkaars warmte kunnen gebruiken.
Na de winterslaap is het uit met de gezelligheid en gaan de jongen alleen verder.

Wanneer een nest verloren gaat is het mogelijk dat er een tweede nest geworpen wordt,
uiteraard wanneer de tijd (van het jaar) en de conditie van de moeder dit toelaten.
Vaak zijn de jongen al tijdens het eerste levensjaar geslachtsrijp,
maar het is pas in het tweede levensjaar dat ze paringsbereid worden.

Natuurlijke vijanden heeft de egel in Nederland niet zo veel meer.
Volwassen egels worden alleen bedreigd door dassen, uilen,
andere grote roofvogels zoals buizerds en kiekendieven.
De das is in Nederland inmiddels een zeldzaamheid, dus blijven eigenlijk alleen
de grotere roofvogels over waarbij vermeld moet worden dat het aantal uilen
in Nederland ook al lang niet meer is wat het is geweest.
Jongere egels hebben meer vijanden, steenmarters, bunzingen en vossen
plunderen regelmatig egelnesten, en ook honden en katten maken zich hier schuldig aan.

De grootste vijand van de egel is zonder enige twijfel de mens.
Jaarlijks vallen er minstens 100.000 verkeersslachtoffers in Nederland, en dit is een voorzichtige schatting!
Bovendien is dit cijfer gebaseerd op de slachtoffers die langs de weg
of in de directe omgeving daarvan zijn gevonden.
Ongetwijfeld zijn er ook vele egels die 'botsen' maar pas enige tijd later elders aan hun verwondingen overlijden.

Het verkeer is de grootste bedreiging die de mens veroorzaakt, maar het is een 'close finish'
met de vergiftiging door bestrijdingsmiddelen als insecticiden en onkruidverdelgingsmiddelen.
Het is onbegonnen werk om het aantal slachtoffers hiervan te berekenen.
Ook hier geldt dat de dieren lang niet altijd ter plekke sterven,
bovendien ondermijnen deze middelen wanneer egels ze in geringe mate binnen krijgen
de weerstand tegen allerlei bacteriën en virussen hetgeen uiteindelijk ook tot de dood zal leiden.
Derde probleem is dat deze bestrijdingsmiddelen gebruikt worden om insecten
(het belangrijkste voedsel voor egels) te verdelgen
en dus de egel verder weg moet om voldoende eten te kunnen vinden waarbij hij
weer meer risico loopt wegen te moeten oversteken. . .
 
 
 
 
Terug naar:

Home
Zoogdieren
Soort bij soort