Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Zwarte stern

Chlidonias niger
sterns

De zwarte stern is kleiner dan een visdiefje.
's Zomers is de zwarte stern zwart,
behalve de donkergrijze vleugels en staart en de witte onderkant.
Ruiende vogels zijn grijs tot zwart met witte vlekken.
's Winters heeft de zwarte stern een wit voorhoofd, een witte nek en onderdelen.
De bovendelen zijn dan donker met zwarte vlekken opzij van borst.

Hij heeft een ietwat zigzaggende, onstabiele vlucht, waarbij hij vaak
omlaag scheert om insecten van het wateroppervlak te pikken.
Daarbij lijkt op een grote zwaluw die ontspannen boven het water jaagt.
In de broedtijd worden vooral grote insekten en diens larven gegeten.
Daarnaast staan ongewervelden en vis op het menu.

Zwarte sterns zijn vogels van ondiepe, zoete tot brakke moerassen en wateren.
Ze broeden in zompige weilanden en verlandingszones,
bij voorkeur in velden van krabbescheer en op eilandjes van plantenresten.
Ze leggen 2 tot 4 eieren op een vlot van plantenmateriaal.
Deze worden meestal door het wijfje gedurende ruim twee weken bebroed.
Na 1 maand kunnen de jongen vliegen.

Zwarte sterns zijn trekvogels, die 's winters voor de kust van tropisch West-Afrika bivakkeren.
In de lage landen zijn ze aanwezig vanaf april tot in oktober.
In juli-augustus zijn er enorme zwermen op doortrek te zien.

De zwarte stern staat op de rode lijst omdat sprake is van een sterke afname
van zowel de omvang als de verspreiding van de Nederlandse broedpopulatie.
Bovendien broedt meer dan een kwart van de Westeuropese zwarte sterns in Nederland.
Rond 1900 was de zwarte stern een gewone broedvogel van laagveenstreken,
het rivierengebied en in mindere mate van vennen op de zandgronden.
Reeds vroeg in de eeuw werd gesproken van een afname,
een tendens die in de jaren vijftig steeds duidelijker naar voren kwam.
Hele kolonies van ettelijke tientallen paren verdwenen in enkele jaren tijds
als sneeuw voor de zon.

De afname van de zwarte stern kent verschillende oorzaken.
Erg belangrijk is de grootscheepse afname van krabbescheer,
de belangrijkste leverancier van nestgelegenheid.
Die afname heeft alles te maken met watervervuiling, of beter gezegd:
met het inbrengen van gebiedsvreemd hard water in veensloten en -plassen.
Verder speelt de sterk toegenomen bemesting en de verdroging van veel veengraslanden een grote rol.
Juist op weinig bemeste graslanden komen namelijk veel grote insekten voor.
Op plaatsen waar zulke extensieve graslanden nog bestaan, bevinden zich
de laatste zwarte stern-bolwerken in ons land!

In hoeverre de situatie in de winterkwartieren
mede verantwoordelijk is voor de aantalsafname is niet bekend.
Nader onderzoek kan hier wellicht uitsluitsel over geven.


 
 
 


 
 
 
Terug naar:

Home
Vogels
Soort bij soort