
Men zou bijna zeggen de clown onder de zeevogels.
Zijn uiterlijk is natuurlijk de oorzaak van zijn grote bekendheid en populariteit.
De belangrijkste oorzaken van die bekendheid zijn de vorm en de kleur van zijn snavel.
Zijn zwartwitte kleed is vooral onder de zeevogels niets bijzonders.
De vorm van zijn lichaam daarentegen weer wel, maar de vorm en de kleur van zijn snavel
zijn blikvangers en ook in de vogelwereld toch wel bijzonder.
Erg hoog, slank en driehoekig van vorm en zomers,
en speciaal in het voorjaar met schitterende rode, gele en blauwe strepen.
Een niet alleen opvallend maar ook efficieënt instrument om zandspieringen
mee te vangen en vast te houden, waarvan hij als hij jongen heeft
er soms wel zes tot zestig tegelijk in de snavel heeft, hetgeen een erg koddig gezicht is.
In de winter is de snavelkleur veel minder opvallend en helder
en dan heeft de snavel ook een wat andere vorm, veel minder hoog.

Papegaaiduikers kunnen uitstekend vliegen en vissen; zij 'vliegen' zelfs onder water bij het jagen.
Hun zwemvliezen worden alleen gebruikt bij het zwemmen aan de oppervlakte.
Papegaaiduikers brengen het grootste gedeelte van het jaar op zee door
en komen alleen aan land om te broeden en hun jongen groot te brengen.
Om de vogel in zijn broedgebieden op te zoeken moeten wij naar de rotskusten
van Scandinavië en meer naar het noorden of naar Engeland en Ierland.
Daar broedt de papegaaiduiker in grote kolonies van duizenden paren.
Nog niet zo lang geleden werd de gehele populatie op vijftien miljoen paren geschat.
De papegaaiduiker is geen broedvogels van rotsen maar graaft broedgangen
van één tot twee meter lengte in de veenachtige bodem van grazige
en met steen- en rotsblokken bezaaide, zwak glooiende hellingen bij open zee.
Overwinteren doet de papegaaiduiker op volle zee en de vogels
van de Oost-Engelse kolonies verspreiden zich gewoonlijk over de Noordzee
en verschijnen dan ook nog wel eens langs de kust van Nederland.
Terug naar: