
In alle kleden is de lachstern van de grote stern te onderscheiden aan korte, dikke, geheel zwarte snavel
met ongeveer halve lengte van kopkap (bij grote stern ongeveer even groot als kopkap).
Daarnaast heeft hij een iets bredere vleugelbasis, een kortere hals en langere poten.
Het voedsel bestaat voornamelijk uit insecten.
Daarnaast eet hij ook kikkers, kleine zoogdieren, etc.
Het fourageergedrag en voorkomen in het binnenland is ook kenmerkend voor de soort.
Hij duikt normaliter niet in het water, zoals de grote stern,
maar jaagt in ontspannen vlucht op insecten.
Hierbij is hij vaak boven droge weilanden of soms zelfs in een open bos te zien,
maar ook boven water duikt omlaag om een insect van het wateroppervlak of vegetatie te plukken.
De vogel broedt in kolonies in vlak, open terrein aan meren,
moerassen, beschutte kustwateren en bergmeren (tot ongeveer 2000m hoogte).
Hierbij wordt hij aangetroffen bij zowel zoet als brak of zout water.
Tijdens de trektocht van en naar de wintergebieden in Afrika
wordt in april en september ook nederland aangedaan.
Jaarlijks wordt er in de nazomer (juli-augustus)
een kleine groep aangetroffen in de kop van Noord-Holland.