De kleine mantelmeeuw is een kleinere uitgave van de grote mantelmeeuw.
Behalve het verschil in grootte onderscheidt men de "kleine" van de "grote"
in de kleur van de poten (geel bij klein, roze bij groot).
In West Europa en IJsland heeft de kleine ook een minder diepzwarte rug, meer grijs-zwart.
Oost-Europese populaties van de "kleine" hebben echter ook diepzwarte bovendelen.
Zij is vaker te vinden nabij menselijke nederzettingen dan de "grote"
die vooral in de ruigere natuur te vinden is.
Ook lijkt de kleine mantelmeeuw wel op de zilvermeeuw,
maar deze laatste heeft ook roze poten.
De kleine mantelmeeuw is een agressieve vogel die de grotere
zilvermeeuw kan verjagen als hij op zee fourageert.
Hij lijkt vaak verder de open zee op te gaan dan de zilvermeeuw.
Het voedsel bestaat uit vissen, schelp- en weekdieren,
jonge vogels, eieren, insecten, muizen, aas en afval.
Deze meeuw is een broedvogel langs de gehele Noordzeekust.
Hij broedt vooral op eilanden, rotskusten, veengronden en stranden.
Wel prefereert de kleine mantelmeeuw vaak iets vlakker terrein
dan de zilvermeeuw die vaak vlakbij nestelt.
En het gebeurt zelfs af en toe dat beide soorten samen een paar vormen.
De 5 of 6 eieren komen in een slordig grondnest te liggen
en komen na ongeveer 26 dagen uit.
's Winters zijn de IJslandse kleine mantelmeeuwen voor het grootste deel
geïmmigreerd naar het zuiden, met name naar de Britse eilanden.
In Nederland zien we grote aantallen doortrekkers die op weg zijn naar Afrika.
Dit betreft vogels die in hun derde jaar en ouder zijn.
Terug naar:
