Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Kemphaan

Philomachus pugnax
Ruiters

Dit is het trieste verhaal van een steeds zeldzamer wordende vogel in Nederland.
De tijd dat ons land nog de broedplaats was
van duizenden kemphanen ligt ver achter ons.

Het mannetje is dadelijk te herkennen aan zijn grote halskraag en oorpluimen,
die allerlei kleuren kunnen hebben.
Het vrouwtje lijkt wel wat op een tureluur maar is kleiner en heeft een kortere snavel.
Het is een erg zwijgzame vogel.

Sporadisch komen deze vogels, die van drassige,
schrale en bloemrijke graslanden houden, hier nog voor.
Liever trekken ze direct maar door naar de toendra's van Noord-Scandinavië.
Het beeld van 'toernooivelden' waar de bontgekleurde mannetjes met hun enorme kraag
elkaar in de haren vliegen lijkt hier voorgoed voorbij.
Het ingewikkelde spel van de liefde met 'honkmannen' en 'satellietmannen',
het gekissebis en de gevechten tussen de mannetjes laten slechts een vaste plaats achter
in het gezegde 'vechten als kemphanen'.

De honkman is het dominante mannetje dat de baltsplaats verdedigt
en probeert te paren met een vrouwtje.
De satelietman scharrelt wat rond bij dezelfde baltsplaats
en wordt getolereerd door de honkman.
De honkman en satelietman zien er verschillend uit.
De satelietman heeft een witte kuif- en kraag, de honkman is veel donkerder.

Pas geleden is men erachter gekomen dat er nog een derde
soort mannetje zich rond de baltsplaats ophoudt.
Deze werd echter altijd voor een vrouwtje aangezien.
Het is met 1 – 2 % van het totaal aantal kemphanen een zeldzaam heerschap.
Hij is onopvallend bruin en heeft geen kraag of kuif.
Hij onderscheidt zich ook door de testes (teelballen)
die enkele malen groter zijn dan die van de honkmannen.
Deze derde haan is bisexueel te noemen, want hij is zeer gecharmeerd
van andere mannetjes, maar paart soms ook met een vrouwtje.

De kemphaan eet zowel in het water als op de grond levende insecten
zoals kevers, vliegen, larven, slakjes en regenwormen.
Buiten het broedseizoen eet de vogel ook zaden en ander plantaardig materiaal.

Deze spectaculairste aller weidevogels broedt bij voorkeur in schrale, moerassige graslanden.
Kemphanen zijn vooral bekend door de fraaie voorjaarstooi van de mannetjes,
die op de wat hoger en droger gelegen toernooiveldjes
schier eindeloze schijngevechten houden om de gunst van de vrouwtjes te verwerven.
Na de paring op het toernooiveld draaien de vrouwtjes op voor de zorg om het broedsel.
In juni - juli zijn de extra versieringen van de mannetjes niet meer nodig en vallen dan uit.
In de winter zijn de geslachten gelijk gekleurd.

Kemphanen komen het gehele jaar voor.
In de winter zijn hier alleen mannetjes te zien.
De vrouwtjes komen uit hun overwinteringsgebieden in Afrika in april in Nederland aan.
Na de balts vliegt een deel door naar het noorden van Europa.
De kemphaan, of beter kemphen, is lange tijd een gewone broedvogel geweest
van graslanden, vochtige heide en duingraslanden.
Met name in de tweede helft van de vorige eeuw is het aantal broedende kemphennen
in Nederland in een vrije val geraakt: Van 6000 in 1954 via 1500 midden jaren zeventig
tot hooguit 400-800 begin jaren negentig.
Het gros van de Nederlandse kemphennen broedt in graslandreservaten in Friesland,
Groningen en Noord-Holland.

De voornaamste reden voor de enorme afname van de kemphaan
is het verdwijnen van het favoriete graslandtype.
De enige manier om de soort te redden is het behoud van graslanden
waar niet te veel vee op geweid wordt, die weinig bemest worden
en waar de waterstand hoog is.
Zulke graslanden vinden we in het cultuurland alleen nog maar in reservaten
en gronden waar een 'zwaar' beheerspakket conform de relatienota op ligt.

Zulke gronden mogen van 1 april tot 1 juli niet gemaaid of beweid worden.
Dat de soort ook in deze beschermde gebieden afneemt heeft zeker te maken met het wegvallen
van steeds meer tussengelegen broedgebieden, waardoor een sterke versnippering optreedt.
De grootste bedreiging lijkt de huidige discussie over de kosten
van voor vogels als de kemphaan geschikt graslandbeheer.

Alleen een goede samenwerking tussen boer,
beschermer en overheid kan dit probleem oplossen.
Duidelijk is dat het Nederlandse weidelandschap met het verlies van de kemphanen
een stuk van zijn oorspronkelijke identiteit verloren heeft.
 
 
 


 
 
 
Terug naar:

Home
Vogels
Soort bij soort