Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Goudplevier

Pluvialis apricaria
Plevieren

De goudplevier is een grote gedrongen plevier met een goudgele en zwartgevlekte bovenzijde.
Onderkant en gezicht zijn afhankelijk van het ras, meer of minder zwart.
In de vlucht is de witte onderkant van de spitse vleugels goed te zien.
In het winterkleed ontbreekt de zwarte borstvlek.
Zeer vaak vertoeft hij gezellig in het gezelschap van kievitten.
Op het menu staan onder meer insecten, spinnen, slakjes en bessen.

Deze fraaie plevier boedt onder meer op IJsland,
Scandinavië, Noord-Rusland, Schotland en in de Oost-zeelanden.
Hij bewoont daar de schaars begroeide toendra, hoogveenmoerassen en heidevelden.
De 3 eieren komen in een kuiltje te liggen en worden gedurende 30 dagen bebroed.

De goudplevier is in Nederland het gehele jaar te zien.
In juni zijn er echter de minste aantallen aanwezig.
In augustus arriveren grote aantallen tot de eerste vorst er aan komt.
Dan vertrekken ze weer en komen terug vanaf maart-april.

De goudplevier behoort tot die vogelsoorten die met de vorstgrens meetrekken
en hun trekbewegingen dan ook sterk laten beïnvloeden door vorst en sneeuwval.
Het voedsel wordt onbereikbaar, dus dan moeten ze wel verder trekken.
In het voorjaar volgen ze vaak de sterk wisselende dooigrens.
In Nederland overwintert de goudplevier in grote aantallen.
De bij ons doortrekkende goudplevieren overwinteren in Groot-Brittannië,
West-Frankrijk, het Iberisch schiereiland en Marokko.

Het verlies van zijn biotoop is er de oorzaak van
dat de goudplevier in Nederland geen broedvogel meer is.
Het laatste broedgeval in Nederland werd in 1974 vastgesteld
bij Budel en dat was de eerste keer na het broedgeval bij Fochteloo in 1937.
Wellicht dat het Plan Goudplevier in Drenthe in de toekomst
weer mogelijkheden biedt voor de vogelsoort.
In België zijn het laatst in 1980 en 1981 broedgevallen vastgesteld.
 
 
 


 
 
 
Terug naar:

Home
Vogels
Soort bij soort