
De frater is in Nederland een wintergast die arriveert in oktober en blijft tot maart.
Hij lijkt dan wel wat op de kneu waarbij het mannetje
een roze stuit heeft die bij opvliegen getoond wordt.
Vaak worden er kleine groepen gevormd en zijn ze in gezelschap van andere vinken en gorzen.
In de zomer lijkt hij op een wat donker uitgevoerde vink die aan de grond gebonden is.
Hij voelt zich vooral thuis op open vlakten, vooral langs kust en nieuwe polders.
Het nest wordt vaak gebouwd op open, winderig heidevelden langs de kust,
en schaarser op hoger gelegen bergheide.