De zwarte specht is de grootste specht in Europa.
Hij is zo groot als een kraai en kan daarmee in de vlucht zelfs verward worden.
Mannetje en vrouwtje zijn gelijk, alleen heeft het vrouwtje een veel kleinere rode vlek op de kop.
De vlucht is tamelijk rechtlijnig met fladderende en ongelijkmatige vleugelslagen.
De voor andere spechten kenmerkende boogvlucht ziet men vooral vlak voor het landen.
Hij leeft bij voorkeur in hoge, oude, gemengde- of naaldbossen.
Deze zijn echter nooit zeer dicht.
De lach van de zwarte specht lijkt erg op dat van de groene specht.
Maar de zwarte moet een beetje 'op gang komen',
terwijl de groene meteen op volle sterkte begint te lachen.
Het voedsel bestaat vooral uit mieren, kevers en insectenlarven
maar ook eet hij wel vruchten en zaden.
De vogel fourangeert zowel op de grond als in de bomen.
De zwarte specht is een solitair levende vogel, met uitzondering van de broedtijd,
maar ook dan is het contact tussen de beide geslachten koeltjes en vluchtig.
De nesten worden vaak uitgehakt in oude beuken, maar ook een gezonde beukenboom gaat hij wel te lijf.
Dat dat hout een beetje harder is deert hem niet.
En dat doet je afvragen of een specht geen hoofdpijn krijgt van al dat gehak.
Dat valt echter best mee.
Zijn haksnavel zit namelijk met schokdempers aan zijn kop vast.
Speciaal beenderweefsel zet de kloppende beweging van de snavel om in een dravende beweging.
Zo wordt de klap gedempt en is Paracetamol dus niet echt nodig.
De ingang van het hol is veel groter dan dat van een grote bonte specht.
Het valt gemakkelijk te determineren doordat de ingang
van het hol van de zwarte specht ovaal is.
Veelal bevindt het zich hoog in de boom.
De bewuste boom dient wel een dikke stam te hebben want de nestholte
heeft een doorsnede van wel twintig cm.
De broedtijd is voor een zo grote vogel vrij kort; slechts twee weken.
De jongen blijven wel lang op het nest, zo ongeveer een maand.
Het fenomeen 'kraken' is in de natuur geenszins vreemd.
Zelfs als het om een bewoond of net uitgehakt hol gaat
kunnen andere dieren zich meester maken van een spechtehuis.
Vooral kauwtjes zijn daar goed in.
De zwarte specht rest in zo’n geval niets anders dan opnieuw veertien dagen lang
al zijn tijd te steken in het hakken van een nestholte.
En omdat een spechtehol jarenlang bruikbaar blijft,
werkt de zwarte specht dus zijn leven lang aan het oplossen van de woningnood van andere vogels.
Echter ook eekhoorntjes, steenmarters, relmuizen en vleermuizen
vinden op deze manier nog wel eens een nieuwe woning.
De zwarte specht is in Nederland een standvogel.
De eerstejaars jongen gaan in het late najaar, ongeveer begin november,
wel wat zwerven en dan zijn ze ook buiten de broedgebieden wel te zien.
