Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Zwarte mees

Parus ater
Mezen

De zwarte mees is de kleinste Europese mees met zijn 11 centimeter en 9 gram.
Het is een soort klein uitgevoerde versie van de koolmees (14 cm)
en valt daarom bij velen niet direct op.
Meteen valt bij de zwarte mees, behalve de zang en de roep,
ook de grote witte nekvlek op en de twee rijen witte vlekjes op de vleugels.
Ze bewegen zich ook wat eleganter door de takken.
Mannetje en vrouwtje zijn gelijk.

De vogel eet voornamelijk insekten en spinnen, maar ook wel de zaden
van diverse naaldbomen en hij toont zich aan de voertafel weinig kieskeurig.
Het geluid van de zwarte mees klinkt als "pietsie-pietsie-pietsie" in een snel tempo.
Ook "toe-wiet toe-wiet toe-wiet" wordt wel gehoord.
Het geluid lijkt wel op dat van de koolmees
maar het geluid van de zwarte mees is iets lichter en sneller.

De vogel broedt twee keer per jaar van april tot juni.
Hij broedt in holletjes in bomen of onder de grond,
waar per keer acht tot tien eieren worden gelegd.
Die worden ruim twee weken bebroed.
De jongen blijven daarna nog zestien tot achttien dagen op het nest.

Oorspronkelijk is de zwarte mees uitsluitend een broedvogel van wat ouder naaldhout.
De laatste tientallen jaren komen ze echter steeds vaker
als broedvogel voor in oude tuinen, parken en begraafplaatsen.
Omstreeks de jaren veertig en vijftig is men in de tuinen op de zandgronden overgegaan
tot het planten van allerlei, grotendeels exotische, naaldbomen en heesters.
Die blijken de laatste tijd een zodanige ouderdom te hebben bereikt
dat de zwarte mees zich daar, ondanks dat het vaak gemengd bos betreft, op z'n gemak voelt.

Het is één van de mezensoorten die klaarblijkelijk een wat ruwer klimaat mijden
en daarom weinig aan de kuststrook en de Waddeneilanden voorkomt.
Ze voelen zich beter thuis op de beschutte plaatsen van Drenthe,
Gelderland en andere zandgronden.

De Nederlandse zwarte mees is een standvogel.
Maar de exemplaren uit Oost- en Noord-Europa komen om de paar jaar massaal doortrekken.
Het gaat dan om duizenden vogeltjes.
Als als het een erg strenge winter is,
dan gaan de Nederlandse blijvers het bos uit naar de dorpen toe.
Het aantal trekkers kan enorm variëren en in sommige jaren
kan er van echte invasies worden gesproken.
 
 
 


 
 
 
Terug naar:

Home
Vogels
Soort bij soort