
De zomertortel staat nog in veel litteratuur beschreven onder de officiële naam tortelduif.
De nieuw voorgestelde en reeds veelvuldig gebruikte naam past echter beter
bij deze kleine, slanke duivesoort, want deze komt alleen in Nederland voor als zomergast.
De zomertortel is ongeveer 27 cm lang en hiermee de kleinste Europese duif.
Hij is herkenbaar aan de zwart-witgestreepte vlek op de halszijden.
De vleugeldekveren zijn zwartachtig met roestbruine zomen
en de trapvormige staart is zwart van kleur met een witte eindband.
Man en vrouw zijn gelijk gekleed maar het vrouwtje heeft een iets mattere tint.
De vogel heeft rukkende vliegbewegingen met de naar achteren gerichte puntige vleugels.
Overigens is de vlucht snel en rechtlijnig zonder vleugelgeruis.
De zomertortel heeft een wat teruggetrokken leefwijze.
Hij broedt graag in niet al te dicht loofbossen
of jonge naaldhoutbossen en in parkachtige landschappen met meidoornheggen.
Op zandgronden is de soort wat algemener dan in de kleigebieden.
Vroeger broedden zij ook volop in dorpen en in steden.
De verspreiding en dichtheid van de zomertortel kwam destijds
ook tamelijk goed overeen met die van de houtduif.
Tegenwoordig overtreft die laatste soort de zomertortel met enige factoren.

De zomertortel is een zaadeter, die zich graag te goed doet
aan de zaaddozen van allerlei akkeronkruiden.
Ook maïskorrels komen soms voor op het menu.
Meestal is de zomertortel in Nederland aanwezig vanaf eind april tot begin oktober.
Het nest wordt gebouwd van takken en bevindt zich in bomen.
Er worden 2 eieren gelegd die na 13 – 16 dagen broeden uitkomen.
Nadat ze uit het ei gekropen zijn blijven de jongen nog 18 – 23 dagen in het nest.
Zomertortels trekken doorgaans 's nachts.
Ze komen nog vrijwel overal in Nederland als broedvogel voor,
maar ontbreken over het algemeen in de grootschalige weidegebieden,
zoals in Zuid-Holland, Utrecht en Friesland.
Overigens ligt Nederland zo ongeveer aan de noordrand van het verspreidingsgebied,
maar men vermoedt dat de soort zich desondanks in Nederland
overal zou kunnen vestigen waar het biotoop geschikt is.
Door de sterke afname van het akkerbouwareaal sinds de jaren vijftig
en de grote veranderingen in de agrarische bedrijfsvoering en grondgebruik,
is de stand van de zomertortel sterk afgenomen.
Ook het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen en het opruimen
van houtsingeltjes zal daarbij een rol hebben gespeeld.
De populatie van de zomertortel wordt ook bedreigd door de buitengewoon sterke jachtdruk,
vooral in het voorjaar in Frankrijk langs de monding van de Gironde.
Ondanks het verbod van de Europese Unie, worden daar nog steeds jaarlijks
tijdens de trektijd enorme aantallen zomertortels geschoten.
Terug naar: