
De zanglijster is een lijsterachtige die net iets kleiner is dan de merel.
Met een bruine rug en isabelkleurige gestippelde borst lijkt hij wel
op de grote lijster, maar die is aanmerkelijk groter.
De zang is luider dan die van de merel.
De zanglijster kent een skala van fluiten en melodieen.
Maar praktisch altijd zit in de zang een driemaal herhaalde kreet.
Iedere frase van hun zang wordt twee tot viermaal herhaald
en na een korte pauze door een andere omgeruild.
Vaak zingt hij in de avondschemering.
Het is een zegen om deze vogel in je tuin te mogen hebben.
Niet alleen zingt de vogel prachtig, hij is ook nog eens een groot slakkenverdelger,
waarbij hij het speciaal gemunt heeft op huisjesslakken.
Nadat hij een slak heeft gevonden, zoekt hij een steen.
Hij beukt vervolgens de huisjesslak
net zo lang tegen deze steen aan tot het huisje kapot is.
Aangezien hij daarvoor meestal een vaste steen uitzoekt,
vind je daar de resten van diverse slakkenhuisjes.
Zo'n steen wordt dan de lijstersmidse genoemd.
Daarnaast eet hij ook andere ongewervelden en vruchten.
Het zijn overigens alleen de zanglijsters
die dit staaltje van inteligentie en vindingrijkheid toepassen.
Andere lijsterachtigen bedienen zich niet van een dergelijke smidse.
De zanglijster is vaak een weinig schuwe vogel, vertrouwend op zijn schutkleur.
Hij is te vinden in parken en bossen waarbij naaldbossen vermeden worden.
In de dorpen heeft een hij genoeg aan zo'n 2 hectare territorium.
In de bossen hebben ze wat meer ruimte nodig: zo'n 3 tot 5 hectare.
De vogels in de dorpen blijven soms, de anderen trekken weg
rond september/oktober en gaan dan naar Zuid-Europa en Noord-Afrika.
In maart zijn de trekkers weer terug en soms zelfs al in februari.

Er wordt tweemaal per jaar gebroed van april tot in juli.
Het nest is stevig en wordt van binnen altijd glad bepleisterd met klei.
Het wordt in bomen en struiken gebouwd en er worden drie tot zes lichtblauwe eieren gelegd.
Die worden 12 tot 13 dagen bebroed, waarna de jongen nog twee weken op het nest worden verzorgd.
In Nederland wordt er een gestage achteruitgang geconstateerd.
Niet door het verdwijnen van leefgebieden maar door het strooien van slakkendood!
Dit middel is dodelijk voor de zanglijster en zijn jongen.
Daarnaast zijn het vogels die in de zuidelijke landen en vooral in Frankrijk,
Spanje, en Italië nog steeds als een lekkernij worden beschouwd
en overal door de bevolking worden geschoten.