
De witte kwikstaart is een elegante, snel lopende vogel die constant met zijn staart beweegt.
Als je aan het fietsen bent, dan zie je de dieren vaak voor je op de weg lopen.
Kom je dichterbij, dan vliegen de vogels op, om 30 meter verderop weer op de weg te landen.
Maar ja, daar kom jij aangefietst, dus verplaatsen ze zich weer zo'n 20 meter.
Dat kan zich een aantal malen herhalen, voordat ze de moed opgeven
en met een boog om je heen vliegen en achter je weer hun plekje opzoeken.
Hij is niet minder dan 18 centimeter lang, al wordt een groot gedeelte
van deze lengte ingenomen door de lange staart.
Het vrouwtje is wat fletser van kleur en heeft wat minder zwart aan de kop.
De vogel is ook tamelijk agressief en houden soms een 'gevecht'
met hun eigen spiegelbeeld, bijvoorbeeld in een glimmende wieldop van een auto.
Witte kwikstaarten behoren, evenals bijvoorbeeld de roodborst, tot de weinige soorten
die, ook als zij niet broeden, hun voedselterritorium verdedigen.
Deze insecteneter tref je veel aan op het platteland en in dorpen.
Wel verblijft hij altijd in de buurt van water,
waarbij alleen al een plas op een boerenerf voldoende kan zijn.
Het dier is niet schuw en laat zich gemakkelijk waarnemen.
Het zijn levendige en zeer beweeglijke vogeltjes.
Zij vliegen in een golvende vlucht en op de grond wipt de lange,
sierlijke staart voortdurend rusteloos op en neer.
Het eten wordt vaak rennend op de grond maar ook wel in de lucht gevangen.
Tijdens zijn korte jachtvlucht wordt ook zijn bescheiden liedje gezongen.

De vogel broedt vanaf april tot soms in augustus toe.
Deze kwikstaart gebruikt bij de bouw van zijn nest zowel plantaardig
als ook ander materiaal zoals wol, touw en draadjes.
Het nest wordt gebouwd op onmogelijke plaatsen,
soms hoog op een balk in een loods, dan weer laag onder een bruggetje.
Er zijn twee broedsels per jaar, elk bestaande uit 5 tot 6 eieren,
die zo'n twee weken worden bebroed.
De jongen blijven niet veel langer dan twee weken op het nest.
De vogel trekt 's winters uit Nederland weg, maar overwintert
dicht in de buurt (Engeland, Frankrijk, Italie, Balkan).
Terwijl een klein aantal in Nederland overwintert
komen andere soms al in februari terug op hun nestplaats.