Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Winterkoning

Troglodytes troglodytes
Winterkoningen

Een hoop geluid uit een heel klein gedrongen vogeltje met een kort opgewipt staartje.
Onmiskenbaar het winterkoninkje!
Er wordt bijna het hele jaar door gezongen.
De zang is een erg luid en doordringend liedje, vol met hoge tonen en trillers.
Alleen in zeer strenge winters treedt een duidelijke 'stille' fase op.

Het verenkleed is roodachtig bruin met spikkels.
De snelle, rechtlijnige vlucht van de winterkoning is door de korte, afgeronde vleugels snorrend.
Winterkoninkjes vliegen bij voorkeur maar heel korte afstanden.
Vaak is hij laag bij de grond te vinden tussen kreupelhout en boomwortels,
het liefst ook nog in de buurt van water.

Hun naam ten spijt zijn winterkoninkjes erg gevoelig voor strenge vorst.
Door hun geringe lichaamsvolume koelen ze snel af en sterven dan.
Om daaraan te ontkomen, verblijven ze 's winters vaak in groepjes
dicht tegen elkaar aangedrukt in een speelnest, soms wel met zijn tienen.
Ze kunnen 's winters dan ook wel wat hulp gebruiken als dank voor hun prachtige lied.

Hoewel het een druk, energiek vogeltje is, leidt de winterkoning
buiten het broedseizoen een verborgen levenswijze.
Vaak ziet men slechts een glimp van hem, terwijl hij in de begroeiing naar voedsel zoekt.
Het dier leeft bijna uitsluitend van insekten en spinnen.
In de wintertijd staan er ook vruchten zaden op het menu.

Het mannetje maakt meerdere, bijna ronde nesten (zogenaamde slaapnesten)
van bladeren, droog gras en mos met de ingang aan de zijkant.
Hij lokt met zijn gezang het vrouwtje bij zijn bouwwerken
en zij zoekt er één uit voor het broedsel, meestal het nest wat het beste is verborgen.
Ze broeden bij voorkeur in kreupelhout en tussen wortels
maar kunnen ook op de vreemdste plaatsen hun nestje bouwen.
Menselijke activiteiten in de directe omgeving deren het winterkoninkje nauwelijks.

Het nestje van haar keuze wordt gevoerd met veertjes waarna er 5 – 6 mini-eitjes worden gelegd.
Deze hebben aan de stompe pool soms zwarte of roodbruine spikkels.
Voor zo'n klein vogeltje is de broedtijd best lang: ongeveer 14 tot 16 dagen.
De jongen blijven tot bijna drie weken op het nest.
In die tijd helpt het mannetje met het voeren der jongen.
Een merkwaardig verschijnsel is dat er een tweede legsel in juni-juli wordt geproduceerd
die mede door de jonge vogels van het eerste legsel worden verzorgt.
Ze brengen dan samen met de ouders voedsel aan.
 
 
 


 
 
 
Terug naar:

Home
Vogels
Soort bij soort