Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Wilde zwaan

Cygnus cygnus
Zwanen

Zowel het broedgebied als het overwinteringsgebied van de wilde zwaan
is gelegen rondom meren, rivieren, plassen en beschutte baaien.
Hierbij is hij duidelijk minder aan zoet water gebonden dan de kleine zwaan.

Een volwassen wilde zwaan heeft een driehoekige kop waarbij de bovensnavel
in rechte lijn overgaat in de kop.
Hij houdt zijn hals recht omhoog.
Het gele snavelgedeelte is bij de wilde zwaan hoekiger dan bij de kleine zwaan.
De vogel wordt 145 - 160 cm lang.

Het broedgebied ligt hoofdzakelijk op IJsland, Scandinavië en in Rusland
maar ook in Schotland zijn ze gedurende de zomermaanden wel te vinden.
De nestelplaats zit vaak ergens beschut op een eilandje in het water.
Het wijfje bouwt het grote nest van riet en waterplanten die door het mannetje worden aangevoerd.
Eind mei, begin juni produceert ze een legsel van 3 à 5 eieren,
dat na zo'n 30 à 35 dagen broeden uitkomt.

De jonge zwaantjes zijn in het begin zilvergrijs met wit.
Vervolgens krijgen ze grijsachtig bruine veren op de kop
en witte veren met een grijze punt op het lichaam.
Na 8 weken kunnen ze vliegen.

In de winter trekken ze naar het warmere zuiden.
In onze streken is de wilde zwaan een schaarse doortrekker
en wintergast (ca. 1000), die in strenge winters het talrijkst voorkomt.
De eerste groepjes arriveren vanaf november.
Met name zijn ze dan te vinden op zoute, brakke en zoete wateren,
zoals de Zeeuwse Delta, het IJsselmeergebied of de Waddenzee.
Ook in het rivierengebied houden jaarlijks groepen wilde zwanen zich op.

Tijdens de zomer vindt de wilde zwaan voldoende waterplanten en insecten
om zich mee te voeden, terwijl hij 's winters zijn voedsel op stoppelvelden zoekt.

De vogel heeft een luide trompetachtige roep.
Daarentegen zijn ze tijdens de langzame, krachtige vlucht relatief stil
en maken hun vleugels niet het zingende geluid dat bijvoorbeeld bij de knobbelzwaan te horen is.
Wel houden ze tijdens de vlucht voortdurend contact door hun getrompetter
maar dit is veel minder luidruchtig dan bij de kleine zwaan.
De vogels vliegen groepsgewijs in de typische V-formatie of in een schuine lijn.

Families blijven vaak bij elkaar en waar voldoende voedsel is,
vormen zich grote groepen die weilanden afgrazen.
Zo af en toe loopt de ene familie letterlijk tegen de ander op en dan is er bonje.
Er wordt gedreigd en gehapt en als er een familie zegeviert
voert de familieoudste de triomf scène op.
Het lichaam wordt hoog opgeheven, de vleugels half gespreid,
de kop wordt gestrekt en tijdens dit imponeer vertoon worden de nodige kreten en geluiden geslaakt.
Dat werkt zo aanstekelijk dat de rest vanzelf gaat meedoen,
ook al hebben ze geen enkel aandeel in de strijd gehad!
Tenslotte vertrekken ze rond maart weer naar hun broedgebieden.
Vanaf dat moment bestaan de jongen niet meer voor de ouders.
Dan is weer de tijd voor balts en broeden aangebroken.
De oudervogels vormen paartjes voor het leven.
Meestal worden de zwanen ongeveer 15 jaar oud, maar ook 40 jaar is niet onhaalbaar.
 
 
 
 
Terug naar:

Home
Vogels
Soort bij soort