Het smelleken is met zijn lengte van 25-30cm de kleinste Europese valk.
Hierbij is het mannetje kleiner dan het vrouwtje.
De vogel heeft een opvallend gedrongen silhouet.
Het mannetje is aan de bovenkant leigrijs en heeft een roestrode nek.
De onderzijde is licht roestkleurig met donkere lengtevlekken.
Het vrouwtje heeft een donkerbruine bovenzijde
en is aan de onderkant witachtig met donkere lengtestrepen.
De staart is licht-donker dwars gebandeerd.
Zijn krachtige vlucht lijkt wel op die van de torenvalk
waarbij hij echter meer zweeft en minder 'bidt'.
Vaak wordt er snel en laag boven de grond gejaagd.
Hierdoor worden kleine vogels verrast, die soms langdurig worden achtervolgd.
Even voor het bereiken van de prooi heeft de valk
een enigszins lijsterachtige vlucht, die mogelijk dient als camouflage.
De prooi bestaat uit vogels tot een grote van een lijster.
Met name open, boomarme gebieden, hoogveengebieden
en gebieden met struikgewas in Noord-Europa vormen het broedgebied.
Er worden oude nesten van roofvogels en kraaien bezet
waarin omstreeks mei 4 – 5 eieren gelegd worden.
Beide partners broeden.
De broedduur is 28-32 dagen
waarna er nog een nestperiode volgt van 25-27 dagen.
In Nederland is het smelleken een wintergast en doortrekker.
Hij trekt mee met zijn hoofdvoedsel die vanuit het noorden
warmere gebieden opzoeken.
Terug naar:
