Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Slechtvalk

Falco peregrinus
Valken

De slechtvalk is een grote (39 - 50 cm), compact gebouwde valk
met spitse vleugels en korte staart.
Hij heeft een contrastrijk gekleurd verenkleed.
De bovenzijde is leigrijs van kleur.
De bovenkop en de baardstreep zijn zwartachtig,
de onderdelen witachtig en dicht gebandeerd.
De staart is voorzien van zwarte dwarsbanden.
De lichtblauwe snavel heeft een donkere punt.
Het vrouwtje is donkerder en groter dan mannetje.

Het vliegbeeld lijkt op een anker: de vleugels zijn lang en spits,
de staart is relatief kort en wordt naar uiteinde iets smaller.
De vogel vliegt met snelle, ondiepe vleugelslagen
die onderbroken worden door korte glijpauzes.
Af en toezweeft hij op opwaartse wind.

Het leefgebied is zeer veelzijdig: open of licht bebost land,
lichte bossen, toendra, half woestijnen, zeekusten, steengroeven,
diepe rivierdalen, overal voelt de slechtvalk zich in zijn element.

Het voedsel bestaat overwegend uit vogels, die zij vliegend achtervolgen.
Stadsduiven vormen veelal het hoofdvoedsel in bepaalde gebieden
en daarnaast spreeuwen, lijsters, leeuweriken, kraaiachtigen, meeuwen en strandvogels.
De jacht van de slechtvalk begint of van een verhoogde uitkijkpost of vanuit een verkenningsvlucht.
Is de valk boven zijn slachtoffer, dan legt hij zij vleugels aan
en stort zich met enorme snelheid, soms tot 300 km per uur, op zijn prooi.
Vaak worden de vogels reeds door de botsing gedood.
De horizontale snelheden die de vogel kan halen gaan tot 65-110km per uur.
Daarmee is de slechtvalk het snelste dier ter wereld.

Tijdens de baltsvlucht laat hij een klagend,
trillend lang aanhoudend "geeeeeeeeeieieiek" horen;
bij opwinding een scherp "kotsiekotsiek".
De Midden-Europese broedvogels nestelen meestal in beschutte nissen in steile rotswanden.
In Noord-Duitsland en in Polen benutten de slechtvalken ook roofvogelhorsten
in oude naald- en loofbossen; soms broeden zij op hoge gebouwen.
Slechtvalken houden zich hun hele leven aan een eenmaal gekozen broedgebied
waarin ze wel meerdere broedplaatsen kunnen bezetten.
De broedtijd valt in maart - april.
Door het vrouwtje worden 3-4 eieren gelegd die 28-29 dagen
bebroed worden, waarbij de beide oudervogels elkaar aflossen.
De jongen blijven 35-42 dagen op het nest.

De vliegvlugge jongen uit het Midden-Europese broedgebied
trekken om te overwinteren in zuidelijke richting tot het Iberisch Schiereiland.
De paartjes blijven hun gehele leven bij elkaar
en gebruiken vaak dezelfde nestplaatsen.

De slechtvalk is een van de meest zeldzame vogels van ons land,
maar in ons land is hij wel het hele jaar door te zien.
Het talrijkst is hij echter begin oktober
wanneer de noordelijke doortrekkers door ons land komen.

In Nederland ziet de toekomst voor de slechtvalk er toch goed uit.
In de twintigste eeuw hebben zich bij ons
slechts zeventien broedpogingen voorgedaan.
Twee keer werd er op een waddeneiland op de grond gebroed,
dertien keer op de Veluwe in boomnesten
en twee keer op niet natuurlijke nestplaatsen in Limburg.
Tenminste zeven keer heeft dit vliegvlugge jongen opgeleverd.
Het eerste broedgeval dateert van 1926 op Schiermonnikoog.
In 2005 echter zijn er maar liefst 25 territoriale paren geteld.
Daarvan hebben er vijftien met succes gebroed.
 
 
 


 
 
 
Terug naar:

Home
Vogels
Soort bij soort