De ruigpootbuizerd heeft een lengte tot 60 cm
en is hiermee iets groter dan de buizerd.
Ook heeft hij langere vleugels.
De beide geslachten zijn gelijk gekleurd.
De bovenkop, nek en kopzijden zijn altijd witachtig, de rug is variabel grof getekend
wat grotendeels toe te schrijven is aan verschillen in leeftijd en geslacht.
De onderdelen zijn licht van kleur.
De poten zijn tot aan de tenen bevederd.
De vogel onderscheidt zich van de vrijwel identiek buizerd door lichtgekleurde staart
met donkere eindband en de lichte onderkant van de vleugels.
De ruigpootbuizerd circelt in de lucht met in V gehouden vleugels.
Op het menu staan kleine gewervelde dieren.
In Nederland is de ruigpootbuizerd een wintergast afkomstig uit ondermeer Scandinavië.
Hij is hier aanwezig vanaf oktober tot april.
Bij voorkeur vertoeft hij in uitgestrekte kale gebieden met jonge bosaanplant.
In Nederland overwinteren een paar honderd exemplaren.
Het meest is hij dan te vinden op de waddeneilanden en in Flevoland.
Het broedgebied is gelegen in berggebieden en toendra’s ten noorden van de boomgrens.
Afhankelijk van het gebied wordt het nest gebouwd op rotsen, in bomen of op de grond.
In mei en juni worden de 3 – 4 eieren uitgebroed.
De jongen blijven ongeveer een maand op het nest.
