
De opvallendste kleuren van de pimpelmees zijn blauw en geel.
Het is een kleine beweeglijke mees met een blauw kruin, vleugels en staart.
De oorstreek is wit en de bovendelen zijn groen van kleur.
De onderdelen tenslotte zijn geel.
Over de buik bevindt zich een zwarte lengtestreep
maar deze is minder duidelijk dan bij koolmees.
Overigens is de pimpelmees ook kleiner dan de koolmees.
De pimpelmees is vaak te vinden in steden en dorpen waar vooral in nestkasten wordt gebroed.
Verder komt hij overal voor waar bomen en struiken aanwezig zijn zoals bossen, parken, tuinen enz.
Absolute naaldbossen worden echter vermeden.
Buiten het broedseizoen is hij vaak samen met andere mezen.
De kenmerkende zang kent veel variatie.
Het geluid staat ook wel bekend als 'het zilveren lachje'.

In Nederland is de pimpelmees een standvogel die voornamelijk leeft van insecten
en andere ongewervelden, maar in de winter eet hij vooral vruchten en zaden,
hoewel dan ook insenctenlarven en -poppen een lekkernij zijn.
Het zijn ware acrobaten, tijdens het foerageren hangen ze aan de dunste twijgjes.
Het nest bestaat uit veel wol en mos en de nestkom is gevoerd met veertjes en haar.
Hierin komen 7 – 14 eitjes te liggen die ongeveer 2 weken bebroed worden.
De jongen blijven daarna nog 16 – 18 dagen in het nest.