
De oeverpieper is een tot 16,5 cm lange vogel met een wat donker verenkleed.
Kop en bovenzijde zijn lichtgrijs, de onderkant is vuilwit en ongevlekt.
In de winter is de borst donker gevlekt.
De vogel is in het bezit van een lichte wenkbrauwstreep.
De zang is een aangehouden en steeds sneller wordend "tswie tswei tswie".
De vogel voedt zich overwegend met insecten.
De oeverpieper is bij ons het hele jaar te zien, maar het eigenlijke broedgebied
ligt meer langs de kusten van scandinavië en in het zuid-oosten van Europa.
In de wintermaanden vertoeft het vogeltje meer langs de kust.
Het nestje wordt op de grond gebouwd en hierin komen 4 – 5 eieren te liggen.
Deze komen uit na ongeveer 15 dagen broeden
waarna de jongen nog 15 dagen in het nest blijven.
Terug naar: