Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Kleine bonte specht

Dendrocopos minor
Spechten

De kleine bonte specht is zeer gemakkelijk over het hoofd te zien door onopvallend gedrag.
Slechts zijn zang - een valkachtig "kikiki"- verraadt hem.
Hij is Kleinduimpje onder de spechten, niet groter dan een flinke mus.
Verder onderscheidt de kleine bonte specht zich van zijn grotere broer
door het ontbreken van de witte schoudervlekken en heeft het mannetje
de rode vlek voor op het hoofd zitten in plaats van achter in de nek.

Deze specht is met name te vinden in hoogopgaand oud loofbos,
oude bomenlanen, oude parken en hoogstamboomgaarden.
Insecten op twijgen en bladeren (bladluizen) vormen samen met in hout levende larven de hoofdmaaltijd.
’s Winters worden er ook larven en poppen gezocht in rietvelden.

Net als veel andere spechten kent de kleine bonte specht een schaterlach.
Maar wel veel hoger dan de anderen: een soort van "klie-klie-klie-klie".
De roffel van dit kleine vogeltje duurt een stuk langer dan dat van de grote bonte specht.
Het duurt namelijk zo'n drie seconden.
Dat van de Grote Bonte Specht duurt ong. 1 seconde.
De roffel is overigens ook sneller, maar dat hoort alleen een geoefend oor.

Er worden holen gehakt in vermolmde stammen of takken.
Heeft zijn grotere broer een voorkeur voor flinke (dode) bomen en takken,
de kleine bonte specht geeft meer de voorkeur aan kleinere dode takken en twijgen vlak bij de grond.
In 11 dagen tijd worden de 4 – 6 eieren uitgebroed
waarna de jongen nog ongeveer 3 weken in het nest blijven.

De kleine bonte specht is in Nederland een standvogel die gezelschap krijgt
van exemplaren uit noordelijker streken.
Veel dieren sluiten zich in de winter aan bij rondtrekende mezen.
 
 
 


 
 
 
Terug naar:

Home
Vogels
Soort bij soort