Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Gierzwaluw

Apus apus
Gierzwaluwen

Van alle vogels ter wereld brengt de Gierzwaluw
de meeste tijd vliegend in de lucht door.
Gierzwaluwen zijn dan ook perfect aangepast aan het leven tussen de wolken.
Hij heeft een torpedo vormig lichaam,
sikkelvormige vleugels en een korte, gevorkte staart.
De gierzwaluw lijkt, wat zijn uiterlijk en zijn snelle vaak woeste vlucht betreft,
wel op een zwaluw, maar in wezen is hij niet verwant met de zwaluwen.
Van de snavelpunt tot het staarteinde is hij gemiddeld 17 centimeter lang,
de vleugelspanning bedraagt bij benadering 40 centimeter.
In tegenstelling tot de zwaluwen heeft hij,
afgezien van een lichte vlek op de keel, een volledig donker verenkleed;
bovendien is hij wat groter.

De Gierzwaluw brengt bijna zijn hele leven al vliegend door.
Zijn voedsel maakt hij uitsluitend buit in de lucht;
het bestaat uit insecten en kleine spinnen die door de wind
en de thermiek dikwijls tot een aanzienlijke hoogte kunnen komen.
Hun geopende snavel vormt een brede vangtrechter, waarmee ze per dag
enkele duizenden insekten verschalken.
Daarbij gaan ze overigens wel selectief te werk:
tijdens het foerageren laten ze insecten die kunnen steken ongemoeid.
Gedurende vaak langdurige jachtvluchten
wordt voedsel in de krop verzameld.

Ook drinken en slapen ze zelfs in de lucht.
In groepen stijgen ze 's avonds naar een hoogte van een tot drie kilometer,
waar ze met trage vleugelslag blijven rondzweven tot het weer licht wordt.
Alleen gierzwaluwen die een nestholte bezitten,
zullen tijdens het broedseizoen bij voorkeur hierin slapen.

De evolutietheorie valt aan de Gierzwaluw af te lezen.
Hij gebruikt zijn pootjes zo zelden dat ze verworden zijn
tot hulpeloze klauwtjes.
Hij kan er zich mee vastgrijpen aan muren e. d.
maar hij ervaart de grootste moeite om weer op te stijgen
indien hij op de grond terecht komt.
Kom je ooit zo'n gelande Gierzwaluw tegen,
gooi hem dan gewoon de lucht in en hij is zo weer vertrokken.

Dat ze helemaal niet meer op kunnen vliegen
als ze op de grond zijn terechtgekomen is een fabel.
Gezonde volwassen gierzwaluwen die per ongeluk op de grond terechtgekomen zijn
kunnen probleemloos opstijgen, mits ze een vrije ruimte van enige
tientallen meters hebben om langzaam hoogte te winnen.
De oorzaak van de wijdverbreide fabel dat gierzwaluwen
niet vanaf de grond zouden kunnen opvliegen,
moet waarschijnlijk worden gezocht in het feit
dat er wel eens gierzwaluwen op de grond worden gevonden
die niet meer kunnen vliegen.
Dit zijn dan volwassen vogels die ergens tegenaan zijn gevlogen
of die ziek en verzwakt zijn.
Vaak betreft het ook jonge gierzwaluwen
die het nest voortijdig hebben verlaten.

Gierzwaluwen broeden meestal onder dakpannen en 's zomers
kan de temperatuur daar oplopen tot boven de vijfig graden Celsius.
Bij extreem hoge temperaturen gaan de jongen op zoek
naar een koelere plaats en tuimelen dan wel eens naar beneden.

Een groot deel van hun leven brengen de Gierzwaluwen door in zuidelijk Afrika.
In de tropen profiteren ze van de vele insecten,
die er het gehele jaar rondvliegen.
Eind April komen ze naar Europa om te broeden.
Gedurende de zomermaanden vliegen ook in Nederland
de Gierzwaluwen boven steden en dorpen.
Vooral in de ochtend en avond scheren groepjes Gierzwaluwen
laag over de daken en tussen de huizen door.
Daarbij laten ze het karakteristieke, schrille 'srie srie srie' horen.
Alleen om te broeden (en soms bij extreem slecht weer)
verlaten gierzwaluwen tijdelijk het luchtruim.
Ze zouden echter - bij wijze van spreken -
hun nest in de wolken bouwen, als deze het konden dragen.

De gierzwaluw broedt het liefst in de openingen van een gebouw, hoog boven de grond.
Ook het nestmateriaal wordt vliegend verzameld.
Zwevende pluisjes, strootjes, veertjes en soms ook stukjes plastic
of papier worden uit de lucht gehapt.
In de nestruimte kitten de gierzwaluwen het verzamelde materiaal aan elkaar.
Hierbij maken ze gebruik van hun speeksel, dat hard wordt wanneer het opdroogt.

Het nest is in de eerste plaats bedoeld
om te voorkomen dat de eieren wegrollen.
Gierzwaluwen broeden namelijk op plaatsen waar de ondergrond niet altijd vlak is.
Het nest begint als een eenvoudig opstaand randje,
maar kan in de loop der jaren uitgroeien tot een komvormig nestje.
Juist omdat gierzwaluwen jarenlang -vele zelfs hun hele leven -
op dezelfde plek broeden, kunnen ze van de nestbouw een 'meerjarenplan' maken.
De summiere nestbouw kan tevens verklaren waarom gierzwaluwen
vaak een voorkeur hebben voor oude nesten van onder andere huismussen en spreeuwen.

Gierzwaluwen kunnen zelfs in de lucht paren.
Een gierzwaluw daalt hiertoe op de rug van de partner,
waarna ze gedurende enkele seconden samen verder zweven.
Ook in de nestholte wordt gepaard en het is daarom niet helemaal zeker
of tijdens de paring in de lucht het vrouwtje daadwerkelijk wordt bevrucht.
Misschien is het een louter rituele baltsceremonie.

Het legsel bestaat doorgaans uit twee tot drie witte eieren die,
met tussenpozen van telkens twee dagen,
voor het merendeel in de tweede helft van mei worden gelegd.
De broedtijd bedraagt 18 tot 25 (gemiddeld 19) dagen
en de jongen blijven, afhankelijk van het weer,
38 tot 56 (in de meeste gevallen ongeveer 42) dagen in het nest.
De in eerste instantie kale jongen krijgen al snel een blauwgrijs dons.
Bij het vragen om voedsel sperren ze niet hun snavel open, maar plukken ze aan de nekveren van hun ouders.

Gierzwaluwen broeden, indien mogelijk, het liefst in koloniën
van soms enkele tientallen paren.
Door aanhoudend regenweer kunnen de vogels in moeilijkheden raken
omdat zij niet meer genoeg voedsel kunnen vinden.
In dit geval kan het gebeuren dat de volwassene dieren
naar een streek met een betere weersgesteldheid verhuizen,
soms honderden kilometer ver van de broedplaats af.
Hier worden dan vaak grote groepen gevormd.
De jongen raken intussen in een soort verstijvingstoestand;
het hart klopt langzamer en de lichaamstemperatuur is verlaagd.
Ongeveer twee weken kunnen de oudere nestelingen op deze manier doorstaan.
Pas wanneer de ouders naar het nest terugkeren en hun jongen verwarmen,
worden deze weer actief.

In augustus maken de gierzwaluwen zich op voor de lange reis,
terug naar het zuiden van Afrika.
 
 
 


 
 
 
Terug naar:

Home
Vogels
Soort bij soort