
De ekster is zwart/wit gekleurd, met bovendien metalicglanzende zwarte veren,
zodat in de zon de vogel een groene of blauwe indruk kan maken.
Bij het vliegen maakt hij een wat onbeholpen indruk
en hij vliegt zelden grote afstanden in een stuk.
De ekster heeft een slechte reputatie.
In het voorjaar is het namelijk een groot rover
van met name zangvogeleieren en -jongen.
Toch is dat natuurlijk gedrag, waarover de mens zich niet zou moeten opwinden.
Daarnaast staan er ook noten en bessen, insecten, larven,
spinnen, slakken, aas en afval op het menu.
Eksters zijn echte vogels van het platteland, maar steeds meer rukken ze ook op in de steden.
Voor een opportunist zoals de ekster (en dat geldt
voor zijn familieleden net zo) is daar veel te halen.
Het is een erg intelligente vogel, die aardig aan mensen is gewend,
zij het dan dat hij probeert verre van ze te blijven,
zonder de door deze creaturen geschapen condities uit het oog te verliezen.
Samen met de vlaamse gaai is hij zonder meer de schuwste van alle kraaiachtigen.
Nesten van zangvogels naast uw voordeur hebben zeker zijn aandacht,
maar de overval vindt meestal 's morgens zeer vroeg plaats.
Net als kauwen zijn eksters verder bekend van het wegnemen
van glinsterende objecten die dan in het nest worden verborgen.
De ekster is een elegant gebouwde kraaiachtige van 46 centimeter lang.
Hij komt bij ons het gehele jaar voor en is een echte standvogel.
Mannetjes en vrouwtjes vormen paren voor het leven en zijn nagenoeg gelijk,
al is de staart van het mannetje meestal iets langer.
Het grote, bolvormige nest heeft een zijdelingse ingang.
Het hangt soms hoog in de bomen of zit meters diep verstopt in het struikgewas.
Wel bevindt het zich altijd tussen vingerdikke takken of stengels.
Er is meestal 1 broedsel per jaar.
De ekster begint soms al in maart met het bebroeden van de 5 tot 8 eieren.
De broedtijd is ongeveer 17 dagen, waarna de jongen
nog 3 tot 4 weken op het nest blijven.