Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Bijeneter

Merops apiaster
Bijeneters

De bijeneter is een exotisch uitziende vogel met een rijk gekleurd verenkleed.
De bovenzijde is kastanjebruin, de onderkant groenblauw en de kin is helgeel van kleur.
De kop is getooid met een lange, naar beneden gebogen snavel.
De vogel bereikt een lengte van 25-29 cm.

Vaak zit hij op draden en jaagt hij op insecten in een zeer gracieuze en elastische zweefvlucht,
die wordt afgewisseld met series snelle vleugelslagen.
Hij leeft vooraL van grote insecten als hommels, libellen en zweefvliegen.

Tijdens de trek vormen zich vaak op grote hoogte overvliegende groepen,
die zich door hun roep verraden.
De bijeneter is een zomergast die in augustus-september wegtrekt
naar tropisch Afrika en in april-mei terugkeert.
Daarbij komt het vaak voor dat ze tot ver ten noorden van hun broedgebieden trekken.
Kruist dan een voor hen geschikt terrein hun pad om te kunnen broeden
dan wagen ze daar een poging.
Elk jaar wordt hij ook in Nederland waargenomen, vaak zelfs in groepen, maar slechts zeer zelden komt hij hier tot broeden.

Als broedvogel moet deze warmteminnende vogel in het gebied
rond de Middellandse Zee en de Balkan worden gezocht.
Daar broedt hij in cultuurlandschappen of in open terrein met weiden,
bosjes, verspreide bomen of boomgroepen, vaak bij rivieren met steile oevers.

De bijeneter is een echte koloniebroeder.
De kolonies bevinden zich vaak in de omgeving van water,
omdat zich daar ook in de warme landen de meeste insekten ophouden.
Het nest bevindt zich in zelfgegraven pijpen in zandafgravingen en hellingen,
maar soms ook in vlakke bodem.
Ongeveer 3 weken worden de 5 – 7 eieren bebroedt waarna de jongen nog een maand in het nest blijven.

Het eerste broedgeval voor Nederland vond plaats in 1964 in Haelen, Limburg.
Op 25 juni werden ze voor het eerst op de plek waargenomen en na 27 augustus
waren ze na een geslaagd uitgevlogen broedsel voorgoed verdwenen.
Daarna volgde in 1965 nog een broedgeval op Terschelling
en in 1983 in een voormalige oeverzwaluwkolonie op Texel.
De meeste waarnemingen in ons land stammen uit de maanden mei en juni en het betreffen vermoedelijk
vogels die op de voorjaarstrek te ver naar het noorden zijn doorgetrokken.
Vanaf 1984 is er jaarlijks in Nederland een groepje
van 10 tot wel 34 in 1987 waargenomen, soms ook maar één enkel exemplaar.
Op 10 mei 2001 is een exemplaar op Vlieland waargenomen.

Helaas worden ze in de zuidelijke landen vaak vervolgd, omdat bijenhouders menen
dat ze met een ernstige concurrent hebben te maken.
Alleen al op Cyprus worden er jaarlijks zeker zo'n tienduizend stuks geschoten
in de korte tijd dat ze daar broeden.
 
 
 


 
 
 
Terug naar:

Home
Vogels
Soort bij soort