Kweekverslag van Brachypelma vagans
De
soort waarover het hier gaat is Brachypelma vagans.
Deze
hebben een zwarte onderkleur met op het achterlijf lange vuurrode haren. De
spanwijdte van deze dieren is ongeveer 13 centimeter. Ze kunnen wel 20 jaar oud
worden. Het natuurlijk verspreidingsgebied is Mexico, waar ze holen bewonen op
de grond van vochtige wouden. De temperatuur is ’s nachts 22°C en tijdens de
dag tot 28°C. De vochtigheid schommelt tussen 65% en 75% RV.
Ikzelf
had al een tijdje een volwassen B. vagans vrouwtje van ongeveer 4 jaar. Na de
laatste vervelling was ze zo goed als volgroeid. Dus klaar om te paren.
Een
Nederlandse vriend had een mannetje van deze soort, die hij me graag ter
beschikking stelde. Immers, mannetjes van vogelspinnen leven niet zo lang en
zijn voortdurend op zoek naar een paringsbereid vrouwtje. De afspraak werd
gemaakt dat, mocht het kweken lukken, hij de helft van de jongen zou krijgen.
Het mannetje werd overgedragen op een beurs in Nederland. Heel tevreden ging ik
naar huis.
Thuisgekomen
kwam het mannetje Brachypelma vagans in een terrarium van 30x30x25 cm met een schuifruit aan de voorkant. Het
vrouwtje B. vagans bewoont net zo’n terrarium. De bodembedekking is
terrariumhumus, wat goed vocht vasthoudt. Allebei hebben ze een ‘afdakje’ in
schors. Tijdens de dag schuilen ze daar meestal onder.
Het
mannetje en het vrouwtje moesten eerst allebei afzonderlijk in een bak, deze
dieren zijn erg kannibalistisch ingesteld.
Het
mannetje leek klein tegenover het vrouwtje. De totale spanwijdte was ongeer
even groot, maar de poten zijn veel minder dik en het achterlijf is veel
kleiner. Dit dier had waarschijnlijk al een tijd niet veel meer gegeten doordat
hij enkel nog op zoek was naar een vrouwtje.
Maar
dat vrouwtje kon hem blijkbaar in 1 beet doden, waarna ze hem natuurlijk zou
opeten. Als ze niet paringsbereid was of het mannetje deed iets verkeerd, dan
zou dat zeker gebeuren.
Het
vrouwtje kreeg direct veel volwassen krekels, zodat ze goed doorvoed zou zijn.
Misschien zou ze het kleinere mannetje dan minder als eten beschouwen.
Toen
wilde ik het wel eens wagen. Ik zette de terraria met de schuifruiten tegen
elkaar, in de hoop dat ze elkaar zouden opmerken. Maar ze lieten niets blijken.
Ook ’s nachts hoorde ik geen geroffel of getrommel van poten, wat zou aangeven
dat ze elkaar opgemerkt hebben en paringsbereid zijn.
Op
een dag heb ik dan voorzichtig het mannetje in de bak van het vrouwtje geleid.
Met een stokje duwde ik hem naar haar terrarium. Het mannetje wilde op de ruit
klimmen en het vrouwtje verroerde niet. Er gebeurde verder niets. Toen zette ik
ze direct terug apart. Er was geen sprake van interesse. Hadden ze elkaar wel
opgemerkt?
De
dag erna probeerde ik het nog eens. Schuifruitjes open, en het mannetje
voorzichtjes naar het vrouwtje begeleiden. Het vrouwtje zat in haar hol. Het
mannetje liep vlug recht naar het hol, tot op 5 cm van het vrouwtje. Het
vrouwtje begon opeens met haar voorpoten op de grond te trommelen als gek. Het
mannetje stopt. Het vrouwtje trommelt nog eens.
Het
mannetje gaat dichter en 'bepotelt' haar. Het vrouwtje doet haar lange
giftanden open en richt zich iets op.
Ik
vreesde het ergste.
Maar
de haakjes aan de poten van het mannetje vonden de giftanden direct en hij
duwde deze open. Deze haakjes zijn daarvoor perfect gemaakt. Hij duwde haar
overeind. Zij liet zich gewillig doen. Hij kon met zijn bulbussen
(‘spermazakjes’ aan de voorste, onechte poten) nog niet direct bij haar
spermatheek (vrouwelijke geslachtsopening). Daarvoor moet hij onder haar lichaam
door kunnen tot bij de geslachtsopening aan het achterlijf. Ze moest nog iets
meer overeind staan. Dus trommelde hij met zijn bulbussen op haar onderkant.
Dit deed hij een paar keer totdat ze zich genoeg opgericht had. Ze stonden
samen op hun 4 achterste poten, helemaal opgericht. Een fantastisch zicht, 2
reuzenspinnen die elkaar omklemmen.
De
rechter bulbus werd voorzichtig ingebracht. Daarna draaide hij zich iets om ook
zijn linker bulbus zijn werk te laten doen. Maar hij kon er niet aan vanuit die
positie. Het vrouwtje begon iets naar beneden te zakken en het mannetje kon het
veel grotere vrouwtje niet meer houden. 1 seconde liggen ze op hun buik bijna
tegen elkaar. Het vrouwtje verzette 1 poot, waarna het mannetje een sprint
inzette richting eigen bak.
De
schuifruitjes werden er terug tussen gestoken en ze zaten weer apart. Dit alles
duurde ongeveer 1 minuut.
Het
vrouwtje gedroeg zich achteraf ook eerder nerveus (opgewonden?). Maar de paring
lijkt gelukt te zijn.
Nu
is het nog een tijdje wachten tot ze een cocon gemaakt heeft. Deze cocon is een
ronde bal van spinsel met eieren in. Het kan een paar maanden duren vooraleer
ze daarmee begint, de temperatuur, luchtvochtigheid en luchtdruk moeten ideaal
zijn. Het vrouwtje verdedigt de cocon met ‘hand en tand’ en eet in deze periode
niet.
De
cocon komt uit na 6 à 8 weken. Dan beginnen de spiderlings rond te lopen in het
terrarium. Dit kunnen er wel 1000 zijn! Het is niet eenvoudig om die allemaal
ongedeerd uit het terrarium te halen, waar het vrouwtje dan nog zit. Beter is
het deze cocon een week vroeger ‘af te pakken’ met een pincet. Dit moet ook
voorzichtig gebeuren, want bij teveel verstoring eet het vrouwtje de cocon vlug
op. Dan is alle moeite voor niets geweest.
De
helft van de jongen is voor de eigenaar van het mannetje, kweekleen heet dat.
Mijn diertjes mogen dan allemaal in aparte doosjes omdat de jongen al vrij
vroeg kannibalistisch ingesteld zijn.
Als
het allemaal goed gaat zijn de spiderlings na een jaartje al gegroeid tot
ongeveer 4 cm spanwijdte. Dan duurt het nog een paar jaar voor ze de volledige
12 à 13 cm spanwijdte van hun ouders hebben. Maar tegen dan hoop ik nog een
paar liefhebbers gevonden te hebben om zich te ontfermen over enkele diertjes!
Met
groeten,
Frederik.