.
Geschiedenis
De Angora is een van de oudste kattenrassen; de
oorsprong, zoals de naam al doet vermoeden, ligt in Turkije. Er bestaan in
Turkije allerlei legendes omtrent dit kattenras, vele hebben te maken met de
Islam, het geloof van de moslims. De meeste legendes hebben betrekking op witte
odd-eyed Angora’s. Deze zijn tot op de dag van vandaag zeer gewaardeerd in heel
Turkije.
De Angora's zijn genoemd naar de oude stad Angora
(thans Ankara). In Turkije komen Angora's in tal van kleuren voor, elk met een
eigen naam. Bekende namen zijn onder andere sarman (red tabby), de teku (silver
tabby) en de Ankara kedi (odd-eyed wit).
Exporteren van de witte odd-eyed Angora's is verboden, alleen gekleurde
Turkse Angora’s mogen nu uitgevoerd worden.
In de 16e eeuw zijn er Angora's vanuit Turkije naar Frankrijk
en Engeland gebracht. Dit ras was
zeer geliefd aan het Franse Hof
en kreeg in die tijd ook de bijnaam Franse Kat.
De Turkse Angora (maar ook de Turkse Van) zijn de
voorouders van vele halflanghaarrassen zoals de Maine Coon, Noorse Boskat,
Siberische Boskat en ook de Pers.
De Turkse Angora moest het rond 1900 opnemen tegen
de Pers, die steeds populairder werd, mede daardoor werd halverwege deze eeuw de
Turkse Angora met uitsterven bedreigd. Gelukkig bestond er een fokprogramma in
dierentuinen van Istanbul en Ankara waardoor dit niet is gebeurd. Liefhebbers
van de Angora zijn in de zestiger jaren druk bezig geweest met het importeren
van de Turkse Angora uit die dierentuinen, wat niet altijd even makkelijk
verliep. Door die liefhebbers kunnen we nu weer genieten van dit prachtige
elegante ras. In Nederland zijn er nu een handjevol mensen bezig met het fokken
van dit ras. Als u vaak shows bezoekt, zal het u ook opgevallen zijn dat er
meestal niet veel of zelfs geen Turkse Angora’s aanwezig zijn.
De Turkse Angora moet men niet verwarren met de in
vele boeken beschreven Engelse Angora (Angora Cat), in Nederland zijn deze
bekend als Oosters halflanghaar of Manderin. In Engeland wordt nog maar
nauwelijks gefokt met de Turkse Angora's, vanwege de strenge
quarantaine voorschriften.
Karakter
Turkse Angora’s zijn actieve, levendige,
nieuwsgierige, intelligente, sociale katten met een zacht karakter. Ze zijn tot
op hoge leeftijd speels en ondernemend. Ze zijn graag in gezelschap van mens
en/of dier. Het zijn geen dieren om alleen te houden, zeker niet als u veel van
huis bent. U kunt dan beter overwegen twee katten (dit hoeven uiteraard niet
persé twee Angora’s te zijn, maar wel een kat die overeenkomt met het karakter
van de Turkse Angora) te nemen of geen kat. Als u al in bezit bent van een
katvriendelijke hond kan deze ook fungeren als “maatje”. Over het algemeen
kunnen Turkse Angora’s het erg goed met andere dieren
vinden.
Ze vinden alles leuk om mee te spelen, variërend van
origineel kattenspeelgoed (balletjes, muisjes, ed.) tot pennen en sleutelbossen,
ze apporteren ook graag. Ook het meerijden op de stofzuiger kan een leuke
bezigheid zijn voor Angora’s.
De Turkse Angora is erg toegewijd aan de mens en
verwacht dit ook terug. Valt de toewijding van de mens tegen, dan kunnen ze op
een heel andere manier aandacht vragen, bijvoorbeeld door ineens in de gordijnen
te klimmen (wat meestal niet zo gewaardeerd wordt). Bij de Turkse Angora geldt
het motto in zo’n geval; niet goedschiks, dan
kwaadschiks.
Sommige Angora’s hechten zich aan één persoon in een
gezin, andere vinden iedereen aardig. Dit zijn een aantal raseigenschappen,
uiteraard is de ene kat de andere niet.
Wanneer men besluit een Turks Angora kitten aan te schaffen, moet men zich er dus van bewust zijn, dat het over het algemeen om een zeer veeleisende kat gaat. Ze vragen veel aandacht en dus tijd. Ze willen echt hun eigen uurtje per dag hebben, waarin ze zich helemaal kunnen uitleven met hun mens, lekker spelen, apporteren, of heerlijk knuffelen.
Een kitten zal zeer consequent moeten worden
opgevoed, wil men later een kat "met manieren" overhouden, net als wanneer men
een pup aanschaft. De beste en diervriendelijkste manier is om een plantenspuit
in de aanslag te houden en op het moment dat een kitten iets doet wat niet mag,
meteen een straal water op het kitten te spuiten. Deze zal daar van schrikken en
het als onprettig ervaren, zodat deze zich bij een volgende poging mogelijk nog
eerst eens bedenkt of het wel zin heeft. In wezen heeft de Turkse Angora ook wel
een aantal "hondse" trekjes.
Vervolgens mag men de intelligentie van dit ras
beslist niet onderschatten. Vaak is het een kwestie van slimmer zijn dan de kat.
Vele zijn in staat ramen, deuren, kasten en koelkasten te openen. Men dient er
dan ook voor te zorgen dat dit niet mogelijk is, zeker als een kat buitendeuren
of -ramen kan openen, omdat dit fataal kan eindigen. Het zijn goede springers,
hoog of breed, het maakt meestal weinig indruk.
De
Angora’s zijn pas laat volwassen en zullen ook
pas op een leeftijd van ongeveer twee jaar hun “wilde haren” gaan verliezen. Een
goede krabpaal is wel een stevige aanrader voor de eigenaar van de Turkse
Angora, de kat komt dan tot zijn recht.
De vachtverzorging kan men in principe in z’n geheel
aan de kat zelf overlaten. Men kan in een periode van rui (of tussendoor) de kat
“meehelpen” door een extra borstelbeurten te geven, maar dit is geen noodzaak.
Een heel enkele keer kan het voorkomen dat zich een klit in de vacht vormt, maar
dit is echt sporadisch.
Bij
sommige Angora’s is in de zomer de vacht korter dan in de winter en zouden ze
voor een korthaar kunnen doorgaan. De halflangharige vacht is zacht en
zijdeachtig en bestaat uit een vol behaarde kraag, staart en
broek.
Alle natuurlijke kleuren zijn toegestaan, dat wil
zeggen wit, zwart, blauw, rood en crème, schildpad met of zonder tabby en met of
zonder wit en al deze kleuren komen ook met zilver voor.
Colourpoint, chocolate, lilac, cinnamon, enz. zijn
niet toegestaan.
Rasgebonden ziektes of afwijkingen komen bij de
Turkse Angora niet voor, zoals bijvoorbeeld Patella Luxatie dat bij sommige
andere rassen voorkomt. De enige “ziekte” die vroeger veelvuldig voorkwam bij de
Angora’s (en ook bij andere rassen waar wit is toegestaan als
vachtkleur) is doofheid. Deze is
gerelateerd aan de witte vachtkleur in combinatie
met (meestal) blauwe ogen (en dus ook bij odd-eyeds). Dat komt voort uit het
feit dat jaren geleden gekleurde katten niet erkend werden en er dus uitsluitend
wit maal wit werd gekruist.
Vanaf 1 januari 1994 zijn gelukkig ook de prachtige
gekleurde Turkse Angora’s erkent. Hierdoor hebben fokkers ook meer en betere
fokmogelijkheden gekregen en is het aantal witte dove katten zeer sterk gedaald
en worden er gelukkig nagenoeg ook geen meer geboren.
De Turkse Angora is een lange, slanke elegante kat
met een fraaie sluike halflanghaar vacht.
Kop
Kleine tot middelgrote wigvormige kop met een
afgerond snuitje zonder pinch. In profiel: de lijn van het vlakke voorhoofd en
de rechte neuslijn maken een lichte hoek net boven de ogen. Stevige
kin.
Oren
Grote oren, breed aan de basis met pluimpjes. De
oren staan vrij dicht bij elkaar en rechtop.
Ogen
Vrij grote open amandelvormige ogen, iets schuin geplaatst. Oogkleur: onbelangrijk, maar de voorkeur wordt gegeven aan eenkleurige ogen met een intense diepe kleur.
Nek
Slanke, vrij lange nek.
Lijf, poten en
voeten
Lang, slank goed gespierd lichaam met lange poten en kleine ronde voetjes die bij voorkeur haarplukjes tussen de tenen hebben. De achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten door de oplopende ruglijn. Vrij fijne botstructuur.
Staart
Lange volbehaarde staart, breed bij de inplant spits toelopend.
Vachtstructuur
Halflange fijne glanzende zijdeachtige vacht zonder ondervacht, waardoor deze sluik aanligt. De vacht heeft vooral op de buik neiging tot golven. Hij heeft een lange kraag vanaf de oren en een sluik vallende broek.
Kleur
Vachtkleur: alle vachtkleuren behalve chocolate, cinnamon, lilac, fawn en pointsaftekening.
Balans
Goede verhouding tussen kop, lijf, poten, voeten en staart is belangrijk.
ik heet Agim
Ik Kaicha ben erg dominant maar ook heel aanhankelijk tegenover iedereen, maar wel wanneer het mij uitkomt, ik hou ook erg van kattenkwaad uithalen en vooral als niemand het ziet zodat ik heel onschuldig kan kijken dat mijn baasje denkt dat mijn zusje dat gedaan kan hebben, ik ben ook erg speels kan dat ook echt wel een tijdje volhouden.
Ik sta graag op de voorgrond zelfs met eten eerst ik, dan mag mijn zusje, jammer genoeg lukt dat niet altijd.
Van mijn zusje hou ik erg veel, ik knuffel haar graag en daar kan Agim erg van genieten en dat vind ik heerlijk om dan mijn liefde en aandacht aan haar te geven, en haar daarna weer achterna te zitten.
Ik Agim het zusje van Kaicha ben zachter van karakter lig graag in een nek van een baasje waar ik het wel uren vol kan houden, vraag ook vaak om meer aandacht dan mijn zusje ik voel mij dan beschermd tegenover haar, want Kaicha wil altijd de baas spelen waar ik niet zo van hou.Ik speel ook graag buiten zodat ik heerlijk kan genieten van de vogels en de eendjes die om mij heen vliegen.
Ik ben ook veel geduldiger dan Kaicha ik maak mij niet zo druk als zij, maar we hebben het beide erg naar onze zin.