Morgen
Kijk es diep naar binnen en vertel me wat je ziet. Doet het je schrikken? Bekruipt je een onaangenaam gevoel? Wees gerust, dat gaat wel over. Ik moet ermee leven weet je. Het valt niet mee, maar er zijn ergere dingen in het leven. En bovendien kunnen we niet eeuwig achterom blijven kijken, er valt immers niets meer aan te veranderen. Je bent zo stil. Ineens. Kijk, hier zie je me in betere dagen, mooie jongen was ik, nietwaar? Ach wat, de tijd staat niet stil, en grijpen kun je hem niet. We moeten verder, het geeft geen zin. De duisternis is er altijd geweest en zal wellicht eeuwig blijven, dus je kan je er maar beter mee verzoenen, voor het te laat is. Ondergang heeft nog niemand deugd gedaan. Denk je nog dat je het aankan? Maak je geen illusies, het ergste moet nog komen. Dit is slechts een voorbode van de hel, de stilte voor de storm. In een oase van bedrieglijke rust bevinden wij ons, onwetend en goedgelovig. We laten het niet aan ons hart komen zeggen wij, vastberaden doch met het hart verkrampt van angst. En onze kinderen, wat met onze kinderen? Geen nood, morgen is er een nieuwe dag en kunnen wij vol valse moed de strijd opnieuw aanbinden met onze demonen. Het pas vergoten bloed druipt nog van onze handen en de lichamen van onze vijanden zijn nog niet koud terwijl we vechten voor de vrede. Het hoogste goed dat desnoods met geweld dient afgedwongen. Zelfs in onze noodlottige val zijn wij hoogmoedig en blijven wij hopen op betere tijden. Ik weet het lieverd, de dageraad voorspelt weinig goeds en is dan ook best te vermijden, maar komen doet hij toch dus wees voorbereid. Ik help wel als het even wat moeilijk voor je wordt. Luister. Het verre gerommel liegt er niet om, het is bijna zover. Kruip nog even tegen me aan. Laat alles nog even voor wat het is en berust alvast in je onvermijdelijke lot. Afwenden kunnen we het al lang niet meer. Morgen, als alles goed gaat, zien we elkaar weer, en zijn we van onze lasten verlost. Ik wou oprecht dat ik je beter nieuws te melden had. Dat alles wel goed komt en dat je je geen zorgen hoeft te maken. Maar ik wil niet liegen in dit moment van waarheid en we kunnen niet anders dan die waarheid onder ogen zien en met opgeheven hoofd de ondergang tegemoet te gaan.
Vroeger durfde ik wel eens dromen over later. Nu doe ik dat niet meer, het is puur tijdsverlies. Hopen deed ik ook wel eens, maar ook dat is voorgoed verleden tijd. Nu verwacht ik alleen nog dat morgen even goed zal zijn als vandaag, zoniet beter. Meestal is het minder. Geef me iets meer en ik zal je vertellen hoe alles is gekomen. Als je er het geduld voor hebt tenminste. Want niets komt zomaar, en niets is betekenisloos.
Ik moest aan je denken toen ik gisteren je moeder zag. Ze is zo mooi, en ik kon aan de lokroep niet weerstaan. Dat wou ik ook niet, dus liet ik maar begaan.
Beethoven klinkt zachtjes. Tranen rollen over mijn wangen en ik bid voor betere tijden.